6.3 Parallelschakeling

Nodig deze les:
boek+ schrift + laptop
doe mee met de lessonup

1 / 23
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nodig deze les:
boek+ schrift + laptop
doe mee met de lessonup

Slide 1 - Slide

Leerdoelen deze les:
Ik kan een parallelschakeling maken, en ik weet de eigenschappen op te noemen van een serie- en parallelschakeling

Slide 2 - Slide

Voorkennis ophalen

Slide 3 - Slide

grootheid spanning U meet je in
A
volt (V)
B
ampère (A)
C
ohm (Ω)
D
stroomsterkte (I)

Slide 4 - Quiz

grootheid stroomsterkte I meet je in
A
volt (V)
B
ampère (A)
C
ohm (Ω)
D
stroomsterkte (I)

Slide 5 - Quiz

grootheid weerstand R meet je in
A
volt (V)
B
ampère (A)
C
ohm (Ω)
D
stroomsterkte (I)

Slide 6 - Quiz

de Wet van Ohm is:
A
U = I/R
B
U=I x R

Slide 7 - Quiz

Nieuwe lesstof

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

serieschakeling
  • Alle lampjes zitten in dezelfde stroomkring. Als één lampje stukgaat, dan is de stroomkring niet meer gesloten. Het andere lampje gaat dan ook uit.
  • De spanning van de spanningsbron verdeelt zich gelijk over gelijke apparaten. 
  • De stroomsterkte is door elk lampje even groot.


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

parallelschakeling
  • Elk lampje of apparaat zit in een aparte stroomkring. Als één lampje stukgaat, dan blijven de andere lampjes gewoon branden.
  • Over elk apparaat staat de spanning van de spanningsbron. Dat komt omdat elk apparaat rechtstreeks is verbonden met de beide kanten van de spanningsbron. 
  • De elektrische stroom heeft meerdere routes. De stroomsterktes in alle routes zijn opgeteld net zo groot als de hoofdstroomsterkte. 


Slide 12 - Slide

Kortsluiting
Bij kortsluiting loopt de stroom van de spanningsbron direct terug naar de spanningsbron, dus niet via een lamp of een ander apparaat.

Slide 13 - Slide

Bij een serieschakeling is er maar 1 stroomkring
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Wanneer 2 lampen parallel geschakeld zijn én 1 is er stuk, dan branden ze allebei niet
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Wanneer 2 lampen in serie geschakeld zijn én 1 is er stuk, dan branden ze allebei niet
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Oefenen met de lesstof
Een parallelschakeling!

vorige les hadden we een serieschakeling gemaakt

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Verbind de plus en de min-pool van een batterij met elkaar via een draad. 

Wat gebeurt er?

Slide 19 - Slide

EXPERIMENT 4
Voer experiment 4 uit

Slide 20 - Slide

Voor het SO: 
Bij experiment 3 en 4 heb je de lampjes in serie  of parallel geschakeld en de spanning erover gemeten. 

Onderzoek (dus ga dit doen!):
Je kan batterijen ook in serie of parallel schakelen, wat is dan de spanning over de gemaakte batterij-schakeling? 

Slide 21 - Slide

Oefenen met de lesstof
Maak opgaven 27 t/m 36 (zelf goed nakijken)
Leer paragraaf6.1 t/m 6.3 en 
bestudeer paragraaf 6.4

Slide 22 - Slide

6.3 Leerdoelen deze les:
  • Ik kan een parallelschakeling maken, en ik weet de eigenschappen op te noemen van een serie- en parallelschakeling
1 vinger= ik moet nog oefenen, 
2 vingers= ik ben er bijna, 
3 vingers= ik kan het.

Slide 23 - Slide