Rechten en plichten cursus 3.3

1 / 24
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide


Slide 3 - Slide

Programma:
- Wie heeft huiswerk gemaakt én ingeleverd?
- Uitleg lesstof cursus 3.3 rechten en plichten
- Huiswerkbespreking:
2B: opdrachten 2, 3, 4, 5, 6 8, 9, 10, 12 en 13 
2A: opdrachten 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9

Slide 4 - Slide

Grondwet
Hierin staan de belangrijkste rechten en plichten van burgers.
ook staat hierin hoe het land bestuurd wordt.

Slide 5 - Slide

Rechtsstaat
Iedereen in Nederland moet zich aan de wet houden.
De grondwet geldt niet alleen voor burger, maar ook voor de overheid. 
Als burgers het niet met elkaar eens zijn of met de overheid kan kunnen ze aan de rechter vragen wie gelijk heeft.

Slide 6 - Slide

Grondwet van 1798
De eerste grondwet in Nederland werd gemaakt na de Bataafse Revolutie.
Tijdens de Bataafse Revolutie kwamen de patriotten (mensen die opkomen voor hun land) aan de macht. Stadhouder Willem V moest vluchten.

Slide 7 - Slide

Grondrechten
Dit zijn de rechten die in de grondwet staan.
b.v. Artikel 1
Allen die zich in Nederland bevinden worden in gelijk gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Slide 8 - Slide

andere grondrechten

vrijheid van godsdienst
vrijheid van drukpers
vrijheid van meningsuiting
vrijheid van onderwijs

Slide 9 - Slide

Grondwet van 1814
in 1814 werd Napoleon verslagen
de zoon van stadhouder Willem V werd koning Willem I
Willem I had veel macht

Slide 10 - Slide

Regeringsleider
Koning Willem I was regeringsleider = hoofd van de regering


Slide 11 - Slide

ministers
Willem I was hoofd van alle ministers
een minister is lid van de regering en bestuurder van een land
nu b.v. minister van onderwijs, minister van defensie

Slide 12 - Slide

parlement
volksvertegenwoordiging
Wie namens het volk (de gewone mensen)
mochten mee denken/ mee beslissen
Willem I koos de mensen die precies deden wat hij wilde

Slide 13 - Slide

Koninkrijk
Nederland werd een koninkrijk 
een land waarover een koning regeert

Slide 14 - Slide

Democratische Revoluties
Veel burgers vonden dat de koning te veel macht had. In 1848 braken overal in europa democratische revoluties uit.
Democratische revolutie = verandering waarbij het volk de macht krijgt

Slide 15 - Slide

Nieuwe grondwet 1848
Nederlandse koning ook bang voor een opstand.
Hij besluit dat de inwoners van Nederland voortaan mogen kiezen wie in het parlement kwam.
Dit kwam in de nieuwe grondwet te staan.

Slide 16 - Slide

Parlementaire democratie
Het volk heeft de macht via een gekozen parlement (volksvertegenwoordiging)

Slide 17 - Slide

nieuw in de grondwet 1848

parlementaire democratie = gekozen parlement. Volk de baas
de koning niet meer de leiding over de regering
de minister-president de leiding over de regering
koning is wel staatshoofd maar veel minder macht

Slide 18 - Slide

nieuw in de grondwet in 1983
In de grondwet komt te staan dat de overheid voor burgers moest zorgen.
De nieuwe grondrecht verplichtten de overheid om voor de burgers moesten zorgen (sociale grondrechten)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Prinsjesdag
derde dinsdag in september. De Koning leest in de Ridderzaal in Den Haag de troonrede voor. Daarin staan de belangrijkste plannen van de regering.
De minister van Financiën presenteert de miljoenennota. 

Slide 21 - Slide

begrippen bij Prinsjesdag

Troonrede = de belangrijkste plannen van de regering, voorgelezen door de koning.
Rijksbegroting= een overzicht van te verwachte inkomsten uitgaven voor het komend jaar.
Miljoenennota = de toelichting, uitleg van de rijksbegroting

Slide 22 - Slide

Huiswerk bespreken van 3.3:
2B: opdrachten 2, 3, 4, 5, 6 8, 9, 10, 12 en 13
2A: opdrachten 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9

Slide 23 - Slide

Huiswerk voor komende vrijdag:
2A: Test je zelf op blz. 112 en 113
2B: Test je zelf op blz. 124 en 125
Antwoorden zet je in Word en lever je in via It's Learning of per mail naar roej@marnecollege.nl. Controle: is voor een cijfer!

Slide 24 - Slide