Leçon 12: Les animaux

Les animaux
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les animaux

Slide 1 - Slide

Bonjour
In deze les ontdekken we de Franse dieren. De bedoeling van deze les is dat je leert om dieren in het Frans te benoemen en te vertellen of je huisdieren hebt.

In de volgende dia beginnen we met woordenschat. Maak de memory en zoek de dieren op. (Zie ook woordenlijst op magister)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Voici Tintin
      - Tintin est un chien.
      -  Il a quatre ans.
      -  Il habite à Hilversum.
      -  Il est grand
      -  Il est super sympa!

Slide 4 - Slide

Wat kan je vertellen over Tintin, noem 5 dingen.

Slide 5 - Open question

Uitspraak, prononciation
In de volgende dia, klik je op de site.

Je ziet op deze site 4 categorieën “La ferme, La nature, les insectes et la mer”. Bij elk van de 4 categorieën horen dieren. Je klikt eerst bij de categorie op “vocabulaire” en klikt dan op elk dier, dan hoor je hoe je in het Frans de naam van het dier uitspreekt, ook zie je hoe je het schrijft. Als je alle dieren hebt gehad klik je bij dezelfde categorie op “exercice”. Je klikt dan op elke koptelefoon en plaatst het juiste dier ernaast. Deze twee stappen doe je bij elk van de 4 categorieën.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Tu as un animal?
Oui, j'ai un chat
Non, je n'ai pas d'animal... :(
Nee ik heb geen dier... :(

Slide 8 - Slide


Ik heb een hond =
A
J'ai un chien
B
Je suis un chien
C
Je veux un chien
D
Je mange un chien

Slide 9 - Quiz

Tu as un animal? Kies uit:

1. Oui j'ai un/une .....(naam van het dier)
2. Non je n'ai pas d'animal.
Voeg een plaatje toe van je huisdier, als je er geen hebt zoek dan een afbeelding van een huisdier die je graag zal willen hebben en zet de Franse naam van het dier erbij.

Slide 10 - Open question

C'est la fin!
Un Ours
Een beer

Deux ours
Twee beren

Slide 11 - Slide