LJ1 W11 les 1

Les Nederlands
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les Nederlands

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Feit, mening en argument (4.1)
  • Argument beoordelen (4.2)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Argumenten
1. Ik ga morgen naar de bioscoop, want er draait een leuke film.
2. Omdat gokken verslavend is, moet het verboden worden.
3. Iedereen moet een schooluniform aan, want dan wordt er minder gepest.
4. Niemand leest meer boeken, dus bibliotheken zijn overbodig.
5. Ik eet geen pindakaas, want ik ben allergisch voor pinda’s.
6. Kinderen worden online soms gepest, daarom moeten ouders kunnen meekijken op hun computer.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wie van de drie geeft hier een objectief argument?
A
Frits
B
Carlijn
C
Pim

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

En nu?
Werk aan 4.1 en 4.2

Klaar? 
Begin alvast aan 4.3 Betoog

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Er moet een vuurwerkverbod komen.
Geef 1 argument voor deze stelling.

Slide 23 - Open question

Er moet een vuurwerkverbod komen.
Geef 1 argument tegen deze stelling.

Slide 24 - Open question

Waarom is dit een drogreden?

"Mensen met een hond zijn asociaal, die van de buren poept de hele straat onder."

Slide 25 - Open question

En nu?
Werk aan 4.3 Betoog




timer
15:00

Slide 26 - Slide

AUB
Argument (Wat is jouw stelling / mening?)
Uitleg (Waarom vind je dit?)
(Bij)voorbeeld (Geef een voorbeeld die deze uitleg ondersteunt)

Een betoog bestaat uit argumenten, uitleg en voorbeelden. 




Slide 27 - Slide

Labelen
Argumenten kan je 'labelen'.

Zo kan je deze later nog eens herhalen in je conclusie. 






Slide 28 - Slide

Labelen
Je gaat luisteren naar iemand die 3 argumenten opnoemt. 

Schrijf deze 3 argumenten op. Hier komt een vraag over.





Slide 29 - Slide

1

Slide 30 - Video

02:49
Welke 3 argumenten geeft deze student?

Slide 31 - Open question

Kan je zelf nog een argument bedenken?

Slide 32 - Open question