vwo 4 poezie les rijm

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Eindrijm en rijmschema


De woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank. Van het eindrijm kun je een rijmschema maken.

Slide 2 - Slide


Wat wil je worden? vroeg de juf

't was in de derde klas

Ik keek haar aan en wist het niet

Ik dacht dat ik al iets was

Slide 3 - Slide

Rijmschema

Wat wil je worden? vroeg de juf  A

't was in de 3de klas  B

Ik keek haar aan en wist het niet  C

Ik dacht dat ik al iets was  B

Slide 4 - Slide

Zon

Wat zit ik hier op deze stoel

en achter de gordijnen,

ik wil wel werken maar ik mag

op deze magnifieke dag

de zon toch niet voor noppes laten schijnen.

Toon Hermans

Slide 5 - Slide

Zon - rijmschema

Wat zit ik hier op deze stoel  A

en achter de gordijnen,  B

ik wil wel werken maar ik mag  C

op deze magnifieke dag  C 

de zon toch niet voor noppes laten schijnen.  B

Toon Hermans

Slide 6 - Slide

Geluk

Hij zocht het geluk, het grote 'hèt'

hij zocht, maar vond het niet

en vele malen hij met

een kluitje in het riet

hij zocht het geluk in het dal, aan de top

maar werd het zoeken moe

eerst toen hij zei: ik geef het òp

toen kwam het naar hem toe.

Slide 7 - Slide

Geluk - rijmschema

Hij zocht het geluk, het grote 'hèt'  A

hij zocht, maar vond het niet  B

en vele malen hij met  A

een kluitje in het riet  B

hij zocht het geluk in het dal, aan de top  C

maar werd het zoeken moe  D

eerst toen hij zei: ik geef het òp  C

toen kwam het naar hem toe.  D

Slide 8 - Slide

Rijmschema (blz 15 syllabus)

Slagrijm: laatste woorden hebben allemaal zelfde klank (aaaa)

Gepaard rijm: aabbcc 

Gekruist rijm: abab cdcd

Omarmend rijm: abba cddc

Gebroken rijm: abcb (alleen de tweede en de vierde regel rijmen)

Verspringend rijm: abcabc (bij sonnet in coupletjes van 3 regels)


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Alliteratie of beginrijm


De eerste medeklinkers van een aantal woorden die bij elkaar in de buurt staan, zijn hetzelfde.

Slide 11 - Slide

Iris


Ik ben geboren uit zonnegloren

En een zucht van de ziedende zee,

Die omhoog is gestegen, op wieken van regen,

Gezwollen van wanhoop en wee.

.....

Slide 12 - Slide

Assonantie of klinkerrijm


Enkele woorden die bij elkaar in de buurt staan, hebben dezelfde klank, maar niet dezelfde eindletter(s).


Slide 13 - Slide

Skelet


Mijn botten rammelen op mijn bekken

als stokjes op een trommel.

Ik dool op donkere zolders

door vieze, ouwe rommel.

.....


Slide 14 - Slide


....

Mijn lachen klinkt als klontjes

ijs die kletteren in een glas.


Ik ben een arm skelet;

karkas van wat ik was.


Rian Visser





Slide 15 - Slide


....

Volrijm is dus het rijm dat we kennen van de Sinterklaasgedichtjes. Volrijm noemen we ook wel eindrijm.


Halfrijm rijmt dus eigenlijk niet: bij halfrijm rijmt of de klinker (assonantie) of de medeklinker (aconsonantie)






Slide 16 - Slide


....

Mannelijk of staand rijm: rijmende slotlettergreep


woud-stout

gestaar-gebaar






Slide 17 - Slide


....

Vrouwelijk of slepend rijm: rijmende lettergreep gevolgd door slotlettergreep met sjwa.


gebluste - gekuste

buien - kruien





Slide 18 - Slide


....

Glijdend rijm: rijmende lettergreep gevolgd door twee onbeklemtoonde lettergrepen


hinderen - kinderen

lodderen - modderen





Slide 19 - Slide


....

dubbelrijm: beide lettergrepen rijmen

nachtlicht - grachtzicht


rijk rijm: woord wordt in zijn geheel herhaald

Bank - bank





Slide 20 - Slide


....

voorrijm: de eerste woorden van versregels rijmen op elkaar

ruisende wanden...

bruisende bekers.....

blinkende toortsen....

klinkende kelken....




Slide 21 - Slide


....

middenrijm: een woord midden in de regel rijmt met woord midden in de volgende regel 


een nieuwe lente, een nieuw geluid, 

Alleen in Drente, daar kijken ze wel uit!




Slide 22 - Slide


....

overlooprijm of kettingrijm: de klank aan het eind van de regel wordt herhaald aan het begin van de volgende regel


Elk gedicht dat je verzint

Begint met een idee

Waarvan je denkt:

daar kan ik vast iets mee.

Slide 23 - Slide


....

enjambement: geen rijm maar een manier om twee versregels met elkaar te verbinden; zorgt dat laatste woord van regel nadruk krijgt.


De koning wilde mij een keten

omhangen - die ik hem met wilde hoon

ontrukt heb en een hoovling toegesmeten

Slide 24 - Slide