This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Lichamelijk onderzoek Hart
Voorbereidend coschap
Slide 1 - Slide
Beschrijf de route door het hart van een zuurstofarme erytrocyt
Slide 2 - Open question
Bloedsomloop
Slide 3 - Slide
Wat gebeurt er tijdens de systole?
A
Toename ventriculair volume
B
Afname ventriculair volume
Slide 4 - Quiz
Welke kleppen sluiten bij het begin van de systole?
A
AV-kleppen
B
Aortaklep & pulmonalisklep
Slide 5 - Quiz
Wanneer hoor je de eerste harttoon?
A
Begin systole
B
Eind systole
C
Begin diastole
D
Eind diastole
Slide 6 - Quiz
Wat gebeurt er aan het begin van de diastole?
A
Sluiten AV-kleppen
B
Contractie Ventrikels
C
Sluiten aortaklep
D
Openen aortaklep
Slide 7 - Quiz
Inspectie
Slide 8 - Slide
Welk deel van het hart ligt tegen de thoraxwand aan?
A
Rechter atrium
B
Rechter ventrikel
C
Linker atrium
D
Linker ventrikel
Slide 9 - Quiz
Waaraan kan je pathologie van het hart herkennen bij inspectie?
Slide 10 - Open question
In welke intercostaal ruimte ligt de apex?
A
3e ICR rechts
B
4e ICR links
C
5e ICR links
D
6e ICR rechts
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
A
Endocarditis
B
Pericarditis
C
Aortaklepstenose
D
Mitralisklepinsufficientie
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Wat zie je hier?
A
Pectus excavatum
B
Pectus carinatum
C
Normale thorax
D
Tonvormige thorax
Slide 15 - Quiz
Palpatie
Slide 16 - Slide
Op welke plek verwacht je bij een gezond persoon de puntstoot te voelen?
A
4e/5e IC ruimte binnen de MCL
B
3e/4e IC ruimte binnen de MCL
C
4e/5e IC ruimte buiten de MCL
D
3e/4e IC ruimte binnen de MCL
Slide 17 - Quiz
Noem oorzaken van een vergroot hart?
Slide 18 - Open question
Bij welke afwijking aan het hart kan de apex binnen de mid-claviculair lijn liggen terwijl er wel sprak eis van een vergroot hart?
A
Linker ventrikel hypertrofie
B
Dilatatie linker ventrikel
C
Pericarditis
D
Aortaklepstenose
Slide 19 - Quiz
Auscultatie
Slide 20 - Slide
Op welke plek hoor je de aortaklep het beste bij auscultatie?
A
3e ICL parasternaal
B
2e ICR parasternaal
C
2e ICL parasternaal
D
Apex
Slide 21 - Quiz
Hoe kun je een fysiologische 3e harttoon onderscheiden van een pathologische?
A
Deze verdwijnt bij staan
B
Deze verdwijnt bij liggen
C
Deze verdwijnt niet bij staan
D
Deze verdwijnt niet bij liggen
Slide 22 - Quiz
Bij auscultatie van het hart hoort u een duidelijk gespleten 2e toon. De splijting verdwijnt tijdens de inspiratie. Bij welke aandoening komt dit voor?