H9.1 Verhoudingen en breuken

Startrekenen 1F
Hoofdstuk 9

Verhoudingen en breuken
1 / 28
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Startrekenen 1F
Hoofdstuk 9

Verhoudingen en breuken

Slide 1 - Slide

Les 1: Verhoudingen en breuken
Aan het einde van deze les:

 - weet je dat verhoudingen en breuken bij elkaar horen.


Slide 2 - Slide

Wat weet jij nog over breuken? 
Overleg met degene naast je
timer
1:00

Slide 3 - Slide

timer
0:30
Wat is een breuk?
Een breuk geeft een deling tussen twee getallen aan:
1/4 = 1 gedeeld door 4.
Breuken worden gebruikt om een deel van het geheel aan te geven:
De pizza is verdeeld in 4 stukken. 1 stuk is 1/4 deel van de hele pizza: ook wel een kwart genoemd. 2 stukken zijn 2/4 deel van de hele pizza.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is de teller? Wat is de noemer?
De breuk is 7/15
A
De teller is 15 en de noemer is 7
B
De teller is 7 en de noemer is 15

Slide 6 - Quiz

het getal 4 is de .... van de breuk
3/4
A
Teller
B
Noemer

Slide 7 - Quiz

Breuken als verhouding
Je kunt een verhouding als breuk schrijven:

3 van de 10 lampen zijn kapot -->              3 / 10
4 op de 5 treinen rijden op tijd -->             4/5
1 op de 4 Nederlanders werkt thuis -->    1/4


Slide 8 - Slide

Schrijf de breuk:
1 van de 2 leerlingen is een meisje

Slide 9 - Open question

2 op de 5 mensen zijn afwezig

Slide 10 - Open question

Van elke 6 auto's rijd er 1 te hard

Slide 11 - Open question

Breuken als verhouding
Je kunt een breuk ook als verhouding opschrijven

3/8 van de boeken is verkocht -->                 3 op de 8

3/5 van de mensen woont in een stad --> 3 van de 5

Slide 12 - Slide

Schrijf als verhouding:
3/5 van de bedrijven heeft een eigen kantine

Slide 13 - Open question

De helft van de mensen gaat op wintersport

Slide 14 - Open question

5/6 van de eieren is kapot gevallen

Slide 15 - Open question

Een kwart van de leerlingen is ziek.

Slide 16 - Open question

Een achtste van de kantoren staat leeg

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Als je een verhouding opschrijft als een breuk, moet je de breuk vereenvoudigen.

Vereenvoudigen (een breuk anders opschrijven) doe je zo:

Slide 19 - Slide

Breuken in een verhoudingstabel
Je gebruikt een tabel zodat je makkelijk kunt vereenvoudigen.
Vereenvoudigen betekent dat je de getallen kleiner maakt.
Als je vereenvoudigd gebruik je altijd "delen door".


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Verhoudingen vereenvoudigen
Stap 3: Vereenvoudig de breuk.




Slide 22 - Slide

Verhoudingen:
99 : 36 is het zelfde als 33 :
A
12
B
3
C
15
D
9

Slide 23 - Quiz

Samen
6 van de 10 stukken pizza zijn opgegeten. Welk deel van de pizza is opgegeten?



1. Schrijf de verhouding op.
2. Schrijf de verhouding als breuk
3. Vereenvoudig de breuk.

Slide 24 - Slide

6 van de 8 glazen zijn leeg. Welk deel van de glazen is leeg?

Slide 25 - Open question

2F-Opdracht

Slide 26 - Slide

2F-Opdracht

Slide 27 - Slide

Maken
Opdracht 1, 2, 3, 4 en 5 op blz 183, 184, 185 en 186
Klaar? Nakijken?

Daarna studiemeter: 
1F --> domein 2 --> oefeningen --> verhoudingen en breuken
Maak deze oefeningen -->

Slide 28 - Slide