8.1 Opbouw en afbraak van stoffen in ecosystemen 4V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 8.1 Opbouw en afbraak van stoffen in ecosystemen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 8.1 Opbouw en afbraak van stoffen in ecosystemen

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 8
8.1 Opbouw en afbraak van stoffen in ecosystemen
8.2 Energie in ecosystemen (lastig!)
8.3 Kringlopen en water (lastig!)
8.4 Veranderende ecosystemen

Slide 2 - Slide

Lesdoel 8.1 Je kunt
  • uitleggen hoe stoffen zoals koolstof en stikstof via kringlopen door een ecosysteem gaan.
  • uitleggen hoe energiestromen in een ecosysteem verlopen.
  • factoren beschrijven die invloed hebben op de afbraak van organische stoffen.



Slide 3 - Slide

Ecosysteem
Ecosysteem:
-> Afgegrensd gebied
-> Waar organismen leven
-> In wisselwerking met elkaar (biotische factoren) en abiotische factoren
-> Die wisselwerking leidt tot (gesloten) kringlopen


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Reducenten: 
Zetten al het organische materiaal om in anorganisch materiaal.
Bacteriën en schimmels
Detrivoren/ detrituseters: Consumenten die leven van dood organisch materiaal

Detritus: Dood organisch materiaal


Consumenten:
Herbivoren/ carnivoren/ omnivoren



Producenten:
Zetten anorganische stoffen om in organische stoffen

Planten/ algen en sommige bacteriën
Energie van de zon wordt omgezet naar chemische energie en warmte. Elke schakel in het ecosysteem verbruikt chemische energie en geeft warmte af.
Anorganische stoffen
Organische stoffen
Energie

Slide 6 - Slide

Organische stoffen
Anorganische stoffen

Slide 7 - Slide

Energie
Organische stoffen
Anorganische stoffen
(voortgezette) assimilatie
Chemische reactie
dissimilatie
Energie
Foto-autotroof                                    Chemo-autotroof

Slide 8 - Slide

Film
Beschrijf wat je ziet.

Gebruik de woorden organische stoffen, anorganische stoffen, consument(en), reducenten, afvaleters 


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Film
Beschrijf wat je ziet.

Gebruik de woorden organische stoffen, anorganische stoffen, consument(en), reducenten, afvaleters 


Slide 11 - Slide

Composteren
Composteren, het gecontroleerd afbreken van organische stoffen, gebeurt door de reducenten. De zo gevormde compost levert weer vruchtbare aarde voor plantengroei.

Slide 12 - Slide

Lees zelf:
"Factoren die afbraak beïnvloeden (alinea boek paragraaf 8.1)"
Beschrijf de vier factoren in je eigen woorden.

Slide 13 - Slide

Huiswerk
In de online methode.
Maak de opdrachten van 
8.1: Leerroute B 


Slide 14 - Slide