Semana 19

                                 Hoy es lunes 12  de mayo
 «El estudio es el mejor antídoto contra el miedo a los  exámenes.»
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansSecondary EducationAge 12

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

                                 Hoy es lunes 12  de mayo
 «El estudio es el mejor antídoto contra el miedo a los  exámenes.»

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Objetivo: Entiendo y sé responder adecuadamente  las preguntas que me hace mi compañero-a
Plan de estudio:
1. Repaso las conjugaciones  de los pasados: perfecto, imperfecto e  indefinido
2. Basándome en la gramatica neerlandesa pongo en practica el uso del imperfecto y del indefinido.
Repaso el la conjugación del futuro y lo practico expresando acciones futuras.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vamos a fijarnos bien en estos verbos del pasado y sus usos:

1. Onvoltooid verleden tijd (of imperfectum/imperfecto)
  • hij woonde, él vivía

2.Voltooid tegenwoordige tijd (of perfectum/perfecto): 
  • hij heeft gewoond, él ha vivido;

    Slide 9 - Slide

    This item has no instructions

    Onvoltooid verleden tijd(1)
    De onvoltooid verleden tijd wordt om te beginnen gebruikt om een aantal samenhangende, doorgaans opeenvolgende gebeurtenissen in het verleden te beschrijven; het gaat dan vaak om een verhalende context, bijvoorbeeld een boek, een levensbeschrijving of een recente (uit meerdere zinnen bestaande) gebeurtenis. 

    • Hij woonde en werkte vroeger in Sevilla (vivió y trabajó en....). Na de geboorte van zijn zoon verhuisde (se mudó) hij naar Amsterdam. Daar bleef hij wonen tot zijn werkgever hem een functie in het buitenland aanbood ( hasta que su jefe le ofreció).
    • Ik was gisteren in Madrid ( Ayer estuve en....) Het was de hele dag mooi weer.(Hizo buen..) 



    (6) Vorig jaar woonde haar vader nog in Gent.

    (7) Mijn oma kwam vroeger elke vrijdag op bezoek.

    Slide 10 - Slide

    This item has no instructions

    Onvoltooid verleden tijd (2)
    Verder wordt de onvoltooid verleden tijd gebruikt om een gewoonte (zin 1), een  actie van onbepaalde duur (zin 2) of een terugkerende gebeurtenis uit het verleden (zin 3) te beschrijven.
    Begin- en eindtijd wordt niet genoemd!!
    (1) Als kind hield hij van leverworst met hagelslag. 
    De pequeño/cuando era pequeño le gustaba....

    (2) Vorig jaar woonde haar vader nog in Málaga. 
    El año pasado su padre vivía todavía en...

    (3) Mijn oma kwam vroeger elke vrijdag op bezoek.
    • Antes , todos los sábados mi abuela venía.......

    Slide 11 - Slide

    This item has no instructions

    Voltooid tegenwoordige tijd 
    De voltooid tegenwoordige tijd wordt gebruikt om een los feit, een enkelvoudige gebeurtenis te beschrijven. Het gaat dan vaak om iets wat recent heeft plaatsgevonden(= SP), maar het kan ook naar een wat verder verleden verwijzen. Vaak gaat het dan om een feit of voorval dat als afgerond wordt beschouwd.(Niet in SP)
    • (zien 1)Ik heb gisteren een appeltaart gebakken. 
    in België( Sp en Latijnsam. )  wordt makkelijker voor de onvoltooid verleden tijd gekozen dan in Nederland. In Nederland zal een zin als (1) minder snel voorkomen dan in België.

    (10a) Hebt u al eerder iets bij de Hema gekocht?

    (10b) Kocht u al eerder iets bij de Hema?

    Een zin in de voltooid tegenwoordige tijd kan als introductie dienen voor een wat langere beschrijving van een gebeurtenis of een opeenvolging van gebeurtenissen in het verleden; de rest van die beschrijving staat dan vaak in de onvoltooid verleden tijd als het om een verhalende context gaat.

    (11) Ik heb gisteren een appeltaart gebakken. Het rook daarna nog uren heerlijk in de keuken. Dat vond ook de rest van het gezin.

    (12) Ze heeft als kind één keer bij haar opa en oma gelogeerd. Ze vond het er geweldig. Ze mocht elke dag kiezen wat ze wilde eten, ze mocht lekker laat naar bed en ze speelden veel spelletjes.

    Slide 12 - Slide

    This item has no instructions

       Perfecto           Indefinido                Imperfecto
    Zit ik er nog in?
    - DEZE week
    - DIT weekend
    - VANDAAG
    - TODAVIA NO
    - AÚN NO
    Duidelijk begin en eind?
    - Gisteren
    - Vorig jaar
    - In 1986
    - 14 april
    - Woensdag
    Geen duidelijk begin en eind?
    - Vroeger
    - Toen ik klein was
    - Elke zondag
    _____________________geen tijdsaanduiding?_____geen tijdsaanduiding?_____
    Stel jezelf de vraag:
    Was het er al? Was het al (een tijdje) bezig? Hoe was de situatie / de setting? Beschrijvingen in het verleden.
    Stel jezelf de vraag:
    Gebeurde het?

    Slide 13 - Slide

    This item has no instructions

    Imperfecto versus indefinido:


    • Je kunt je afvragen: Hoe was de situatie? Wat was de achtergrond, het decor? Dan gebruik je de imperfecto.

    • Wat gebeurde er? Wat waren de acties, de handelingen? Dan gebruik je de indefinido.

    Slide 14 - Slide

    This item has no instructions

    Mi pasado. Cuéntame..
    ..a qué escuela ibas.
    Quién era tu mejor amigo/ tu profesor/tu juego/ programa de tele favorito. Qué deporte practicabas. Qué has hecho: esta mañana/ esta tarde, etc. Qué hiciste las navidades/el carnaval/ las vacaciones de verano pasadas (dónde con quién/como fuiste/ cuánto tiempo estuviste.. etc.)

    Slide 15 - Slide

    This item has no instructions

    Slide 16 - Slide

    This item has no instructions

    Slide 17 - Slide

    This item has no instructions

    EL futuro, cuéntame...
    ..qué planes tienes para/ qué harás…esta tarde, mañana, las próximas vacaciones, el próximo fin de semana,  cómo celebrarás  tu cumpleaños: darás una fiesta para la familia, lo celebras con amigos/as? 




    Slide 18 - Slide

    que escuches la pregunta porque tiene que responder con las dos formas del futuro....