8. Hoofdstuk 3 - Theater & de werkelijkheid

Les 8 - H3 Theater & de werkelijkheid






Theaterles Stad & Esch
1 / 7
next
Slide 1: Slide
TheaterMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

This lesson contains 7 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 8 - H3 Theater & de werkelijkheid






Theaterles Stad & Esch

Slide 1 - Slide

Leerdoel & planning
Lesduur: 1 lesuur
Leerdoel: je leert hoe theater & de werkelijkheid zich kunnen verhouden en kunt dit herkennen in theater,

Planning:
  1. Uitleg theater & werkelijkheid
  2. Filmpje
  3. Oefening

Slide 2 - Slide

Theater & de werkelijkheid
Theater is altijd de visie van de maker op de werkelijkheid. Theater kan op verschillende manieren verwijzen naar de werkelijkheid:

  1. Nabootsing - directe verwijzing, realistisch
  2. Typering - eigenschap vergroten
  3. Omkering - niet het voorspelbare, maar het onverwachte gebeurt
  4. Oefensituatie - rollenspel om de werkelijkheid te oefenen
  5. Metafoor - symbolische verwijzing
  6. Vrije verbeelding - volledig je fantasie gebruiken

Slide 3 - Slide

Metafoor
Een metafoor is een indirecte verwijzing naar de werkelijkheid. Je noemt het ook wel beeldspraak of symbolische betekenis. Je gebruikt een metafoor figuurlijk, je schets een beeld.

Bijv:
  • Deze sporter ging als een tornado door de verdediging van de tegenstander.
  • Hij vocht als een leeuw.
  • De Tesla vloog over de snelweg.
  • De hagel was zo groot als pingpongballen
  • Hij eet als een varken
  • Zijn woorden waren zo scherp als een mes.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Oefening 'de werkelijkheid'
De spelsituatie:
Een tiener mag van zijn ouders niet naar een feestje, maar gaat stiekem toch.

Speel de scène in een van de volgende vormen, je krijgt er eentje toegewezen.
  1.     Nabootsing - directe verwijzing, realistisch
  2.     Typering - eigenschap vergroten
  3.     Omkering - niet het voorspelbare, maar het onverwachte gebeurt
  4.     Oefensituatie - rollenspel om de werkelijkheid te oefenen
  5.     Metafoor - symbolische verwijzing
  6.     Vrije verbeelding - volledig je fantasie gebruiken



Slide 6 - Slide

Presenteren / voortgang
  • We presenteren de scènes.
  • Welke vorm van werkelijkheid zag je en waar zag je dat aan?

Slide 7 - Slide