New Interface Unit 3 Lesson 3.4

1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesson programme
  • Korte herhaling grammar
  • Unit 3 lesson 3.4 Speaking
  • lesson 3.4 Speaking: Get started a/ Vocabulary 31 & 32
  • D Grammar explanation & practise:  Adverbs/Adjectives
  • Finish this lesson individually:  Grammar 33, 34 & 35 
  • Practise more

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog over de past simple
(signaalwoorden, hoe maak je 'm, vragen/ontkenningen etc)

Slide 3 - Mind map

Past simple
ww + ED

Slide 4 - Slide

signaalwoorden
When
Ago
Last (year, week, month...)
In (2012, 1990, december...) 
Before (yesterday, 12 o'clock...)
Yesterday

Slide 5 - Slide

Question (?)

  • hulp. ww vooraan in de zin
Could you give me a hand?
Would you like some tea?

  • Did +onderwerp + heel ww
Did you drive his car last night?
Did she watch the news yesterday?


Negation (-)

  • hulp ww + not
Couldn't you give me a hand?
Wouldn't you like some tea?

  • did + not + heel ww
You didn't (did not) drive his car last night.
She didn't watch the news yesterday.

Slide 6 - Slide

Wat weet je nog van de past continuous?
(hoe maak je 'm, signaalwoorden etc.)

Slide 7 - Mind map

Je maakt de past continuous door was of were voor het werkwoord te zetten en –ing er achter

I was sleeping
You were living
He/she/it was swimming
We were going
You were doing
They were having

Slide 8 - Slide

signaalwoorden
while
when 
at the same time

Slide 9 - Slide

Past simple en past continuous in 1 zin... hoe werkt dit?

Slide 10 - Open question

past continuous and simple
  • als er een gebeurtenis in het verleden is begonnen, maar wordt onderbroken door een andere gebeurtenis. 
I was dancing (past C: duurt langer), when my brother came (past S: korte gebeurtenis) home.   
 
  • als er twee gebeurtenissen (door 2 verschillende personen) in het verleden op hetzelfde moment waren uitgevoerd. 
I was reading, while my brother was studying

Slide 11 - Slide

Let's practise!
Je mag kiezen tussen 2 activiteiten waarmee je kan oefenen voor de past simple/past continuous

1. Spelletje
2. Quizizz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Chapter 3.4 Speaking
  • Get your books (online or on paper)
  • start by filling in the questions at: A Get started exercise a
  • Move on to Vocabulary exercise 31 & 32
  • When you're done continue with Self Test exercise A, B, D & E

YOU'VE GOT 10 MINUTES TO FINISH THE ASSIGNMENTS ABOVE! 
MAKE SURE YOU ANSWER EVERYTHING SERIOUSLY.
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Grammar
In deze les leer je het verschil tussen het bijwoord en het bijvoeglijk naamwoord. Daarnaast leer je ook hoe je ze moet gebruiken in een zin.

Slide 15 - Slide

Explanation 
Een adjective(bijvoeglijk naamwoord) zegt iets over een zelfstandig naamwoord (mensen, dieren,dingen)

Beyoncé is a                beautiful                lady.
                                                bijv. nw            zelfst.nw

Slide 16 - Slide

adjective (bijvoeg. nw)

Slide 17 - Mind map

Explanation
Een adverb (bijwoord) zegt iets over een werkwoord. Hoe iemand iets doet. 
Beyoncé     sings         beautifully.
                    ww              bijwoord

Slide 18 - Slide

adverb (bijwoord)

Slide 19 - Mind map

Let's practise!

Slide 20 - Slide

Madonna is a ... singer.
A
terribly
B
terrible

Slide 21 - Quiz

That pizza smells ...
A
nicely
B
nice

Slide 22 - Quiz

You can ... open the box.
A
easy
B
easily
C
easyly

Slide 23 - Quiz

Do you have any questions?

Slide 25 - Open question