Trainingsleer SBG H6
"....... is een doelbewuste, systematische, geleidelijke in zwaarte toenemende functionele belasting".
Welk woord hoort er op de puntjes?
Welk woord hoort er op de puntjes?
A
Een wedstrijd
B
Een duel
C
Een training
D
Een afscheid
1 / 16
Items in this lesson
"....... is een doelbewuste, systematische, geleidelijke in zwaarte toenemende functionele belasting".
Welk woord hoort er op de puntjes?
Welk woord hoort er op de puntjes?
A
Een wedstrijd
B
Een duel
C
Een training
D
Een afscheid
Slide 1 - Quiz
Welk van onderstaande onderdelen is een effect van een 'goede' warming-up?
A
De belastbaarheid van spieren en botten neemt toe.
B
De coördinatie neemt af.
C
Kerntemperatuur neemt af naar 37 graden.
D
Stofwisseling neemt af.
Slide 2 - Quiz
Wat betekent de 'SMART' doelstelling?
A
Specifiek, mooi, acceptabel, realistisch & theoretisch
B
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch & Tijdsgebonden
C
Super, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch & Terugdenkend
D
Een heel mooi doel.
Slide 3 - Quiz
Welke kracht-test is het meest geschikt voor onervaren atleten om de 1RM te meten?
A
1RM test
B
de Praattest
C
1RM schattingstest
D
de methode van Karvonen
Slide 4 - Quiz
Welk trainingsprincipe verklaart de grafiek hiernaast?
A
de wet van de verminderde meeropbrengst
B
Reversibiliteit
C
Supercompensatie
D
Specifiteit
Slide 5 - Quiz
Slechte eetlust is een signaal van overtraining.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Op welke intensiteit train je bij extensieve duurtraining?
A
70-80% HFmax
B
60-70% HFmax
C
80-90% HFmax
D
85-90% HFmax
Slide 7 - Quiz
De F van de FITT factoren staat voor FREQUENTIE.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Hoe noem je het fenomeen dat een beginnend sporter sneller vooruitgang boekt dan een ervaren sporter?
A
Overload en Progressiviteit
B
De wet van de verminderde meeropbrengst
C
Specifiteit
D
Reversibiliteit
Slide 9 - Quiz
De I van de FITT factoren staat voor?
Slide 10 - Open question
Voor de methode van Karvonen moeten zowel de rust hartslag als de maximale hartslag bekend zijn.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Extensieve duurtraining
Intensieve duurtraining
Extensieve intervaltraining
Intensieve intervaltraining
Slide 12 - Drag question
Hoe noemen we spiervolume toename in de Fitness?
A
Intermusculaire Coördinatie
B
Intramusculaire Coördinatie
C
Hypertrofie
D
Range of Motion
Slide 13 - Quiz
Wat betekent de volgende afkorting: R.O.M.?
A
Range of Meter
B
Range of Motion
C
Hoe stijf je bent
D
Hoe sterk je bent
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Video
Welke trainingswet past heel goed bij die filmpje?
A
Reversibiliteit
B
De wet van de verminderde meeropbrengst
C
Supercompensatie
D
Specifiteit
