chronisch ziek zijn ....

Zorg en begeleiding van chronisch zieke zorgvragers 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Zorg en begeleiding van chronisch zieke zorgvragers 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

De zorg is niet steeds hetzelfde. De gezondheid van een chronische zieke kan regelmatig veranderen. Dat moet je wel in de gaten hebben. Dus bijtijds observeren en signaleren en vervolgens in overleg je zorg aanpassen. Deze LE gaat over veel van de verschillende chronische ziektes en over jouw ondersteuning in zelfredzaamheid voor hen. En natuurlijk de zorg bij ( acute) veranderingen.

doel dat jij in staat bent om een volledig zorgleefplan op te stellen voor mensen met verschillende chronische ziekten en jij je verdiept hebt in de ziektebeelden en de beperkingen die dit met zich meebrengt in het dagelijks leven van de chronisch zieke zorgvrager.
Wat is volgens jou de definitie/kenmerk van een chronische ziekte?

Slide 3 - Mind map

er is geen eenduidige definitie. 
Wel kenmerken :
* langdurig van aard, meer dan 6 maanden 
* blijvend, niet te genezen of te behandelen (IRREVERSIBLE)
* een vaak langdurig beroep op de zorg. 
* gebruiken van veel geneesmiddelen 
* gebruiken van paramedische zorg, thuiszorg, fysio, ergo, hulpmiddelen 

definitie chronische ziekte 
De definitie van een chronische ziekte is dat het minimaal drie maanden duurt, telkens terugkomt en dat het niet compleet te genezen is. Ouderen hebben vaker chronische ziektes dan jongeren. Ongeveer negentig procent van de mensen boven de 75 jaar heeft een chronische ziekte. Ten slotte zijn er meer vrouwen dan mannen met een chronische ziekte.
Het verschil tussen chronische en acute ziektes is dat acute ziektes snel optreden en vaak vanzelf overgaan. Soms is er medicatie of zelfs een operatie nodig om van een acute ziekte te herstellen. Desondanks zal je in principe van een acute aandoening genezen. Een chronische ziekte ontwikkelt zich langzamer en is meestal onomkeerbaar. Dat houdt in dat iemand meestal niet van een chronische ziekte geneest.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

4 vormen
  • levensbedreigende ziekten als kanker en beroerte
  • aandoeningen die tot periodiek terugkerende klachten leiden zoals astma en epilepsie 
  • aandoeningen die progressief verslechteren en invaliderend van aard zijn zoals reumatoide artritits en chronisch hartfalen
  • chronisch psychiatrische aandoeningen 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welke chronische ziektes ken je?

Slide 6 - Mind map

109 chronische ziekten Indelingen: 
- levensbedreigend / niet levensbedreigend
-Stabiel / niet stabiel
- wisselend verloop 
Hoe ontstaat een chronische ziekte?
  • aangeboren of erfelijke afwijking
  • veroudering van ons lichaam 
  • ongezonde leefstijl
  • werkomstandigheden 
  • combinatie van bv longemfyseem; werken in de bouw en roken. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke van onderstaande antwoorden is een chronische ziekte?
A
Longontsteking
B
griep
C
gebroken been
D
longemfyseem

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke chronische ziekte komt het meest voor?
A
Artose
B
COPD
C
Parkinson
D
Diabetes mellitus

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent de term multimorbiditeit?
A
iemand heeft een dodelijke aandoening
B
Iemand heeft een chronische ziekte
C
Iemand wil niet meer verder leven
D
iemand heeft twee of meer aandoeningen

Slide 10 - Quiz

volgens RIVM heeft bijna 2 miljoen mensen meer dan 1 chronische ziekte.

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Zelfmanagement - zodanig omgaan met de chronische aandoening dat de aandoening optimaal wordt ingepast in het leven

Zelfredzaamheid - het vermogen om algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) zelfstandig te doen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

hebben jullie ervaringen vanuit de werkvloer? 

Hoe kun jij de eigen kracht van de zorgvrager versterken?

- benoem wat er goed gaat: complimenten geven, aanmoedigen
- vaardigheden aanleren (voordoen?)
- vragen: wat zou je willen? wat heb je daarvoor nodig?
- succeservaringen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Is het moeilijk?
Balans tussen overnemen
en
overlaten






Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen voorbeeld van een chronische ziekte
A
Diabetes (suikerziekte)
B
Dwarslaesie
C
Reuma
D
Longontsteking

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen kenmerk van een chronische ziekte
A
symptomen kunnen verergeren
B
klachten hoeven niet continu aanwezig te zijn
C
beperkingen in functioneren
D
3 weken opname in het ziekenhuis

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions