2V1 - Les 11 - STG

2V1 - 3 de diciembre, 2021 - STG
1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2V1 - 3 de diciembre, 2021 - STG

Slide 1 - Slide

Programa
  • Proefwerk Unidad 1
  • Herhaling regelmatige werkwoorden vervoegen
  • Wederkerende werkwoorden
  • A trabajar/ Deberes

Slide 2 - Slide

Proefwerk Unidad 1

Lees + luisterfragment? oordopjes mee!
voca 1.1 tm 1.3 (N-S)
Roze werkwoordenblad 1-15 (S-N)
Números 0-20 (NL-SP)
Persoonlijk voornaamwoord
Werkwoord: SER
Lidwoorden + enk/mv + uitzonderingen
Regelmatige werkwoorden op -ar, -er, -ir
Llamarse








Slide 3 - Slide

¿Cómo se dice?

1. Jij danst              - bailar

2. Wij eten              - comer

3. Hij woont           - vivir

4. Jullie drinken   - beber

5. Zij studeren      - estudiar

6. Ik schrijf              - escribir

Slide 4 - Slide

1.¿Dónde (trabajar, tú) _____________________ ?
2.Nosotros (bailar) __________________ ¿Pedro y tú(bailar) ____________ ?
3.Yo (estudiar) _____________________ inglés.
4.Las niñas (cantar) _____________________ muy bien.
5.¿ (escuchar, vosotros) _______________ normalmente música disco?
6.Mis padres (vivir) _______ en Perú. ¿Dónde (vivir) _______ tus padres?
7.¿Usted (trabajar) _____________________ aquí?
8.Juan y yo siempre (comer) _____________________ en un restaurante.
9.¿Verdad que vosotras no (escuchar) _________________ la radio?
10.Los estudiantes (escribir)________________ mucho. 

Slide 5 - Slide

Regelmatige werkwoorden vervoegen
Stap 1: Maak de stam van het hele werkwoord 
(Werkwoord - AR/ ER/ IR)
Stap 2: Kijk in de zin over welke persoon je iets wilt zeggen
Stap 3: Zet de juiste uitgang achter de stam 
(-AR/-ER/-IR werkwoord)

LET OP! Accenten bij ÁIS/ ÉIS/ ÍS

Slide 6 - Slide

pagina 22 (EB)

Slide 7 - Slide

Wederkerende werkwoorden
  • Wat is een wederkerend werkwoord?
  • Hoe herken je een Spaans wederkerend werkwoord?
  • Verschil regelmatig en wederkerend werkwoord?

Slide 8 - Slide

Wederkerende ww

ALTIJD 2 ANTWOORDEN

het wederkerende deel + vervoegd werkwoord




Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Tekst

Slide 11 - Slide

A trabajar/ deberes
Hacer: ejercicio 24 t/m 27
página 25-26

KLAAR?
Estudiar (leren) voor toets!

Slide 12 - Slide