4.4 En het milieu?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

§ 4.4 En het milieu?

Leerdoelen:

• Welke milieuschade mensen veroorzaken
• Wat duurzaam produceren inhoudt
• Wat het nut is van recycling
• Wat bedoeld wordt met maatschappelijke kosten

Welke vormen van milieuschade zie jij op de afbeelding?

§ 4.4 En het milieu?

De negatieve gevolgen van ons gedrag voor het milieu noem je milieuschade.

Mensen veroorzaken milieuschade door:

• vervuiling van lucht, water en bodem
  
• energieverbruik
  
• verbruik van grondstoffen
  
• afval
  

Welke vorm van vervuiling is:
Afval in de sloot gooien

1. Afval
2. Verbruik van grondstoffen
3. Energieverbruik
4. Vervuiling van lucht, water en bodem

Welke vorm van vervuiling is:
Je supermarkt bonnetje op de stoep gooien

1. Afval
2. Verbruik van grondstoffen
3. Energieverbruik
4. Vervuiling van lucht, water en bodem

Duurzaam produceren is

1. Het hergebruiken van stoffen
2. Productie wat veel kost
3. Produceren zonder schade voor het milieu
4. Produceren voor het milieu

§ 4.4 En het milieu?

Duurzaam produceren betekent produceren zonder schade voor mensen en milieu.

Dus: geen vervuiling van lucht, water en bodem, minder of geen energieverbruik, minder verbruik van grondstoffen en minder afval.

§ 4.4 En het milieu?

Van veel afval kunnen nieuwe materialen gemaakt worden. Dit noem je recycling.

Voordelen van recycling:

• Er worden minder grondstoffen uit de natuur gehaald.
  
• Er hoeft minder afval verbrand te worden.
  

Recycling is een voorbeeld van duurzaam produceren.

§ 4.4 En het milieu?

Wie rommel maakt moet het zelf opruimen. Dat geldt ook voor consumenten en bedrijven. De overheid heeft hiervoor milieuregels opgesteld, zoals: de vervuiler betaalt.

Niet altijd is de vervuiler bekend. Dan draait de samenleving voor de kosten van milieuschade op. Dan is er sprake van maatschappelijke kosten.

Vervuilde rivieren en je weet niet welke fabriek in de rivieren afval gestort heeft.

§ 4.4 En het milieu?

Aan de slag!

Maken van de opdrachten van § 4.4