Uitscheidingstelsel

uitscheidingstelsel
urinewegen
1 / 45
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

Items in this lesson

uitscheidingstelsel
urinewegen

Slide 1 - Slide

Urinewegstelsel
VVT-deel 1
hoofdstuk 25
Zorgvragers met aandoeningen aan het urinestelsel

Slide 2 - Slide

Wat hoort bij het
urinestelsel?

Slide 3 - Mind map

De nieren
Nierschors: verwijdert afvalstoffen, 
overtollig water, overtollige zouten en
schadelijke stoffen
niermerg: wint water en belangrijke 
stoffen terug
nierbekken: verzamelt de urine

Slide 4 - Slide

Uitscheiding
Onderwerpen:

Verwijderen van afvalstoffen uit je lichaam

- Urinewegen
- Nieren

Slide 5 - Slide

Urinewegen

Slide 6 - Slide

Filteren

Nieren filteren per dag 200 liter vocht

99% komt weer terug in de bloedsomloop

Bij vocht te kort heb je donkere urine

Bij veel drinken is je urine licht van kleur


Bekijk je ochtendurine, hoe ruikt urine soms?

Slide 7 - Slide

een volwassene zou minstens ................ moet drinken
A
1500
B
1000
C
2000
D
1300

Slide 8 - Quiz

schuimende urine kan duiden op
A
teveel bier gedronken hebben
B
nierstenen
C
diabetes
D
mogelijke ontsteking

Slide 9 - Quiz

lichtgele urine is normaal maar kan ook duiden op:
A
ontsteking
B
niet behandelde diabetes
C
teveel fosfaten in de urine
D
bloed in de urine

Slide 10 - Quiz

Urine wegen

Nierkapsel

Nierschors

Niermerg

Nierbekken: Verzamelen van urine 

Urineleider: 20 tot 30 cm lang 

Urineblaas





 


Slide 11 - Slide

Urine
Bestaat uit: 

- Afvalstoffen
- Water
- Zouten
- Schadelijke stoffen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Urinelozing

Ander woord voor urinelozing is mictie.


Mictie gebeurt ongeveer 3 tot 6 keer per etmaal.


Als de blaas ongeveer 300 ml urine bevat worden de rekkingssensoren in de blaaswand geprikkeld.


Mictiedrang: het gevoel dat je moet plassen.

Bij een blaasvulling van 500 ml moet je plassen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

De nieren
Nierschors: verwijdert afvalstoffen, 
overtollig water, overtollige zouten en
schadelijke stoffen
niermerg: wint water en belangrijke 
stoffen terug
nierbekken: verzamelt de urine

Slide 16 - Slide

Verwijderen van urine uit het lichaam
- van het nierbekken gaat de
urine via de urineleider naar
de blaas
- in de blaas wordt de urine 
tijdelijk opgeslagen
- via de urinebuis verlaat de
urine het lichaam

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Nieraandoeningen
Welke

Slide 19 - Mind map

Voorlichting, advies en instructie
Leefstijd advies voor je betreffende client.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

CAPD - peritoneaal dialyse

* Buikvlies (peritoneum) van de patiënt gebruikt wordt als filter voor de verwijdering van afvalstoffen en overtollig vocht.


1. Spoelvloeistof loopt via katheter in buikholte.

2. Diffusie tussen bloed en spoelvloeistof.

3. Na vier uur wordt het vocht incl. afvalstoffen weer verwijderd.


Slide 22 - Slide

Hemodialyse

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Urineweginfecties

Slide 26 - Slide

spijsverteringskanaal
vvt 2 hoofstuk 5,6 en 7

Slide 27 - Slide

wat is spijsvertering?

Slide 28 - Mind map

Vertering
In voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen.

Vetten, eiwitten en (veel) koolhydraten kunnen niet zomaar opgenomen worden in het bloed. Deze voedingsstoffen moeten verteerd worden.

Vitamines, mineralen en water kunnen wel direct worden opgenomen in het bloed. 
Vertering van deze stoffen is niet nodig.


Slide 29 - Slide

Welke organen zijn betrokken bij de
spijsvertering?

Slide 30 - Open question

Vertering
Vertering is het omzetten van voedingsstoffen in verteringsproducten.
Verteringsklieren maken verteringssappen:
  • speekselklieren
  • maagsapklieren
  • lever en afvleesklier
  • darmsapklieren (in de dunne darm)
Deze sappen zetten voedingsstoffen om in verteringsproducten. 
Die laatste worden vanuit de dunne darm opgenomen in het bloed.

Maak een mindmap 'Verteringsklieren'

Slide 31 - Slide

Peristaltische bewegingen en vertering
Voedsel verplaatst zich binnen het lichaam van de ene naar de ander plaats. 

Dat gebeurt o.a. door peristaltische bewegingen.

Ondertussen wordt het voedsel verteerd. 
De voedingsstoffen worden 'kleiner gemaakt'. 
Er ontstaan verteringsproducten. 
Deze kunnen worden opgenomen in het bloed.

Drie voedingsstoffen worden verteerd.

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Gal maakt van grote vetdruppels kleine vetdruppeltjes.

Die kleine vetdruppeltjes kunnen door bijv. het alveessap  verteerd worden. Daarna kan het verteringsproduct van het 
vet opgenomen worden in het bloed.
De lever produceert gal. De gal wordt in de galblaas opgeslagen (bewaard). 
Als er vet verteerd moet worden, komt er gal vanuit de galblaas bij de voedselbrij waar vet in zit. 

Slide 35 - Slide

mondholte/keelholte
1
slokdarm
2
maag
3
maagportier
4
twaalfvingerige darm
5
alvleesklier
6
lever
7
galblaas
8
dunne darm
9
blinde darm
10
dikke darm
11
Endeldarm
12

Slide 36 - Slide

Wat is de functie van speeksel?
A
Verteren van zetmeel
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Geeft smaak aan het eten
D
Verteren van eiwitten

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Video



De peristaltische bewegingen
vinden plaats in .......
kies het beste antwoord


A
de mond, de dikke darm
B
de darmen, de maag en de slokdarm
C
de maag en de slokdarm
D
de mond en de maag

Slide 39 - Quiz

Hoe lang blijft je voedsel ongeveer
in je maag?
A
4 minuten
B
4 kwartier
C
4 uur
D
4 dagen

Slide 40 - Quiz

Wat is de functie van alvleeskliersap?
A
Verteren van alleen eiwitten
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Verteren van alleen vetten
D
Verteren van eiwitten, koolhydraten en vetten

Slide 41 - Quiz

1. De dunne darm kan wel 6 meter lang zijn
2. Dunnedarm-sap helpt bij de vertering van alle
voedingsstoffen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 42 - Quiz

Welke functie heeft de lever in het spijsverteringsproces

Slide 43 - Slide

aandoeningen
spijsverteringsorganen

Slide 44 - Mind map

advies, voorlichting, instructie
Leefstijladviezen aan jouw client

Slide 45 - Slide