Les 1 A2



Hoe gaat het met je?
 Check in
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson



Hoe gaat het met je?
 Check in

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Les 1
1.  Praatplaat +Spreekoefening  Cultuur Nederland
2. Voltooid deelwoord + scheidbare werkwoorden
3. woorden  + oefening
4. Klanken - sch klank
5. Spreekwoorden
Volgende les: spreken + oefenen uitspraak
Huiswerk: scheidbare werkwoorden en voltooid deelwoord + leestekst + nieuws in makkelijke taal

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Spreekoefening: Kwaliteiten
Vriendelijk
Hardwerkend
Slim
Creatief
Geduldig
Sportief
Zorgzaam
Grappig

“Wat is jouw belangrijkste kwaliteit?”

 bijvoorbeeld:
“Mijn belangrijkste kwaliteit is geduldig.”

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Cultuur
1. Kan je wat vertellen over jouw cultuur?
2. Eten, drinken, leuke bezienswaardigheden.
3. politieke situatie
4. Wat vind je goed aan jouw land en wat minder goed?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

voltooid deelwoord
1. Ik heb ...........om mee te gaan. (beloven)
2. Jouw hond heeft in mijn been...........(bijten)
3. Ik heb een jaar stage...........(lopen)
4. Het heeft de hele dag ........(regenen)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ik ....... mijn vriend ......
(ophalen)

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Zij ....... hun huis morgen ......
(schoonmaken)

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Nieuwe woorden

in het openbaar
een rol spelen
het verzorgingshuis
de beslissing
direct
eenzaam
het onderdeel
de ruimte
beleefd
Vul in

1. In mijn huis is er geen....... voor een grote boom
2. Lezen is een ...........van de Nederlandse les.
3. Twee jaar geleden ben ik verhuisd. Dat was een goede ......................

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Woorden met -ch en -sch
Maar...
hoor je  [s +  g] ?

Dan schrijf je sch
Je hoort [g] 
lachen.

Slide 11 - Slide

antwoorden 2.12
oef 84
Spreekoefening: Het weer

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vakantie
1️⃣ Wat is jouw favoriete vakantieland?
2️⃣ Hoe vaak ben je daar geweest?
3️⃣ Wat vind je daar leuk?
4️⃣ Wat eet je daar graag?
5️⃣ Zou je daar willen wonen? Waarom wel of niet?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

spreekoefening cultuur
Wat eet je vaak in jouw land? 🍽️
Welke feestdag vind jij het leukste? 
Welke muziek of dans is populair in jouw cultuur? 
Hoe begroeten mensen elkaar in jouw land? Hand, knuffel of iets anders? 🤝
Als jouw land een dier zou zijn, welk dier zou het dan zijn? 🦁🐢
Wat zou een toerist in jouw land nooit moeten doen? ❌🧀🐟

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

🧍‍♂️ Toerist: Hallo, mag ik iets vragen?
🚶‍♀️ Bewoner: Ja, natuurlijk!

🧍‍♂️ Toerist: Waar is het station?
🚶‍♀️ Bewoner: Het station is daar, naast de supermarkt.

🧍‍♂️ Toerist: Hoe kom ik daar?
🚶‍♀️ Bewoner: Ga rechtdoor en sla rechtsaf bij de stoplichten.
🧍‍♂️ Toerist: Is het ver?
🚶‍♀️ Bewoner: Nee, het is vijf minuten lopen.

🧍‍♂️ Toerist: Oké, dankjewel!
🚶‍♀️ Bewoner: Graag gedaan, veel plezier!

🧍‍♂️ Toerist: Dank je, fijne dag!
🚶‍♀️ Bewoner: Jij ook, doei!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Spreekoefening: De weg vragen


🧍‍♂️ Persoon 1: Hallo, mag ik u iets vragen?
🧍‍♀️ Persoon 2: …………………………………………………………………………………
🧍‍♂️ Persoon 1: Weet u waar de supermarkt is?
🧍‍♀️ Persoon 2: …………………………………………………………………………………
🧍‍♂️ Persoon 1: Moet ik hier rechtdoor of linksaf?
🧍‍♀️ Persoon 2: …………………………………………………………………………………
🧍‍♂️ Persoon 1: Ah, bedankt! Is het ver lopen?
🧍‍♀️ Persoon 2: …………………………………………………………………………………
🧍‍♂️ Persoon 1: Oké, super! Dank u wel en fijne dag!
🧍‍♀️ Persoon 2: …………………………………………………………………………………

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Spreekwoorden
De appel valt niet ver van de boom.

Wie A zegt, moet ook B zeggen.

Een kat in de zak kopen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd?
- Wat vond je van de les?
- Wat wil je volgende week leren?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions