This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.
Items in this lesson
Toets Stoffen
Basis 3
Slide 1 - Slide
Hoe heet het kleinste deeltje van een stof met alle eigenschappen van die stof?
A
Atoom
B
Kristal
C
Molecuul
Slide 2 - Quiz
Waaruit bestaat een molecuul?
A
Uit andere moleculen
B
Uit atomen
C
Uit kristallen
Slide 3 - Quiz
Moleculen bewegen niet meer bij een temperatuur van:
A
-273 ℃
B
-100 ℃
C
0 ℃
D
100 ℃
Slide 4 - Quiz
Met welke temperatuur in kelvin komt 0 °C overeen?
A
-273 K
B
100 K
C
0 K
D
273 K
Slide 5 - Quiz
vloeibaar
vast
gas
Slide 6 - Drag question
Je gaat ijs verwarmen. In welke volgorde komen de faseovergangen dan voor?
A
eerst smelten, dan condenseren
B
eerst smelten, dan stollen
C
eerst smelten, dan verdampen
D
eerst verdampen, dan condenseren
Slide 7 - Quiz
Waarop let een ontwerper bij de keuze van het materiaal?
A
de eigenschappen van het materiaal
B
elektrische geleiding en roestwerend
C
goedkoop en licht in gewicht
Slide 8 - Quiz
sleep naar juiste pictogram!
corrosief
lange termijn gezondheidsgevaarlijk
ontvlambaar
oxiderend
giftig
Slide 9 - Drag question
Je helpt met het schoonmaken en opruimen van de keuken. Waar laat je de aardappelschillen? Gebruik de tabel Klein chemisch afval, groente-, fruit- en tuinafval en recycling in BINAS 27
A
KCA
B
GFT
C
Plastic
D
Papier
Slide 10 - Quiz
Je helpt met het schoonmaken en opruimen van de keuken. Waar laat je het broodrooster dat kapot is? Gebruik de tabel Klein chemisch afval, groente-, fruit- en tuinafval en recycling in BINAS 27
A
GFT
B
Papier
C
KCA
D
Plastic
Slide 11 - Quiz
Welke van de volgende kenmerken is een stofeigenschap?
A
gewicht
B
lengte
C
smeltpunt
D
temperatuur
Slide 12 - Quiz
Een water ijsje ligt op tafel in de zon. Wat gebeurt met de snelheid van de moleculen tijdens het smelten?
A
wordt kleiner
B
wordt groter
C
verandert niet
D
hangt van het soort ijs af
Slide 13 - Quiz
Herhaling vorig hoofdstuk...
Hoe ziet de opbouw van een stof eruit?
stof
atoom
molecuul
Slide 14 - Drag question
Zet op volgorde van groot naar klein
molecuul
stof
atoom
Slide 15 - Drag question
vuur, open vlam en roken verboden
Verboden te eten en drinken
Schadelijke of irriterende stoffen bord.
geen toegang
Slide 16 - Drag question
Een stofeigenschap
Géén stofeigenschap
Kleur
Geur
Massa
Smaak
Hardheid
Dichtheid
Volume
Vorm
Slide 17 - Drag question
cm3
gram
gram/cm3
massa
volume
dichtheid
Slide 18 - Drag question
De dichtheid van Nikkel bij kamertemperatuur is:
A
8,90 g/cm3
B
1726 g/ cm3
C
310 g/cm3
D
0.46 g/cm3
Slide 19 - Quiz
Wat is dichtheid?
A
De hoeveelheid stof per 1 gram
B
De hoeveelheid stof die je weegt
C
De hoeveelheid stof per 1 cm3
D
De hoeveelheid stof die je ziet
Slide 20 - Quiz
Wat is de grootheid
A
dichtheid
B
frequentie
C
volume
D
vermogen
Slide 21 - Quiz
De eenheid van dichtheid is...
A
g/cm3
B
cm3/g
Slide 22 - Quiz
De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal Wat kun je zeggen over de dichtheid?
A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft
Slide 23 - Quiz
A
Natuurkundig proces
B
Chemische reactie
Slide 24 - Quiz
Chemische Reactie
Geen chemische reactie
Slide 25 - Drag question
Waarom zit er ruimte tussen de railstaven?
Slide 26 - Open question
Waarom droogt verf sneller als je hem ergens opsmeert?
Slide 27 - Open question
Hoe heet een legering van koper en tin?(tabel 26 binas)
Slide 28 - Open question
Slide 29 - Video
01:15
Waar worden kunststoffen van gemaakt?
Slide 30 - Open question
03:28
Waar let men op bij de productie van kunststoffen?
Slide 31 - Open question
Kunststoffen worden steeds meer toegepast. De nieuwste vliegtuigen bestaan voor het grootste deel uit kunststoffen. Schrijf drie voordelen op waarom kunststoffen steeds vaker gebruikt worden
Slide 32 - Open question
Peter en Anneke hebben een nieuwe keuken gekocht. Het aanrechtblad is van graniet gemaakt. Het blad heeft een oppervlak van 3,8 m² en een volume van 0,14 m³. Graniet heeft een dichtheid van 2700 kg/m³. De dichtheid geeft aan hoeveel kg één m³ graniet weegt. De massa van een voorwerp bereken je met de volgende woordformule: massa = dichtheid x volume Bereken de massa van dit aanrechtblad!
Slide 33 - Open question
Op verpakkingsmateriaal staat soms dit pictogram. Wat betekent het pictogram. Gebruik BINAS vmbo-basis, tabel 27
Slide 34 - Open question
Wat is een legering?
Slide 35 - Open question
Hoe heet het kleinste deeltje van een stof met alle eigenschappen van die stof?