u1 les 6 bezittelijk vnw 27/9

  • Voca
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

  • Voca

Slide 1 - Slide

  • parler - ton week-end
  • les heures 
  • les devoirs - bezittelijk vnw

Le but: à la fin de ce cours:
  • krijg ik routine in het vertellen hoe laat het is in het Frans 
  • begrijp ik het gebruik van het bez. vnw nog beter

Slide 2 - Slide

il est quelle heure?

Slide 3 - Slide

Quelle heure est-il?

Slide 4 - Slide

Quelle heure est-il?

Slide 5 - Slide

Il est midi.
A
Het is middag.
B
Het is 12 uur 's middags.
C
Het is tijd.
D
Het is 12 uur 's nachts.

Slide 6 - Quiz

Il est minuit
A
Het is middag.
B
Het is 12 uur 's middags.
C
Het is tijd.
D
Het is 12 uur 's nachts.

Slide 7 - Quiz

Wie kan mij het bezittelijk vnw uitleggen?

blz 23

Slide 8 - Slide

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Slide

Voorbeelden
1. Marc est mon frère.
2. Ils sont tes parents.
3. C'est sa maison
4. C'est notre voiture.
5. Ce sont vos livres.
6. Ils font leurs devoirs.

Slide 10 - Slide

Let op!
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!
Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.
C'est son équerre.         = Dat is zijn geodriehoek.


Slide 11 - Slide

Nadenken
De fransen gebruiken dus hetzelfde woord voor ‘zijn’ en ‘haar’


Zij houdt van haar moeder - elle aime sa mère
Hij houdt van zijn moeder - il aime sa mère



Slide 12 - Slide

Nadenken
Zijn vader woont in Rotterdam 
Haar vader woont in Rotterdam 

Slide 13 - Slide

Nadenken
Zijn vader woont in Rotterdam 
Haar vader woont in Rotterdam 

son père habite à Rotterdam

Slide 14 - Slide

Samen nakijken
16 a, 16 b, 16c en 16d pagina 22-24.

Slide 15 - Slide

Les devoirs
Leer de kloktijden. Oefen voor jezelf met de uitspraak. Herhaal ook het werkwoord faire. Maken exercice 8e en 8f blz 41.

Slide 16 - Slide