H1 Lezen - Vaste Tekststructuren

Welkom!

Leg je spullen vast klaar op je tafel. 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!

Leg je spullen vast klaar op je tafel. 

Slide 1 - Slide

1. 10 minuten lezen
2. Uitleg H1 lezen (voor de toetsweek)
3. Opdracht 1 maken
4. Afsluiting

Deze les

Slide 2 - Slide

Tien minuten lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

  • Je kunt in eigen woorden formuleren wat vaste tekststructuren zijn.

  • Je kunt de meest voorkomende vaste tekststructuren herkennen in een tekst.

  • Je kunt een tekst indelen in een inleiding, middenstuk en slot.


Leerdoelen deze les:

Slide 4 - Slide

Wat weet je al? 
5 vragen
Log in met je voornaam
Doe geen andere dingen op je laptop/telefoon

Slide 5 - Slide

Welke tekststructuur herken je door tijdsaanduidingen in de tekst?
A
Verleden/heden (toekomst) structuur
B
Argumentatiestructuur
C
Voor/nadelenstructuur
D
Aspectenstructuur

Slide 6 - Quiz

Hoe heet de volgende tekststructuur?
Inleiding: onderwerp
Middenstuk: diverse onderdelen van het onderwerp
Slot: samenvatting

A
ASPECTENSTRUCTUUR
B
ONDERWERP STRUCTUUR
C
VOOR- EN NADELEN STRUCTUUR
D
VRAAG- EN ANTWOORD STRUCTUUR

Slide 7 - Quiz

Welke tekststructuur eindigt met de beste oplossing?
A
Vraag-antwoordstructuur
B
Probleem-oplossingsstructuur
C
Argumentatiestructuur
D
Verklaringsstructuur

Slide 8 - Quiz

Welke vaste tekststructuur is zeker niet geschikt voor een uiteenzetting?(informatieve tekst)
A
Een aspectenstructuur
B
Een vraag-antwoord-structuur
C
Een argumentatie-structuur
D
Een verklaringstructuur

Slide 9 - Quiz

Welke tekststructuur past niet bij het betoog?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
verklaringsstructuur
D
aspectenstructuur

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

1. verklaringsstructuur
2. voor-en nadelenstructuur
3. argumentatiestructuur
4. aspectenstructuur
5. vraag-antwoordstructuur
6. verleden/heden/toekomststructuur
7. probleem/oplossingsstructuur
7 vaste tekststructuren

Slide 12 - Slide

 Argumentatiestructuur
  1. Je start met een stelling, mening of standpunt
  2. Je geeft argumenten voor de stelling en je geeft ook tegenargumenten (die je gelijk onderuit haalt)
  3. Je concludeert dat jouw stelling of standpunt op zijn plaats is

Slide 13 - Slide

Argumentatiestructuur
standpunt (eventueel als vraag)
herhaling stelling of antwoord op vraag
argumenten voor de stelling, tegenargumenten (+weerlegging)

Slide 14 - Slide

De aspectenstructuur
  1. inleiding: onderwerp
  2. middenstuk: diverse aspecten van het onderwerp
  3. slot: samenvatting

Slide 15 - Slide

Aspectenstructuur
Onderwerp: festivals
Diverse aspecten / onderdelen
Samenvatting

Slide 16 - Slide

 Verklaringsstructuur
  1. In je inleiding presenteer je een bepaald verschijnsel
  2. Je geeft kenmerken / voorbeelden 
  3. Je presenteert verklaringen en oorzaken

  4. Je eindigt met een samenvatting

Slide 17 - Slide

Verklaringsstructuur
bepaald verschijnsel, b.v. vulkaanuitbarsting
kenmerken, voorbeelden, verklaring(en), oorzaken, reden(en)
samenvatting

Slide 18 - Slide

Voor- en nadelenstructuur
 Vraag of stelling/standpunt
voor- en nadelen van  festivals
afweging en conclusie

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

We maken opdracht 1 vraag 1 t/m 10 klassikaal. 
Aan de slag!

Slide 22 - Slide

Ik snap de theorie en zou volgende les een voldoende kunnen halen voor een toets
010

Slide 23 - Poll

Ik vond de lessen van deze week..
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Doelen controleren

Slide 25 - Slide

  • Volgende les: theorie H2 lezen behandelen en oefenen met een opdracht
  • Toetsweek: H1 + H2 lezen 
    --> Maak zelf de rest van de opdrachten van H1 en H2 lezen.  
Afsluiting

Slide 26 - Slide