KA36: De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen

Hoe wil je werken?
  •  Wil je zelfstandig aan het kenmerkend aspect werken? Pak een groene kaart bij de docent en neem achteraan in het lokaal plaats. 
  • Wil je meedoen met de uitleg? Dan ga je vooraan in het klaslokaal zitten. 
  • Iedereen doet klassikaal met de LessonUp introductie mee - tot en met de slide met terminologie. 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe wil je werken?
  •  Wil je zelfstandig aan het kenmerkend aspect werken? Pak een groene kaart bij de docent en neem achteraan in het lokaal plaats. 
  • Wil je meedoen met de uitleg? Dan ga je vooraan in het klaslokaal zitten. 
  • Iedereen doet klassikaal met de LessonUp introductie mee - tot en met de slide met terminologie. 

Slide 1 - Slide

Welke groep mensen behoort tot de bourgeoisie?
A
Rijke burgers
B
Arme boeren
C
Werknemers
D
Studenten

Slide 2 - Quiz

Welke politieke stroming komt op voor de rechten van de arbeiders?
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Conservatisme
D
Confessionelen

Slide 3 - Quiz

Welke revolutie leidde tot het liberalisme?
A
Amerikaanse Revolutie
B
Industriële Revolutie
C
Russische Revolutie
D
Franse Revolutie

Slide 4 - Quiz

KA36: De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen
In de 19e eeuw ontstaan er diverse politiek-maatschappelijke stromingen; het socialisme, het liberalisme, het feminisme, het confessionalisme en het nationalisme. 

Slide 5 - Slide

Leerdoelen KA36
5. Je kunt het begrip ‘nationalisme’ uitleggen.
22. Je begrijpt de theorie van Marx en je kunt uitleggen in welk opzicht
sociaaldemocraten afwijken van Marx’ ideeën.
24. Je kunt uitleggen wat het uitgangspunt van het socialisme is.
31. Je kunt uitleggen wat het uitgangspunt van het liberalisme is.
36. Je kunt uitleggen wat het uitgangspunt van het confessionalisme is.

Slide 6 - Slide

Waarom is de ontwikkeling van 'het ontstaan van politiek maatschappelijke stromingen' nog steeds relevant voor de wereld van vandaag?

Slide 7 - Open question

Terminologie
  • Ontstaan van stromingen die zowel politiek als maatschappelijk actief worden
  • Socialisme, confessionalisme en feminisme voortkomend uit wens tot emancipatie
  • Liberalisme: opkomende burgerij
  • Nationalisme: natievorming

LD: 35

Slide 8 - Slide

Belang van het onderwerp
  • Sommige stromingen nog steeds zichtbaar in Nederland
  • Resultaten nog steeds zichtbaar in de huidige samenleving!
  • Natiestaat met democratie, algemeen kiesrecht en gelijke rechten. 
nvt

Slide 9 - Slide

Liberalisme
  • Vrije, ondernemende individu 
  • De staat moet zich zo min mogelijk bemoeien: nachtwaker
  • Verwierpen absolutisme, bestuur zou gevormd moeten worden door verantwoordelijke burgers
  • Tegen fanatisme en censuur, voor een parlementaire democratie met censuskiesrecht
LD: 31

Slide 10 - Slide

Socialisme
  • Marx' en Engels' Communistisch Manifest basis voor socialisme
  • Strijd tussen de bezittende (bourgeoisie) en niet-bezittende klasse (proletariaat) zou moeten uitmonden in een opstand!
  • Klassenstrijd zou gewonnen worden door het proletariaat
LD: 24

Slide 11 - Slide

Communisme
  • Na overgangsperiode zou ideale (communistische) samenleving ontstaan
  • Geen heersers of onderdrukten
  • Alle productiemiddelen gemeenschappelijk bezit
  • Geen beloning voor prestatie, maar ontvangen wat ze nodig hadden
LD: 24

Slide 12 - Slide

Splitsing
  • Arbeiders kregen het langzaam beter; prijzen dalen, lonen stijgen
  • Communisten blijven geloven in revolutie
  • Sociaaldemocraten: einddoel hetzelfde, maar in kleine stapjes via sociale wetten
  • Krijgen meer aanhang dan communisten
LD: 22

Slide 13 - Slide

Confessionelen
  • Geloof als uitgangspunt voor politieke idealen
  • Katholieken en protestanten
  • Na de Nederlandse Opstand waren de katholieken bij wet achtergesteld; pas bij de grondwet van 1848 werden zij gelijkgesteld
  • (Daarom zijn bijna alle kerken in Brabant van ná 1848)
LD: 36

Slide 14 - Slide

Nationalisme
  • Steven om alle mensen van hetzelfde volk in eigen staat samen te brengen
  • Gemeenschappelijke taal, cultuur en geschiedenis
  • Vaak gepaard met het uiten van trots op het eigen land
  • De moderne geschiedschrijving vind hier zijn oorsprong; waarom?
LD: 5

Slide 15 - Slide

Nationalisme en Imperialisme
  • Verspreiden van de eigen cultuur
  • Grootsheid van de natie moest tot uiting komen in een groot imperium
LD: 5

Slide 16 - Slide

Verzuiling
  • Opdeling samenleving in diverse politiek-maatschappelijke groepen met eigen verenigingen en organisaties
  • Oorzaak: wantrouwen tussen katholieken en protestanten
  • Zuilen: katholieken, protestanten, socialisten en liberalen (minst georganiseerde zuil)

Slide 17 - Slide

Voorbeeld verzuiling
  • Vereeniging van Arbeiders Radio Amateurs (VARA) - Socialisten
  • Algemene Vereniging Radio Omroep (AVRO) - Liberalen
  • Katholieke Radio Omroep (KRO)
  • Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep (VPRO)

Slide 18 - Slide

De Verlichting brengt zowel het socialisme als het liberalisme voort (als reactie op het absolutisme). Leg uit.

Slide 19 - Open question

Wat heeft emancipatie te maken met het ontstaan van politiek-maatschappelijke stromingen?

Slide 20 - Open question

Bedenk een reden waarom de Napoleontische tijd veel invloed heeft gehad op het ontstaan van het nationalisme in Europa.

Slide 21 - Open question

Bedenk een reden waarom de liberalen voorstander waren van een zo'n klein mogelijke overheid.

Slide 22 - Open question

Waarom steunden liberalen censuskiesrecht?
A
Om invloed van arme kiezers te verminderen
B
Om politieke macht te delen
C
Voor uitbreiding van stemrecht naar iedereen
D
Voor gelijke stemrechten voor vrouwen

Slide 23 - Quiz

Hoe wilden communisten hun doelen bereiken?
A
Door middel van economische hervormingen
B
Met geweld en terreur
C
Door middel van een revolutie
D
Via democratische verkiezingen

Slide 24 - Quiz

Wat is het belangrijkste uitgangspunt van het confessionalisme?
A
Het geloof
B
Sociale gelijkheid
C
Economische groei
D
Politieke macht

Slide 25 - Quiz

Wat is een eigenschap van de verzuiling?
A
Iedereen heeft dezelfde mening
B
Sociale groepen zijn sterk verdeeld
C
Zo veel mogelijk overheidsbemoeienis
D
Er is geen sociale cohesie

Slide 26 - Quiz