Ontdek de Lente: Groeien en Bloeien

Ontdek de Lente: Groeien en Bloeien
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ontdek de Lente: Groeien en Bloeien

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen hoe planten groeien en bloeien in de lente.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over groeien en bloeien in de lente?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de lente?
De lente is het seizoen na de winter. De dagen worden langer en de natuur komt weer tot leven.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Groeien in de lente
Planten beginnen te groeien in de lente. Ze hebben zonlicht, water en voedingsstoffen nodig om te groeien.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bloeiende bloemen
In de lente bloeien veel bloemen. Bloemen hebben bloemknoppen die langzaam uitkomen en mooie bloemen laten zien.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zaadjes planten
In de lente kun je zaadjes planten. Door water te geven en zonlicht te geven, groeien deze zaadjes uit tot planten.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Insecten in de lente
In de lente zijn er veel insecten, zoals bijen en vlinders, die helpen bij het bestuiven van bloemen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vogels in de lente
Vogels bouwen nesten en leggen eieren in de lente. Ze zorgen voor hun kuikens totdat ze groot genoeg zijn om zelf te vliegen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
We hebben geleerd dat in de lente planten groeien, bloemen bloeien, zaadjes geplant kunnen worden, insecten helpen bij bestuiving en vogels jongen grootbrengen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.