Hoe zat het ook alweer..?
In de voorgaande opdrachten stond er steeds bij of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is, bijv. doordat er '(v)' achter het woord stond.
Nu gaan we het oefenen zonder dat het erbij staat. Je moet dus zelf kunnen inschatten of een woord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud is.
Dit doe je op twee manieren:
- de lidwoorden in de woordenlijst van Kapitel 5 goed leren
- de regels voor het woordgeslacht herhalen