Week 7: vragen stellen + reflecteren

Communicatie 3
Terugblik stageopdracht
Vragen stellen terugblik + verdieping
Uitleg stageopdracht 6.1
Checking vragen stellen 
Reflecteren
START + Korthagen
Checking





1 / 27
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 27 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Communicatie 3
Terugblik stageopdracht
Vragen stellen terugblik + verdieping
Uitleg stageopdracht 6.1
Checking vragen stellen 
Reflecteren
START + Korthagen
Checking





Slide 1 - Slide

Terugblik stageopdracht
Vertel!

Wat zijn jullie ervaringen?

Slide 2 - Slide

Vragen stellen
Wat weet je nog van de vorige module?
Open vragen
Gesloten vragen

Slide 3 - Slide

Vragen stellen
Vragen die je stelt dienen relevant, duidelijk, enkelvoudig, informatie-gevend en activerend te zijn.

Gesprek voorbereiden om te voorkomen dat je emoties de overhand nemen.

Slide 4 - Slide

Vragen stellen
OMA ( OMA thuislaten), dwz Niet Oordelen, Meningen en Adviezen geven!
ANNA mee nemen, dwz. Altijd Navragen, Nooit Aannemen!
En nieuw erbij is OEN:
OEN = Open, Eerlijk en Nieuwsgierig. Wees dus gewoon maar een OEN.

Slide 5 - Slide

Reflecterende vragen
Reflectieve vragen hebben de bedoeling iemand te beïnvloeden, bijvoorbeeld door aannames en veronderstellingen aan de orde te stellen, opties te verkennen en der- gelijke.
Daarbij is het uitgangspunt dat mensen door hun ervaringen (onbewust) veel meer weten dan ze denken te weten.

Slide 6 - Slide

Reflecterende vragen
  • Reflecteren op persoonlijk functioneren. Daarbij sta je vooral stil bij wie jij bent, wat je motivatie en je doelen zijn.
  • Reflecteren op beroepsmatig handelen.
  • Reflecteren op persoonlijk beroepsmatig handelen in de maatschappelijke context.

Slide 7 - Slide

Reflectief luisteren tips
  • Breng je reflectie stellend in plaats van vragend.
  • Baseer je reflectie niet alleen op wat je hoort, maar ook op non-verbale signalen (zoals intonatie, volume en lichaamstaal).
  • Gebruik een tweezijdige reflectie.
  • Houd je reflectie altijd neutraal.

Slide 8 - Slide

Stageopdracht 6.1
Gesprek voeren met een mantelzorger
Volgende week nabespreken

We kijken samen even naar de uitleg in Canvas

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Checking vragen stellen
Je gaat deze vraagvormen oefenen in een gesprek met een medestudent. 

Oefen in een groepje van 4 waarvan 2 personen met elkaar in gesprek gaan en de andere twee observeren, en later draaien we de rol om.

timer
2:00

Slide 11 - Slide

Reflecteren
Waarom denk je dat de reflecteren belangrijk is in als zorgverlener?

Wanneer reflecteer jij in het dagelijks leven?

Slide 12 - Slide

Reflecteren
Waarom denk je dat de reflecteren belangrijk is in als zorgverlener?

Wanneer reflecteer jij in het dagelijks leven?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Reflecteren
Reflecteren op persoonlijk functioneren. 

Daarbij sta je vooral stil bij wie jij bent, wat je motivatie en je doelen zijn in het leven. Deze vorm van reflectie kan je helpen bij je persoonlijkheidsontwikkeling.

Slide 15 - Slide

Reflecteren
Reflecteren op beroepsmatig handelen. 

Deze vorm van reflecteren richt zich vooral op het methodisch handelen. Je kunt zo onderzoeken wat het effect is van de methoden die jij inzet.

Slide 16 - Slide

Reflecteren
Reflecteren op persoonlijk beroepsmatig handelen in de maatschappelijke context. 

Bij deze vorm van reflecteren kijk je ook naar de context van jouw functioneren en handelen. Hierbij vraag je je af wat het effect is op de omgeving, de maatschappij en in hoeverre jij hier verantwoordelijk voor bent.

Slide 17 - Slide

Reflecteren
Deze drie vormen van reflectie zijn niet altijd zo duidelijk van elkaar te onderscheiden; de ene hangt nauw samen met de andere. 

Het draait bij reflectie in ieder geval altijd om jou.

Slide 18 - Slide

Reflecteren
Bij reflecteren onderzoek je je manier van handelen, maar ook hoe je reageert op een bepaalde situatie en hoe dat voelt.
Door te reflecteren:
  • Vergroot je je zelfkennis.
  • Ben je je bewust van de emoties die in bepaalde situaties bij jou een rol spelen.
  • Krijg je nieuwe inzichten in hoe je daarnaar handelt.

Slide 19 - Slide

Hulpmiddelen
STARR-model.

Dit staat voor: Situatie, Taak, Actie, Resultaat, Reflectie

Stel jezelf vragen: Wat, Waar, Wanneer, Waarom, Hoe

Slide 20 - Slide

Hulpmiddelen
Korthagen
Fase 1: beschrijf de ervaring/situatie waarop je de reflectie zal toepassen.
Fase 2: terugblikken: wat gebeurde er concreet?
Fase 3: bewustwording van essentiële aspecten.
Fase 4: alternatieven.
Fase 5: uitproberen

Slide 21 - Slide

Wat is het verschil tussen reflecteren en evalueren?

Slide 22 - Slide

Verschil
Het gaat er bij reflecteren om steeds terug te kijken op, en jezelf vragen te stellen over hoe jij aan het werk bent en wat daar de achtergronden van zijn.

Het gaat er dan niet zozeer om of je het werk goed of juist niet goed hebt gedaan. Dat is evalueren.
Nog niet beoordelen (evalueren) > ruimte voor zelfonderzoek + leren over eigen handelen

Slide 23 - Slide

Verschil
Bij evalueren:


Beoordeel je de resultaten van je acties.
Kijk je welke eventuele storende factoren een rol hebben gespeeld.
Trek je conclusies voor de werkwijze in soortgelijke situaties.

Slide 24 - Slide

Verschil
Bij reflecteren:

Omschrijf je de situatie en omgeving.
Onderzoek je je gedrag.
Stel je vragen over je eigen vaardigheden.
Achterhaal je je motivatie of overtuigingen.
Sta je stil bij je identiteit.
Is er oog voor je dieperliggende drijfveren.

Slide 25 - Slide

Wat is dan zelfreflectie?

Discipline
Schriftje
Verslag

Slide 26 - Slide

Aan de slag!
Stageopdracht 6.1
Checking vragen stellen - verslagje
Checking reflecteren
Opdrachten in Learnbeat

Hoe ver ben je nu? Ik loop rond

Slide 27 - Slide