13/04 werkwoordspelling

Deze les:
  • Presentaties Yinthe en Maurits
  • Bespreken tips en tops 
  • Uitleg nieuwe stof  
  • Oefenen, oefenen, oefenen!


Vandaag
  • Persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd
  • Voltooid deelwoord
  • Onvoltooid deelwoord
  • Werkwoord bijvoeglijk gebruikt
Aan het einde van deze les kun je deze vormen goed spellen: 
Programma:
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deze les:
  • Presentaties Yinthe en Maurits
  • Bespreken tips en tops 
  • Uitleg nieuwe stof  
  • Oefenen, oefenen, oefenen!


Vandaag
  • Persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd
  • Voltooid deelwoord
  • Onvoltooid deelwoord
  • Werkwoord bijvoeglijk gebruikt
Aan het einde van deze les kun je deze vormen goed spellen: 
Programma:

Slide 1 - Slide

Tips en tops
  • Noem 1 top en twee tips 
  • probeer je tips zo te formuleren: 'ik hoorde/zag dat je (...), daar zou je volgende keer op kunnen letten.' 

Slide 2 - Slide

Uitleg werkwoord bijvoeglijk gebruikt
We hebben de foto uitvergroot.
De uitvergrote foto.

De boom is gevallen.
De ... (vallen) boom

De lootjes zijn helaas al verloot.
De ... (verloten) lootjes.
  • Schrijf zo kort mogelijk op!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Oefenen
Twee opties: 
  1. Ga naar Plot26, klik in het hoofdmenu op 'app werkwoordspelling' > ga verder waar je gebleven was.
  2. Ga naar Nieuwe Nederlands via leermiddelen, dan naar planning, klik op werkwoordspelling HS 6, 1ha1 > begin met oefenen.
Morgen hebben jullie het SO! De vormen die je goed moet kunnen spellen: 
  • pv in de tegenwoordige tijd
  • pv in de verleden tijd (sterke + zwakke werkwoord)
  • voltooid deelwoord 
  • onvoltooid deelwoord 
  • bijvoeglijk gebruikt werkwoord
Deze les nieuwe regels over:  
  • Werkwoord bijvoeglijk gebruikt

Slide 5 - Slide

Quiz met alle vormen door elkaar 
De brandweer ... (blussen) de brand. 
(onvoltooid tegenwoordige tijd)

Heb je een foutje? Noteer in je schrift de tijd. 
Vb. Je schreef 'De brandweer blusd de brand' 
Dan heb je een fout gemaakt in de onvoltooid tegenwoordige tijd. Schrijf op: ott

Slide 6 - Slide

Zij heeft heel haar huis in haar eentje ... (verven).
(Voltooid tegenwoordige tijd)

Slide 7 - Open question

Deze plant ... (worden) elk jaar weer groter.
(onvoltooid tegenwoordige tijd)

Slide 8 - Open question

Waar ben ik nu weer in ... (belanden)?
(onvoltooid tegenwoordige tijd)

Slide 9 - Open question

Door de vulkaanuitbarsting is Pompei nu een ... stad
A
verwoestte
B
verwoeste

Slide 10 - Quiz

... (bibberen) van de kou zat het meisje in het hoekje.
(onvoltooid deelwoord)

Slide 11 - Open question

De ... boom verspert nu de weg
A
gevallen
B
gevalle
C
gevale
D
gevalde

Slide 12 - Quiz

Wij ... (mogen) vroeger nooit tot zo laat uitgaan.
(onvoltooid verleden tijd)

Slide 13 - Open question

Hoe hebben jullie dat toch zo snel kunnen ... (repareren)?
(voltooid tegenwoordige tijd)

Slide 14 - Open question

Het ... deeg is nu eindelijk luchtig genoeg.
A
gekneede
B
gekneedde
C
geknede
D
geknedde

Slide 15 - Quiz

De wond ... (bloeden) hevig toen de ambulance aankwam.
(onvoltooid verleden tijd)

Slide 16 - Open question

Gelukkig werd de patiënt in het ziekenhuis goed ... (behandelen)
(voltooid verleden tijd)

Slide 17 - Open question

Een kind ... (blijven) in de ogen van zijn ouders altijd klein.

Slide 18 - Open question

De ... jongen lag bij de strandwacht uit te rusten.
A
gerede
B
geredde

Slide 19 - Quiz

Hebben jullie al voor het so'tje ... (leren)?
(voltooid tegenwoordige tijd)

Slide 20 - Open question

Mijn moeder ... (bidden) vorige week voor onze zieke hond.
(onvoltooid verleden tijd)

Slide 21 - Open question

Toen de bel ging, ... (rennen) we naar huis.
(onvoltooid verleden tijd)

Slide 22 - Open question