Tekststructuren - herhaling

Vaste tekststructuren

1 / 45

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vaste tekststructuren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welke tekststructuur herken je door tijdsaanduidingen in de tekst?

Verleden/heden (toekomst) structuur

Argumentatiestructuur

Voor/nadelenstructuur

Aspectenstructuur

Slide 9 - Quiz

Hoe heet de volgende tekststructuur?

Inleiding: onderwerp

Middenstuk: diverse onderdelen van het onderwerp

Slot: samenvatting

ASPECTENSTRUCTUUR

ONDERWERP STRUCTUUR

VOOR- EN NADELEN STRUCTUUR

VRAAG- EN ANTWOORD STRUCTUUR

Slide 10 - Quiz

Welke tekststructuur eindigt met de beste oplossing?

Vraag-antwoordstructuur

Probleem-oplossingsstructuur

Argumentatiestructuur

Verklaringsstructuur

Slide 11 - Quiz

Welke vaste tekststructuur is zeker niet geschikt voor een uiteenzetting?(informatieve tekst)

Een aspectenstructuur

Een vraag-antwoord-structuur

Een argumentatie-structuur

Een verklaringstructuur

Slide 12 - Quiz

Welke tekststructuur past niet bij het betoog?

probleem-oplossingsstructuur

argumentatiestructuur

verklaringsstructuur

aspectenstructuur

Slide 13 - Quiz

Waar of niet waar: de hoofdgedachte noteer je in een hele zin.

waar

niet waar

Slide 14 - Quiz

Waar of niet waar: het onderwerp van een tekst noteer je in een of enkele woorden

waar

niet waar

Slide 15 - Quiz

Feit of mening:
Vandaag is het donderdag.

feit

mening

Slide 16 - Quiz

Feit of mening?
Hij praat heel snel.

mening

feit

Slide 17 - Quiz

Subjectieve informatie is een..

feit

mening

Slide 18 - Quiz

Objectieve informatie is een..

feit

mening

Slide 19 - Quiz

Feit of mening?

Morgen moet ik naar de tandarts.

Feit

Mening

Slide 20 - Quiz

Welke structuren ken je nu?

Slide 21 - Mind map

Vaste tekststructuren

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Welke tekststructuur herken je door tijdsaanduidingen in de tekst?

Verleden/heden (toekomst) structuur

Argumentatiestructuur

Voor/nadelenstructuur

Aspectenstructuur

Slide 31 - Quiz

Hoe heet de volgende tekststructuur?

Inleiding: onderwerp

Middenstuk: diverse onderdelen van het onderwerp

Slot: samenvatting

ASPECTENSTRUCTUUR

ONDERWERP STRUCTUUR

VOOR- EN NADELEN STRUCTUUR

VRAAG- EN ANTWOORD STRUCTUUR

Slide 32 - Quiz

Welke tekststructuur eindigt met de beste oplossing?

Vraag-antwoordstructuur

Probleem-oplossingsstructuur

Argumentatiestructuur

Verklaringsstructuur

Slide 33 - Quiz

Welke vaste tekststructuur is zeker niet geschikt voor een uiteenzetting?(informatieve tekst)

Een aspectenstructuur

Een vraag-antwoord-structuur

Een argumentatie-structuur

Een verklaringstructuur

Slide 34 - Quiz

Welke tekststructuur past niet bij het betoog?

probleem-oplossingsstructuur

argumentatiestructuur

verklaringsstructuur

aspectenstructuur

Slide 35 - Quiz

Waar of niet waar: de hoofdgedachte noteer je in een hele zin.

waar

niet waar

Slide 36 - Quiz

Waar of niet waar: het onderwerp van een tekst noteer je in een of enkele woorden

waar

niet waar

Slide 37 - Quiz

Feit of mening:
Vandaag is het donderdag.

feit

mening

Slide 38 - Quiz

Feit of mening?
Hij praat heel snel.

mening

feit

Slide 39 - Quiz

Subjectieve informatie is een..

feit

mening

Slide 40 - Quiz

Objectieve informatie is een..

feit

mening

Slide 41 - Quiz

Feit of mening?

Morgen moet ik naar de tandarts.

Feit

Mening

Slide 42 - Quiz

Welke structuren ken je nu?

Slide 43 - Mind map

Eindexamen 2019

Slide 44 - Slide

Eindexamen 2019

Slide 45 - Slide