Bijvoeglijk naamwoord klas 2 Periode 1

¿Qué vamos a hacer?
- los adjetivos (bijvoeglijk naamwoord)
- el plural (meervoud)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

¿Qué vamos a hacer?
- los adjetivos (bijvoeglijk naamwoord)
- el plural (meervoud)

Slide 1 - Slide

Los adjetivos

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Slide 2 - Slide

Los adjetivos 
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden passen zich aan het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)

Slide 3 - Slide

1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o
bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk), pequeño (klein)
Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het  bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
       la casa bonita (het mooie huis)

Slide 4 - Slide

2. Bijvoeglijke naamwoorden eindigen op een -e.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
       la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 5 - Slide

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
        la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 6 - Slide

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes
        la casa grande          --> las casas grandes
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
       la situación difícil --> las situaciones difíciles


Slide 7 - Slide


Las chicas _________
A
simpáticos
B
simpatíca
C
simpáticas
D
símpatico

Slide 8 - Quiz


Tengo una guitarra ________
A
bonito
B
bonita
C
bonitos
D
bonitas

Slide 9 - Quiz


Los chicos _____
A
tranquilas
B
tranquilos
C
tranquilas
D
tranquilo

Slide 10 - Quiz


Las clases ______
A
difícil
B
difíciles
C
difícilas
D
difícilos

Slide 11 - Quiz


Las playas __________
A
Blanco
B
Blancos
C
Blanca
D
Blancas

Slide 12 - Quiz


Los museos ____________
A
interesantos
B
interesantes
C
interesanta
D
interesantas

Slide 13 - Quiz


Mi hermano es muy _____
A
simpática
B
simpático
C
irritantes
D
alegro

Slide 14 - Quiz


Mi casa es _____
A
blanco
B
blanca
C
blancas
D
blanque

Slide 15 - Quiz


Tiene los ojos _______ (azul)
A
azul
B
azula
C
azules
D
azulas

Slide 16 - Quiz


La catedral _________
A
bonito
B
bonitos
C
bonita
D
bonitas

Slide 17 - Quiz


_________ libros
A
muchas
B
mucho
C
muches
D
muchos

Slide 18 - Quiz

¡Practicamos! 
https://www.bookwidgets.com/play/id2Xlmnz-iQAFdF3PygAAA/AEPXFAW/bijvoeglijk-naa?teacher_id=5762646504636416

https://www.bookwidgets.com/play/vp56B72M-iQAFeE0AUgAAA/SD3RPSH/bijvoeglijk-naa?teacher_id=5762646504636416

Slide 19 - Slide