VWO hoofdstuk 7.1 en 7.2

H7 vwo
H7: duurzaamheid
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 85 min

Items in this lesson

H7 vwo
H7: duurzaamheid

Slide 1 - Slide

7.1 Fossiele brandstoffen

Slide 2 - Slide

7.2 Biobrandstoffen

Slide 3 - Slide

7.3 Duurzame ontwikkelingen

Slide 4 - Slide

7.4 Evenwichten

Slide 5 - Slide

7.5 Evenwichten beinvloeden

Slide 6 - Slide

Fossiele brandstoffen zijn:
A
Ooit ontstaan uit dieren- en plantenresten
B
Via fotolyse ontstaan
C
Resultaat van omzetting van zonlicht in warmte
D
Door middel van thermolyse ontstaan uit aardolie

Slide 7 - Quiz

Wat zijn fossiele brandstoffen?
A
Steenkool, Bruinkool, aardolie & hout
B
Biomassa, aardgas, oerwater & steenkool
C
Steenkool, Bruinkool, Aardolie & Aardgas
D
Aardgas, hout, aardolie & steenkool

Slide 8 - Quiz

Wat zijn voordelen van fossiele brandstoffen? Meerdere antwoorden kunnen goed zijn.
A
ze zijn vrij goedkoop te winnen
B
ze raken niet op
C
ze zijn makkelijk te vervoeren
D
de verbranding zorgt niet voor luchtverontreiniging

Slide 9 - Quiz

Welke oxiden ontstaan er bij de verbranding van koolwaterstoffen?
A
Koolstofdioxide en water
B
Koolstofdioxide en zwaveldioxide
C
Alleen koolstofdioxide

Slide 10 - Quiz

De meest gebruikte fossiele brandstoffen zijn steenkool, aardgas en aardolie.
Is het gebruik van fossiele brandstoffen
CO₂-neutraal?
A
nee, omdat ze niet bijdragen aan een beter milieu
B
nee, omdat ze bijdragen aan klimaatverandering
C
ja, omdat ze bijdragen aan een beter milieu
D
ja, omdat ze bijdragen aan klimaatverandering

Slide 11 - Quiz

Wat wordt bedoeld met gefractioneerde destillatie?
A
De destillatie vindt in verschillende stappen (=gefractioneerd) plaats.
B
Tijdens de destillatie worden de koolwaterstofketens in kleinere stukken gebroken en ontstaan er verschillende fracties.
C
Tijdens de destillatie wordt de aardolie gescheiden in verschillende mengsels met een vergelijkbaar kookpunt (=fractie).
D
Tijdens de destillatie wordt de aardolie gescheiden in verschillende fracties met het zelfde kookpunt.

Slide 12 - Quiz

Tijdens het kraken van heptaan ontstaan 2 stoffen. Etheen is een van de producten wat is de andere?
A
Hexaan
B
Pentaan
C
Pent-1-een
D
Hex-2-een

Slide 13 - Quiz

Bij het kraken van een koolwaterstoffractie ontstaan...
A
alleen verzadigde koolwaterstoffen
B
aromatische koolwaterstoffen
C
een mengsel van verzadigde en onverzadigde koolwaterstoffen
D
alleen onverzadigde koolwaterstoffen

Slide 14 - Quiz

Wat is de belangrijkste reden om koolwaterstoffen te kraken?
A
Lange koolwaterstofketens geven meer uitstoot van koolstofdioxide.
B
De vraag naar kortere koolwaterstofketens is groter.
C
Kortere koolwaterstofketens zijn eenvoudiger te transporteren.
D
Lange koolwaterstofketens zijn moeilijk op te slaan.

Slide 15 - Quiz

Wat is de correcte reactievergelijking voor de verbranding van stikstof?
A
N+O2NO2
B
N+O2CO2
C
NO2N+O2

Slide 16 - Quiz

Welke binding wordt verbroken
bij kraken?
A
atoombinding
B
metaalbinding
C
vanderWaalsbinding
D
ionbinding

Slide 17 - Quiz

Welke type chemische reactie vindt plaats bij kraken?
A
een verbrandingsreactie
B
een vormingsreactie
C
een katalytische reactie
D
een ontledingsreactie

Slide 18 - Quiz

Welke reactie kun je NIET doen met een alkaan?
A
Kraken
B
Additie
C
Verbranding
D
Substitutie

Slide 19 - Quiz

Kraken: C20H42 => C12H26 + 2 .......

Wat moet er op de stippellijntjes?
A
C8H18
B
C3H7
C
C8H16
D
C4H8

Slide 20 - Quiz

Destillatie is een scheidingsmethode waarvan de werking berust op het verschil in welke stofeigenschap?
A
temperatuur
B
dichtheid
C
kookpunt
D
smeltpunt

Slide 21 - Quiz

Welke stof uit het mengsel dat gedestilleerd wordt komt boven uit de destillatiekolom als destillaat?
A
stof met hoogste dichtheid
B
stof met hoogste kookpunt
C
stof met laagste kookpunt en hoge dichtheid
D
stof met laagste kookpunt en lage dichtheid

Slide 22 - Quiz

De sterkte van de vanderwaalsbindingen tussen moleculen (en daarmee de hoogte van het kookpunt van de stof) hangt af van...
A
grootte van moleculen
B
massa van moleculen
C
aantal moleculen
D
massa van de stof

Slide 23 - Quiz

De volgende vraag gaat over de stof die in het blokschema gerecycled wordt.

Slide 24 - Slide

Welke bewering over de stof die gerecycled wordt zou waar kunnen zijn? Het is een...
A
katalysator van de reactie
B
beginstof van de reactie
C
reactieproduct van de reactie
D
oplosmiddel voor de beginstoffen

Slide 25 - Quiz

Biobrandstoffen dragen bij aan een duurzame samenleving. Dit betekent dat er bij de verbranding....
A
geen CO2 vrijkomt
B
minder CO2 vrijkomt.
C
gedurende langere tijd energie vrijkomt.
D
dat evenveel CO2 vrijkomt als er tijdens de groei is opgenomen.

Slide 26 - Quiz

1e Generatie

2e Generatie
3e Generatie

Slide 27 - Drag question

Wat is waar bij het omesteren van een vet?
A
het is een reactie met water
B
het is een reactie met een alcohol
C
er komt water bij vrij
D
er ontstaat een nieuwe ester

Slide 28 - Quiz

Omesteren
Vetten en oliën zijn esters van glycerol en vetzuren. Door de reactie met methanol "knip" je de vetzuurketens los van elkaar.
De losse ketens hebben nog steeds de karakteristieke groep van een ester: van de ene ester heb je een andere ester gemaakt.
Het proces waarmee biodiesel gemaakt wordt uit (afgedankt) plantaardig vet en olie heet daarom omesteren

Slide 29 - Slide