grammatica 1: valentie (drie rollen)

Grammatica 
De betekenisrollen van een zelfstandig werkwoord.



1 vwo




1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica 
De betekenisrollen van een zelfstandig werkwoord.



1 vwo




Slide 1 - Slide

Doel van deze les
Aan het einde van deze les...
  • ...kan je verschillende rollen van  werkwoorden bepalen.
  • ...kan je zelf zinnen met een lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp maken.

Slide 2 - Slide

betekenisrollen van werkwoorden bepalen

Slide 3 - Slide

Welke werkwoorden of handelingen zie je?
Beeld de werkwoorden 🙊 in stilte uit.

Denk na: 
Wat heb je bij deze werkwoorden nodig?

Slide 4 - Slide

Alleen
Beeld de werkwoorden 🙊 in stilte uit.

Denk na: 
Wat heb je bij deze werkwoorden nodig?






Slide 5 - Slide

Samen
De betekenis van een werkwoord roept een aantal rollen op die nodig zijn om het werkwoord/de handeling uit te voeren.


⤵️⤵️⤵️⤵️


Slide 6 - Slide

Lezen
  • Beeld het werkwoord lezen uit. 
  • Wat heb je nodig om te lezen?

Slide 7 - Slide

Lezen
Hoeveel rollen heeft lezen?
  • Lezen heeft 2 rollen: Je hebt iemand nodig die leest en iets nodig wat gelezen wordt (boek, laptop of telefoon)
  • werkwoord 'roept op -->  onderwerp + lijdend voorwerp.
  • Het kind leest een boek

Slide 8 - Slide

Springen
  • Beeld het werkwoord springen uit. 
  • Wat heb je nodig om te springen?

Slide 9 - Slide

Springen
Hoeveel rollen heeft springen?
  • Springen heeft 1 rol: Je hebt alleen iemand nodig die staat.
  • --> werkwoord: onderwerp
  • De kinderen springen

Slide 10 - Slide

Geven
  • Beeld het werkwoord geven uit. 
  • Wat heb je nodig om te geven?

Slide 11 - Slide

Geven
Hoeveel rollen heeft geven?
  • Geven heeft 3 rollen. Je hebt iemand nodig die geeft, iets nodig om te geven en iemand nodig aan wie je geeft.
  • --> werkwoord: onderwerp + lijdend voorwerp + meewerkend voorwerp
  • Het broertje geeft een cadeau aan zijn zusje

Slide 12 - Slide

Lachen
  • Beeld het werkwoord lachen uit. 
  • Wat heb je nodig om te lachen?

Slide 13 - Slide

Lachen
Hoeveel rollen heeft lachen?
  • Lachen heeft  1 rol: Je hebt alleen iemand nodig die lacht.
  • --> werkwoord: onderwerp
  • De baby lacht

Slide 14 - Slide

zelf zinnen maken
-werkwoord
-onderwerp
OPDRACHT: Zelf zinnen maken
werkwoord (krijg je)
- onderwerp (bedenk je zelf)
- lijdend voorwerp (bedenk je zelf)
- meewerkend voorwerp (bedenk je zelf)

Slide 15 - Slide

zelf zinnen maken
-werkwoord
-onderwerp
ZELF ZINNEN MAKEN
werkwoord (krijg je)
- onderwerp (bedenk je zelf)
- lijdend voorwerp (bedenk je zelf)
- meewerkend voorwerp (bedenk je zelf)
Wat heb je nodig: 
Hoe: 




Tijd:
Samenwerken:
Hulp nodig:
Eerder klaar: 

 Werkwoordkaartjes en 3 vellen papier
  1. Leg eerst alle werkwoorden op het juiste blad (hoeveel betekenisrollen?)
  2. Ga dan zinnen maken. Bij 1 rol bedenk je alleen een OW, bij 2 rollen bedenk je een OW en een LVW, bij 3 rollen bedenk je een OW, LVW en MWV.
10 minuten
In tweetallen
Eerst proberen samen op te lossen, dan hulp vragen (steek je 🖐️ op)
Maak een paar zinnen mooier met sfeervolle bijvoeglijke naamwoorden 

Slide 16 - Slide


1 rol


1. Iemand of iets
OPDRACHT 
stap 1: Leg eerst alle kaartjes op blad met de juiste betekenisrol
stap 2: Maak dan zinnen met de werkwoorden op de kaartjes. Schrijf ze op het blad.
Klaar? Maak een paar zinnen mooier met sfeervolle bijvoeglijke naamwoorden 



2 rollen

1. Iemand of iets
+
2. Iets


3 rollen

1. Iemand of iets
+
2. Iets
+
3. Aan... of Voor...
kaartjes 👇

Slide 17 - Slide

Lesdoelen behaald?

  • ...kan je verschillende rollen van zelfstandige werkwoorden bepalen?
  • ...kan je zelf zinnen met een lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp maken?


"Ik geef aan jullie een compliment"

Slide 18 - Slide

De doelen voor deze les:
Ik kan de drie rollen die een zelfstandige werkwoord oproept bepalen
Ik kan zelf zinnen met een lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp maken.
Ik heb lesdoel 1 behaald.
Ik heb lesdoel 1 en lesdoel 2 behaald.
Ik wil nog wat extra uitleg.
Ik wil nog wat meer oefenen.

Slide 19 - Poll

Huiswerk? Lekker lezen in je boek en goed slapen.

Slide 20 - Slide