7 feb Thema 4 Evolutie B5 Onderzoek naar evolutie

Thema 4 Evolutie

B5
Onderzoek naar evolutie
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 4 Evolutie

B5
Onderzoek naar evolutie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Leerdoelen B5
- Je kent enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap
- Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten
- Je kunt een stamboom en een cladogram aflezen en construeren

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Onderzoeksmethoden
Evolutietheorie biedt een verklaring voor waarnemingen verkregen uit:

  1. Vergelijking van de bouw van organismen (anatomie)
  2. Biochemische analyses
  3. Fossielen (extra)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Rudimentaire organen
Als organen hun functie verloren hebben in de loop van de tijd, kunnen deze nog wel aangelegd worden, maar zich niet verder ontwikkelen: rudimentaire organen.

Deze hebben ook een gelijke embryonale ontstaanswijze en duiden dus ook op een gemeenschappelijke voorouder.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Biochemie
Argumenten die pas de laatste halve eeuw verzameld zijn:

- in alle cellen vindt mitose en meiose op dezelfde manier plaats
- Organismen worden uit dezelfde stoffen opgebouwd. Hoe groter de overeenkomst in stoffen, hoe groter de verwantschap.
- DNA van mensen wordt enkelstrengs gemaakt en ander DNA wordt toegevoegd. Mate van reageren wordt bepaald.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Waarom rRNA beter dan cytochroom c?
- rRNA: ribosomaal RNA, de stof waar de ribosomen van gemaakt zijn
- Cytochroom c, enzym dat een rol speelt bij verbranding in de mitochondriën


Dus waarom kun je beter rRNA gebruiken dan cytochroom c om verwantschap te onderzoeken?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Samenvattend
- Homologe organen vertonen een overeenkomst in bouw die voortkomt uit een zelfde embryonale ontstaanswijze. 

- Verschillende functies zijn ontstaan als aanpassing aan een verschillend milieu. 

- Analoge organen hebben eenzelfde functie, maar een totaal verschillende bouw. Deze is ook niet terug te vinden in een gemeenschappelijke voorouder.

Slide 24 - Slide

Afstamming mens

-De mens stamt niet af van de mensapen, we hebben wel een gemeenschappelijke voorouder. Van hieruit hebben de apen zich ontwikkeld en als aparte groep de mensen.


- Fossielen (versteende overblijfselen of afdrukken in gesteente) hebben veel geleerd over de ontwikkeling van de mens.


- Een belangrijke stap was het rechtop gaan lopen en koken van ons eten.

Slide 25 - Slide

Cladogram/stamboom

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Waar begon het leven op aarde waarschijnlijk?
A
In de ruimte
B
In de lucht
C
In het water
D
Op het land

Slide 28 - Quiz

Wat is evolutie?
A
het veranderen van gedaante bij een organisme
B
ontwikkeling die een organisme tijdens zijn leven doormaakt
C
het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van soortenThis is a correct answer
D
het groter worden van een populatie

Slide 29 - Quiz

Wat is geen onderdeel van de evolutietheorie?
A
veranderingen in genotype
B
Natuurlijke selectie
C
Ontstaan van nieuwe soorten
D
Verandering in fenotype

Slide 30 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van het evolueren van een soort?
A
Giraffen hebben door de eeuwen heen een langere nek gekregen
B
ijsberen hebben steeds lichtere vacht gekregen
C
kikkers zijn vanuit eitjes in kikkervisjes veranderd
D
berkenspanners (vlinders) hebben donkere vleugels gekregen

Slide 31 - Quiz

Hoe planten meercellige schimmels zich voort?
A
Door zaden
B
Door deling
C
Door sporen
D
Door uitlopers

Slide 32 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een stroming die evolutie en schepping probeert te combineren?
A
Degeneratie
B
Neodarwinisme
C
Naturalisme
D
Intelligent design

Slide 33 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met "Survival of the fittest"?
A
De best aangepaste organismen overleven
B
Als je te weinig sport ga je dood
C
De snelste organismen overleven
D
De best aangepaste organismen overleven en planten zich voort.

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Fossielen
  • Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteenten.
  • Door paleontologie leveren deze veel informatie, zoals de ouderdom van het gesteente, hoe het fossiel behandeld moet worden.
  • Gidsfossielen zijn fossielen die kenmerkend zijn voor een bepaalde periode en daardoor tijdsbepaling leveren.

Slide 36 - Slide

Trilobiet
Gidsfossiel voor het Cambrium

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Link

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide