creatief schrijven - korte opdrachten

Creatief Schrijven I
CREATIEF SCHRIJVEN
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3-6

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Creatief Schrijven I
CREATIEF SCHRIJVEN

Slide 1 - Slide

Deze les
Creatief schrijven centraal.
✏️ Lesdoelen:
  • je leert wat het verschil is tussen 'show' en 'tell' in een verhaal, en je past dit toe in een zelfgeschreven tekst(je).
  • je schrijft een korte creatieve tekst waarbij je je fantasie prikkelt en een bestaand verhaal afmaakt. 
  • je reflecteert kort op de ervaring van het creatief schrijven.

Slide 2 - Slide

Minuutschrijven

Noteer de beroemde woorden:

Er was eens ... 

Slide 3 - Slide

Nu maak je deze zin zo boeiend mogelijk af ... in 1 minuut

Slide 4 - Slide

Gebruik je fantasie
Geef nu je blad door aan je buur ...

Je krijgt 2 minuten de tijd om een vervolg te schrijven op de voorgaande zin. 

 Het mag de grootste onzin zijn, dat maakt niet uit, als je maar schrijft.

timer
2:00

Slide 5 - Slide

Show don't tell
Tell:    Het meisje was verdrietig
Show: Een dikke traan rolde zachtjes over haar wang

Slide 6 - Slide

Saaie zin <-> levendige zin
De jongen loopt in het bos.
 (Tell)
Voeg bijvoeglijk naamwoorden toe:
  • De boze jongen loopt door het donkere, natte bos.  

Show:
  • De jongen trok zijn schouders op, fronste zijn wenkbrauwen en stampte met driftige passen door het bos. Klonten blubber bleven aan zijn schoenen hangen. Bij iedere windvlaag vielen geruisloos dikke druppels water op zijn hoofd en schouders. 

Slide 7 - Slide

Oefenen saaie zin<-> levendige zin:
De kerstman gaat het probleem oplossen.

Slide 8 - Open question

Oefenen saaie zin<-> levendige zin:
In Driehuis gaat het schoolalarm af.

Slide 9 - Open question

Creatief Schrijven I
Schrijfopdracht

Slide 10 - Slide

schrijfopdracht
Je luistert naar het begin van een verhaal... jij schrijft het verder.
Denk aan het principe van show, don't tell.
Je krijgt 10 minuten de tijd.
timer
10:00

Slide 11 - Slide

wissel uit met je buur
  • Geef na het lezen de schrijver een top en een tip (schrijf onder het verhaal)
  • Kun je een voorbeeld aanwijzen van het gebruik van show, don't tell? (onderstreep in de tekst)

Slide 12 - Slide

het originele verhaal..

Slide 13 - Slide