M1, 4.8 spelling '23, zwakke werkwoorden, meervoud

M1, 4.8 spelling
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

M1, 4.8 spelling

Slide 1 - Slide

Doel van deze les:
Je leert;
-hoe je zwakke werkwoorden in de verleden tijd moet vervoegen;
-hoe je het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijft. 

Slide 2 - Slide

kolonie
A
koloniën
B
kolonieën

Slide 3 - Quiz

slee
A
sleeën
B
sleën

Slide 4 - Quiz

drie
A
driën
B
drieën

Slide 5 - Quiz

De auto (starten) gister niet.
A
starte
B
starten
C
startte
D
startten

Slide 6 - Quiz

De mannen (stellen) allemaal lastige vragen.
A
stelten
B
stelte
C
stelden
D
stelde

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Filmpje methode

Slide 9 - Slide

Dus:
- Hele werkwoord -en: verhuizen -> verhuiZ
- Staat de laatste letter in 'T KoFSCHiP X? VerhuiZ -> Nee.
- Ja? -> -te
- Nee? -> -de
- Is het meervoud? Dan nog een -N erachter. -> verhuisde(n)

Slide 10 - Slide

Oefenen
Onze klusjesman Nico (repareren) de drempel en toen (rusten) hij even uit. 

Slide 11 - Slide

Maken 
Alle opdrachten van 4.8

Slide 12 - Slide