MODETH les 4 hygiëne

MODTH WIMPERS & WENKBRAUWEN 
1 / 42
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

MODTH WIMPERS & WENKBRAUWEN 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Les 4 hygiëne
Module 2 wimpers en wenkbrauwen 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Herhalen van de lesstof


Nieuwe lesstof
  • micro organismen 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel

De student weet wat bacteriën zijn en wat de verschillen zijn met virussen en schimmels. 


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Formatieve toets
  • Volgende week formatieve toets 
  • 25 mc vragen 

Alle formatieve toetsen moeten gemaakt zijn om op examen te kunnen!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Herhalen werkstoffen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 
Ga naar opdrachten in team.

MODETH M2 L4 opdracht 1 herhalen werkstoffen. 

Zoek de paren bij elkaar.

Slide 8 - Slide

https://puzzel.org/nl/matching-pairs/play?p=-MO7z9KVtmTf8PydCIzK

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

micro organismen

Slide 10 - Slide

Op en in ons lichaam komen veel organismen voor die we niet met het blote oog kunnen zien. Dit noemen we micro-organismen. Veel micro-organismen hebben een belangrijke functie in ons lichaam. De colibacterie speelt bijvoorbeeld een rol bij de spijsvertering en vormt samen met andere micro-organismen de darmflora. De micro-organismen die van nature op de huid zitten vormen de huidflora
Micro organismen, welke ken je allemaal?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Micro organismen
Bacteriën
Virussen
Schimmels
Gisten

Slide 12 - Slide

Bacteriën, schimmels, gisten en virussen zijn micro-organismen. Je kan ze alleen zien onder de microscoop. De overige organismen zijn met het blote oog zichtbaar. Deze noem je macro-organismen. 
Micro-organismen
Pathogeen  
  • Ziekmakende MO 
A-pathogeen
  • Niet  ziekmakende MO    
Commensalen 
  • Nuttige MO 
- Huidflora
- Darmflora (colibacteriën) 

Slide 13 - Slide

Nuttige m.o. noemen we commensalen. Denk aan de spijsvertering, zoals de colibacteriën in de dikke darm.
Het lichaam kan zich tegen pathogene m.o. verweren. Als je gezond bent en een goede weerstand hebt, zul je niet zo snel ziek worden.
Pathogenen m.o. noemen we ook wel potentieel pathogeen. Dat betekent dat de m.o. onder bepaalde omstandigheden een ziekte kunnen veroorzaken.

Ziekmakende mo
Pathogeen 

Afhankelijk van: 
  •  gastheer
  •  weerstand 
  •  aard van de bacterie 

Vaak een virus 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Besmetting
Binnendringen van ziekteverwekkende micro-organismen in het lichaam

Slide 15 - Slide

Als micro-organismen het lichaam binnendringen noem je dat een besmetting. Door de aanmaak van antistoffen in het lichaam is dat meestal geen probleem. Als bacteriën zich tóch kunnen vermenigvuldigen is er sprake van infectie.
Infectie
Vermenigvuldigen en verspreiden van binnengedrongen micro-organismen.

Lichaam kan zich tegen verdedigen. 

Slide 16 - Slide

Vaccinatie is een voorbeeld van actieve immunisatie. Hierbij maakt het lichaam zelf antistoffen aan tegen ziekteverwekkende micro-organismen. Die kunnen door een infectie of door vaccinatie in het lichaam zijn gekomen. Als een ziekte te ernstig is of als er snel antistoffen nodig zijn zoals bij een slangenbeet, kunnen antistoffen toegediend worden. Dat heet passieve immunisatie. 

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Bacteriën

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Bacteriën
  • Eencellige 
  • Voortplanting door delen
  • Stofwisseling
  • Afvalstoffen = toxinen

Slide 20 - Slide

Bacteriën hebben een stofwisseling -> hebben voedingsstoffen en zuurstof nodig en scheiden afvalstoffen af.
Vaak zijn de afvalstoffen, de toxinen, de ziekmakers.

Bacteriën kunnen zich niet onder alle omstandigheden vermenigvuldigen. Ze hebben in ieder geval voeding nodig. Die nemen ze op en de afvalstoffen scheiden ze weer uit. Bacteriën hebben dus een stofwisseling.

Exogene groeifactoren zijn de omstandigheden die voor bacteriën nodig zijn om te kunnen groeien en zich te kunnen vermenigvuldigen. Bacteriën hebben namelijk niet alleen voeding nodig. De temperatuur moet tussen de 20°C en de 40°C zijn en de zuurgraad moet ongeveer neutraal zijn (pH 7). De meeste bacteriën hebben zuurstof nodig. Dat zijn aerobe bacteriën. Als ze geen zuurstof nodig hebben, noem je ze anaeroob. 

De gifstoffen die door bacteriën gemaakt worden heten toxinen. Een andere naam voor toxinen is gifstoffen. Deze stoffen zorgen ervoor dat iemand ziek wordt. Het lichaam kan antitoxinen aanmaken tegen bacteriën.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Bacteriën
  • Bolvormige bacteriën
  • Staafvormige bacteriën
  • Spiraalvormige bacteriën

Slide 22 - Slide

Bacteriën kun je alleen onder de microscoop zien. Als je dat doet, ontdek je dat bacteriën verschillende vormen hebben. Er zijn bolvormige, staafvormige en spiraalvormige bacteriën
Bolvormig
Kokken 

Voorbeeld
  • Stafylokokken -> steenpuist
  • Streptokokken  -> keelontsteking

Slide 23 - Slide

Stafylokokken en streptokokken zijn bolvormige kokken. Veel mensen dragen staphylococcus aureus (handen/neus). Deze kan steenpuisten veroorzaken. Roodvonk en keelontsteking zijn een gevolg van streptokokken.
Staafvormig
Bacillen 

Voorbeelden:
  • Colibacillen in je darmen 

Slide 24 - Slide

De colibacterie is een voorbeeld van een staafvormige bacil en komt van nature in de darmen voor. Het is Andere voorbeelden zijn de tetanusbacil (straatvuil) en tuberkelbacil (tuberculose).
Spiraalvormig
Spirocheten

Voorbeelden: 
  • Syfillis 

Slide 25 - Slide

Spiraalvormige bacteriën heten spirocheten. De geslachtszieke syfilis is een gevolg van een infectie van spirocheten.
Exogene factoren 
  • Tussen 20 en 40 graden Celsius
  • Geen zure omgeving
  • Aërobe bacteriën hebben zuurstof nodig voor de stofwisseling
  • Anaërobe bacteriën hebben geen zuurstof nodig voor de stofwisseling


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je een bolvormige bacterie ook wel?
A
Kok
B
Bacil
C
Spirocheet

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je nuttige micro organismen ook wel?
A
Pathogeen
B
A-pathogeen
C
Commensalen

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Coccen
Spirocheten
Bacillen

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Virussen

Slide 30 - Slide

Virussen verschillen van andere micro-organismen. Ze zijn kleiner, bewegen niet, eten niet en bestaan niet uit cellen.

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Virus
Kleiner dan een bacterie

Voortplanten met behulp van plantaardige, dierlijke of menselijke cellen.  

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Virus
Afhankelijk van gastheercel.

Dringen cel binnen -> nemen alle functies over -> nieuwe virussen maken -> breken open en komen de virussen vrij. 

Slide 33 - Slide

Virussen hebben andere cellen (gastheercellen) nodig om te kunnen leven. Als een virus een cel binnendringt, neemt het de functies van die cel over en kan het zichzelf kopiëren. Uiteindelijk breekt de cel open en verspreidt het virus zich door het lichaam. Op de afbeelding zie je hoe hiv een gastheercel binnendringt.
Preventie
  • Handen wassen
  • Niezen in elleboog
  • Materialen desinfecteren voor gebruik. 
  • Wondjes desinfecteren. 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Uitleg schimmels

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Schimmels en gisten
Schimmels zijn meercellig 
Gisten zijn eencellig

Vormen sporen -> erfelijk materiaal 



Slide 36 - Slide

Schimmels en gisten lijken veel op elkaar. Het grootste verschil is dat schimmels meercellig zijn en gisten eencellig.
Schimmels en gisten vormen sporen. Dat zijn kleine deeltjes waarin al het erfelijk materiaal van deze micro-organismen zitten. 
Schimmels
Overleven in ongunstige omstandigheden. 

Dermatomycose -> huidschimmel

Slide 37 - Slide

Deze sporen kunnen overleven als de omstandigheden ongunstig zijn, zoals bij een hoge of lage temperatuur, in een zure omgeving of in een droge of vochtige omgeving

Slide 38 - Link

This item has no instructions

Opdracht
Ga naar opdrachten in teams

MODETH M2 L4 
Forms
bacteriën & virussen

Slide 39 - Slide

https://forms.office.com/Pages/DesignPageV2.aspx?prevorigin=shell&origin=NeoPortalPage&subpage=design&collectionid=aguoeexnw1rulz20t6ksfa&id=LGjOClFYn02GOiwqM0AhLYCfWtwpbjRJjnKyM3n9mApURjM3RksySFQ4VVpNQjJVRUM2SEJEOVpGVi4u

Volgende week: toets

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Evalueren 
Ga naar exitticket 

Geef antwoord op 5 vragen over de les. 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Ga naar beauty level online

Blok huidaandoeningen 

Les micro organismen en bacteriën

Slide 42 - Slide

This item has no instructions