Les - EW

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Rugby (Rugbyen) jij nog elke zaterdag?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Ik … (volleyballen) nu.

Slide 9 - Open question

De stam is volleybal- → ik volleybal.
Hij … (skaten) elke middag naar school.

Slide 10 - Open question

De stam is skate → hij skatet (met -t in TT).

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Deze twee zusterbedrijven _______ (recruiten) vorig jaar elk 50 nieuwe werknemers

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Als kind _______ ik graag (rollerbladen).

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

De winkelmedewerker ________ (promoten) op overtuigende wijze een frisse komkommersalade.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Gisteren … (volleyballen) ik met mijn vrienden.

Slide 15 - Open question

De stam volleybal- eindigt op een l, niet in ’t kofschip → -de in de VT → volleybalde.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ik heb gisteren veel … (surfen).

Slide 17 - Open question

Voor het VD voeg je ge- toe + stam + -d of -t.
De laatste letter van volleybal- is l, niet in ’t kofschip → -d → gevolleybald.
Wat is de juiste vervoeging?
A
Ik uploadde gisteren mijn foto’s.
B
Ik uploatte gisteren mijn foto’s.
C
Ik uploode gisteren mijn foto’s.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens zijn ambtstermijn heeft hij vaak _____ (lunchen) met zakenpartners.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Wat is de juiste vervoeging?
A
Hij downloadde gisteren een spelletje.
B
Hij downloade gisteren een spelletje.
C
Hij downloadte gisteren een spelletje.

Slide 20 - Quiz

De stam is download-. De laatste letter is d → niet in ’t kofschip → je krijgt -de.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions