2B Voortplanting en seksualiteit BS456

Thema 2: voortplanting en seksualiteit
1 / 48
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema 2: voortplanting en seksualiteit

Slide 1 - Slide

Vandaag:
Mededeling:
Startopdracht (zie lesvoorbereiding)
Uitleg basisstof 4-5-6
Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Start opdracht:
Noteer 4 woorden die te maken hebben met de menstruatiecyclus.
Noteer 3 verschillende voorbehoedsmiddelen
Noteer 2 functies van seksualiteit
Noteer 1 onderzoek dat tijdens de zwangerschap uitgevoerd wordt.

Slide 3 - Slide

Leerdoel 4.4

Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.

Slide 4 - Slide

Menstruatiecyclus: menstruatie -> ovulatie -> menstruatie

Slide 5 - Slide

Menstruatiecyclus
  • Van menstruatie tot menstruatie
  • Dag 1 - Start menstruatie
  • +/- dag 14 - Ovulatie (eisprong), meest vruchtbare moment
  • Cyclus duurt ongeveer 28 dagen

Slide 6 - Slide

Basisstof 4
Bevruchting en zwangerschap

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

En dan...?
Cellen gaan delen -> klompje

Innesteling

Hormoon hCG:
- geen nieuwe follikels
- gele lichaam blijft in stand

Slide 10 - Slide

Placenta
Weefsel van moeder en kind
Bloedvaten liggen langs elkaar
Uitwisseling van stoffen

Slide 11 - Slide

Navelstreng

Vruchtwater

Vruchtvliezen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Tweelingen

Slide 14 - Slide

Parentele onderzoek
Echoscopie
Nipt
Vlokkentest

Slide 15 - Slide

NIPT TEST

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Aan de slag!
Basis
4.4>1+4+5+6
Kader +tl
4.4 >1+2+3
  
Hoe: Eerste 10 minuten in stilte, hierna fluisterend overleg in 2-tal.
Hulp: Hand opsteken, docent komt je helpen.

Klaar? Test je zelf+ flitskaarten oefenen

Slide 18 - Slide

4.5 seksualiteit
 Je kunt omschrijven wat onder seksualiteit wordt verstaan.

Pak je wisbordje erbij!

Slide 19 - Slide

Wat is seksualiteit
A
Alle gevoelens en handelingen die te maken hebben met lust en opwinding
B
Alleen geslachtsgemeenschap hebben
C
Hoe je je voelt over je lichaam
D
Alle gedachten, gevoelens en handelingen die te maken hebben met lust en opwinding

Slide 20 - Quiz

Functies van seksualiteit 

Voortplanting
relatie onderhouden
Lust

Slide 21 - Slide

Allemaal anders!

cisgender
transgender
non-binair 
a-seksueel
homoseksueel
panseksueel

Slide 22 - Slide

Een jongen geeft aan dat hij het niet fijn vindt dat een andere jongen steeds aan zijn billen zit als hij langsloopt.
A
ongewenste intimiteiten
B
seksueel geweld
C
aangeven van wensen en grenzen

Slide 23 - Quiz

Wat is de officieele benaming van een lesbische vrouw
A
Heteroseksueel
B
Homoseksueel
C
Biseksueel
D
Panseksueel

Slide 24 - Quiz

Wat betekent non-binair?
A
Niet man of vrouw voelen
B
Altijd vrouwelijk zijn

Slide 25 - Quiz

Tot wie voel je je aangetrokken als je
panseksueel bent?
A
Mannen
B
Vrouwen
C
Iedereen
D
Niemand

Slide 26 - Quiz

wat de informatie in de cellen zegt over het man vrouw zijn
A
cisgender
B
Transgender
C
geslacht
D
gender dysforie

Slide 27 - Quiz

Aan het werk
Basis
4.5>1+4+5+7
Kader +tl4.5 >1+2+3
Hoe: Eerste 10 minuten in stilte, hierna fluisterend overleg in 2-tal.
Hulp: Hand opsteken, docent komt je helpen.
Klaar? Test je zelf+ flitskaarten oefenen



Slide 28 - Slide

4.6 veilig seks en voorbehoedmiddelen

Slide 29 - Slide

Leerdoelen
Je kunt benoemen hoe je wensen en grenzen kunt bewaken en respecteren in een seksuele relatie.
 Je kunt enkele soa’s noemen en uitleggen hoe je die kunt voorkomen.
 Je kunt enkele methoden voor geboorteregeling noemen en hun werking uitleggen

Slide 30 - Slide

Durf jij nee te zeggen als je 'het' niet wil?
Nee is ook een antwoord.
Nee zeggen is oke!
Doe 'het' alleen als jij het echt wil en klaar voor bent.
Durf nee te zeggen, laat je niet onder druk zetten.
Maar zeg ook duidelijke JA als het wel wil.

Slide 31 - Slide

Waar is sprake van bij de volgende situatie:
Een meisje wordt onderweg naar huis van haar fiets getrokken en de bosjes in gesleurd. Daar wordt ze gedwongen tot seksueel contact.
A
Ongewenste intimiteiten
B
Seksueel geweld
C
Aangeven van wensen en grenzen

Slide 32 - Quiz

wat is incest?
A
seksueel misbruik binnen de vrienden kring
B
seksueel misbruik binnen de familie
C
seksueel misbruik door een vreemde

Slide 33 - Quiz

Wanneer een oom seksuele handelingen bij zijn nichtje pleegt, is sprake van incest.
A
Juist/waar
B
Onjuist/niet waar

Slide 34 - Quiz

Wat is verkrachting?
A
Iemand dwingen tot aanrakingen bij jou
B
Iemand ongewenst aanraken
C
Het ongewenst binnengaan van een ander zijn lichaam
D
Het maken van ongewenste opmerkingen

Slide 35 - Quiz

Wat is victim blaming?
A
Diegene die in vertrouwen een foto stuurde naar iemand als de “schuldige” zien.
B
Het opzettelijk doorsturen van pikante/privé foto's, omdat je boos op iemand bent.
C
Van iemand stiekem een foto maken zonder dat diegene het door heeft.

Slide 36 - Quiz

Wat is een SOA?
A
Seksueel overdraagbare aandoening
B
Seksueel onveilige aandoening
C
Seks onveilige afspraak
D
Seksueel onverdraagbaar afspraakje

Slide 37 - Quiz

Soa's
schrijf 2 soa's op

Slide 38 - Slide

Welke soa wordt/welke soa's worden veroorzaakt door bacteriën?
A
Chlamydia
B
Hepatitis B
C
Herpes genitalis
D
HIV

Slide 39 - Quiz

Chlamydia is een SOA. Deze SOA komt ..... voor in Nederland
A
Veel
B
Weinig
C
Niet

Slide 40 - Quiz

Welke soa wordt/welke soa's worden veroorzaakt door een virus?
A
Hepatitis B
B
HIV
C
Herpes genitalis
D
chlamydia

Slide 41 - Quiz

De pil werkt door...
A
Suiker
B
Je speeksel
C
Zetmeel
D
Hormonen

Slide 42 - Quiz

Welk voorbehoedsmiddel is dit?
A
prikpil
B
hormoonstaafje
C
spiraaltje
D
nuvaring

Slide 43 - Quiz

Wat is de naam van dit voorbehoedsmiddel?
A
De pil
B
Anticonceptiestaafje
C
Spiraaltje

Slide 44 - Quiz

Wanneer werkt de morning after pil het beste?
A
Meteen na de sex
B
Binnen 3 dagen
C
1 week na de sex
D
Binnen 12 uur

Slide 45 - Quiz

Waar werkt het condoom wél tegen, maar de pil niet?
A
Zwangerschap
B
Ongewenste seks
C
SOA's

Slide 46 - Quiz

Hoe werkt de Pil?
A
zorgt dat het baarmoederslijmvlies groeit
B
zorgt dat er geen ovulatie plaats vindt

Slide 47 - Quiz

Aan het werk!
Basis>4.6>1+2+3+4
kader >4.6>1+2+3+4
Hoe: Eerste 10 minuten in stilte, hierna fluisterend overleg in 2-tal.
Hulp: Hand opsteken, docent komt je helpen.
Klaar? Test je zelf+ flitskaarten oefenen

Slide 48 - Slide