Les 5 Groepsfasen en groepsrollen

• SOVA
• MBO
• Studiejaar 1

Groepsfasen en groepsrollen 

Aanwezigheid

Doelstelling

1. Ik ken de fasen van het groepsproces met eigen voorbeelden.
2. Ik weet wat groepsrollen zijn en hoe ik die in verschillende categorieën kan verdelen.
3. Ik weet wat rolpatronen zijn en wat rolverstarring is.
4. Ik kan verschillende rolconflicten onderscheiden.

Opdracht 1

Maak een eigen observatieformulier en observeer minimaal 2 speel/spelsituaties op DP of een speelplaats.

Voeg de ingevulde observatielijsten toe aan je verslag en schrijf een conclusie van minimaal een A4.

Gebruik voor de evaluatie theorie over de doelgroepen (zie ook periode 2) en de theorie van les 1 Speelwerelden en belevingswereld.

Opdracht 2

Neem je eigen pitch op waarin jij aangeeft welke leiderschapsstijl uit de test komt en geeft met voorbeelden aan of dit wel of niet klopt. Vertel verder in je pitch wat jouw leiderschapskwaliteiten zijn en wat je nog wil leren. Stuur de link van je pitch naar je docent en  zet het in het verslag.

STUUR LINK

Groepsproces 

1. Oriëntatie                      Onzekerheid , aftasten
2. Opstand                          Irritatie, spanning, ,macht, conflicten
3. Eenheid                           Overeenstemming, prestatie
4. Samenwerking            Samenwerken
5. Beëindiging                   Einde. 

Rollen 

Verwachtingen die mensen hebben over gedrag dat iemand in een bepaalde positie moet vertonen:

- maatschappelijke rollen

Bijvoorbeeld: leraar, advocaat, dokter enz.

- groepsrollen

Bijvoorbeeld: leider, lolbroek, meeloper

Rolverwachting 

- rolpatroon:

Een min of meer vast patroon van rollen.

- rolverstarring:

Je komt niet meer van je rol af ook al doe je nog zo je best

Soorten groepsrollen 

Kijk het filmpje over groepsrollen van Belbin.

Maak daarna de test, link staat in de chat. 

Welke twee rollen komen het hoogst uit de test?

Inter-rollenconflict:

Een conflict tussen rollen. Voorbeeld: Zussen volleybal: trainster en speelster

Op 1 moment heb je meerdere rollen in een situatie die met elkaar in conflict kunnen komen.

 jouw rol.

 Intra-rollenconflict

Verwachting van een rol verschillend. Voorbeeld: Personeelsfunctionaris. Baas wil dat de belangen van de organisatie voorop staan en werknemers willen dat hun belangen voorop staan.

Op 1 moment hebben mensen om je heen verschillende verwachting over

Beschrijf kort wat je tijdens deze les heb geleerd