H4 Lezen

H4 Lezen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4 Lezen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- Bespreken H3 lezen opdr 4 + H4 de startopdracht

-H4 lezen theorie

- H4 lezen maken opdr 1

Slide 2 - Slide

Bespreken H3 opdr 4

Slide 3 - Slide

Lesdoel
feit:
Ik weet wat een feit is en ik kan het herkennen in een tekst
mening/standpunt:
Ik weet wat een mening is en ik kan het herkennen in een tekst
argument:
Ik weet wat een argument is en ik kan het herkennen in een tekst

Slide 4 - Slide

FEIT

- Uitspraak over iets wat waar of niet waar is

- Een feit kan je controleren



Voorbeeld van een feit:

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50,00 kleedgeld per maand.

Je kunt controleren of dit waar is door het op internet op te zoeken.

Slide 5 - Slide

MENING (STANDPUNT)

- Wat iemand ergens van vindt  (je kunt het ermee eens of oneens zijn)

- Het is niet controleerbaar.

Vaak te herkennen aan: ?





Voorbeeld van een mening:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.

Slide 6 - Slide

ARGUMENT

- Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt.

- Je herkent een agument aan signaalwoorden als:

want, omdat, namelijk & immers



Voorbeeld van een argument:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument).

Slide 7 - Slide

Welk van de volgende zinnen is géén feit?
A
Mijn vriendin is morgen jarig.
B
Spruitjes zijn best lekker.
C
De voetbaltraining duurt anderhalf uur.
D
Wolven worden niet als huisdieren gehouden.

Slide 8 - Quiz

Welk van de volgende zinnen is een feit?
A
Kinderarbeid zou verboden moeten worden.
B
Dat nieuwe nummer klinkt supergoed!
C
Wat een leuke jas heb je aan.
D
Roken is slecht voor je gezondheid.

Slide 9 - Quiz

Welke zin bevat géén argument?
A
Ik blijf vandaag lekker binnen, want het stormt.
B
Mijn zus is jarig en geeft vanmiddag een feest.
C
Rode auto's zijn stoer, want een Ferrari is ook rood.
D
Omdat hij bang is, durft hij niet in de python.

Slide 10 - Quiz

Bedenk een argument bij het standpunt 'Schoolboeken moeten worden afgeschaft'.

Slide 11 - Open question

H4 opdr 1
Tekst lezen

Slide 12 - Slide

Wat is het onderwerp?

Slide 13 - Open question

Vraag 2
A
Feit
B
Mening

Slide 14 - Quiz

Licht je antwoord op vraag 2 toe

Slide 15 - Open question

3. Welke mening herken je?

Slide 16 - Open question

4. Wat is het argument hierbij?

Slide 17 - Open question

GELEERD?

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide