3m3-6 Pluriforme samenleving1

1 / 42
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Waarden: principes die je belangrijk vindt
Normen: regels over hoe anderen en jij je moet gedragen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Stereotypen: een vooroordeel dat niet op 1 persoon slaat maar op een hele groep.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

In Nederland heb je 1 dominante cultuur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Dit is een voorbeeld van
A
De dominante cultuur
B
Subcultuur

Slide 13 - Quiz

Eva viert graag Carnaval
A
Dominante Cultuur
B
Subcultuur

Slide 14 - Quiz

Eva viert graag Koningsdag
A
Dominante Cultuur
B
Subcultuur

Slide 15 - Quiz

De cultuur die het meest in een land te zien is noem je..
A
Cultuur
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
D
Onderdanige cultuur

Slide 16 - Quiz

Mensen binnen een subcultuur:
A
Vormen een bedreiging voor de dominante cultuur.
B
Zijn bijna altijd allochtoon.
C
Horen niet bij de dominante cultuur.
D
Hebben gemeenschappelijke normen.

Slide 17 - Quiz

Jehova's Getuigen vieren vanwege hun geloof
geen verjaardagen.
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur
C
Tegencultuur

Slide 18 - Quiz

Kerst, Koningsdag, Bevrijdingsdag, drop en haring behoren tot de:
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur

Slide 19 - Quiz

Welke stereotypering bestaat er over de Nederlanders?

Slide 20 - Open question

Wat is discriminatie?
A
Iemand uitschelden
B
Ruzie zoeken met iemand
C
Iemand slecht behandelen omdat hij/zij anders is
D
Iemand lelijk behandelen omdat hij/zij een andere huidskleur heeft

Slide 21 - Quiz

Een ander woord voor Tolerantie is:
A
Respect
B
Verdraagzaamheid
C
Onverschilligheid
D
Gelijkwaardigheid

Slide 22 - Quiz

Meisjes zijn slecht in voetbal
A
Vooroordeel
B
Stereotype
C
Feit
D
Mening

Slide 23 - Quiz

"Alle Russen drinken wodka" is een
A
Stereotype beeld
B
Vooroordeel
C
Vorm van indoctrinatie
D
Vorm van manipulatie

Slide 24 - Quiz

Wat zijn assimilatie, segregatie en integratie?
A
Verschillende vormen van immigratie.
B
Manieren van samenleven tussen nieuwkomers en autochtonen.
C
Normen en waarden over hoe je met elkaar om gaat.
D
Belangrijke vrijheden uit de grondwet.

Slide 25 - Quiz

Wat is de beste omschrijving? Assimilatie is:
A
Dat nieuwkomers zich zoveel mogelijk aanpassen aan de bestaande cultuur.
B
Het langs elkaar heen leven van verschillende culturen.
C
Wederzijdse aanpassing van nieuwkomers en autochtonen.
D
Met zoveel mogelijk mensen rekening willen houden.

Slide 26 - Quiz

Wat is de beste omschrijving? Integratie is:
A
Dat nieuwkomers een cursus volgen om de NLse cultuur te leren kennen.
B
Het langs elkaar heen leven van verschillende culturen.
C
Wederzijdse aanpassing van nieuwkomers en autochtonen.
D
Dat buitenlanders geen hoofddoek meer om doen.

Slide 27 - Quiz

Wie willen dat nieuwkomers door middel van rechten en vrijheden zelf hun plek in de samenleving creëren?
A
Christendemocraten
B
Liberalen
C
Sociaaldemocraten
D
Rechtspopulisten

Slide 28 - Quiz

Wie zien multiculturaliteit als bedreiging voor de Nederlandse samenleving?
A
Christendemocraten
B
Liberalen
C
Sociaaldemocraten
D
Rechtspopulisten

Slide 29 - Quiz

Bij assimilatie pas je je helemaal aan aan de dominante cultuur
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Om integratie te bevorderen zouden gemengde scholen beter zijn
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quiz

Fundamentalisten vinden dat je de heilige boeken letterlijk moet nemen
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

Omdat we vrijheid van meningsuiting hebben mag je iemand ook bedreigen
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quiz

Het recht op godsdienstvrijheid is vastgelegd in de grondwet
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quiz

Dit is een voorbeeld van
A
Een subcultuur
B
De Nederlandse dominante cultuur
C
Een jongerencultuur
D
Botsende culturen

Slide 35 - Quiz

Iedereen in een land hoort bij de dominante cultuur.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

Als zakenlieden elkaar ontmoeten, geven ze elkaar een hand
A
Dominante Cultuur
B
Subcultuur

Slide 37 - Quiz

Wat is een subcultuur?
A
De cultuur van een land
B
De cultuur van een groep jongeren
C
Cultuur van een kleine groep mensen
D
Is een onderdeel van de dominante cultuur.

Slide 38 - Quiz

In Rusland zijn veel mensen gewend om bij een verjaardag de jarige aan de oren te trekken.
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur
C
Tegencultuur

Slide 39 - Quiz

Als een Islamitische vrouw geen handen schudt aan mannen is er sprake van een:
A
cultuurbotsing met de dominante cultuur
B
etnische subcultuur
C
Stereotype

Slide 40 - Quiz

Op het pieperfestival in Emmeloord wordt een uniek feest gevierd waar onder andere gratis patat wordt uitgedeeld.
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur
C
Tegencultuur

Slide 41 - Quiz

Wat is de beste omschrijving? Een pluriforme samenleving is een samenleving met:
A
Veel etnische groepen.
B
Een grote culturele diversiteit.
C
Evenveel allochtonen als autochtonen.
D
Veel botsingen tussen subculturen en de dominante cultuur.

Slide 42 - Quiz