H5 betoog periode 2 Hilda

Wat weet je van het betoog?
1 / 24
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat weet je van het betoog?

Slide 1 - Mind map

Welk tekstdoel heeft een betoog?

Slide 2 - Mind map

Waar gebruik je bronnen voor?

Slide 3 - Mind map

Opdrachtje
Denk na over de volgende vraag:

Wat is de oervorm/meest voor de hand liggende opbouw van een geschreven betoog? 

Slide 4 - Slide

Alinea 5
Inleiding
Alinea 3+4
Slot
De aandacht trekken van de lezer
Stelling geven.
conclusie
Een tegenargument met weerlegging geven
argumenten geven met uitleg

Slide 5 - Drag question

Toetsweek periode 2:
Schrijf een betoog (m.b.v. je documentatiemap) over hetzelfde onderwerp waarover je ook hebt gepitcht en gedebatteerd.
Je neemt hetzelfde standpunt t.a.v. je onderwerp in.
Je schrijft het betoog in 50 minuten, met pen. 
(NB* jouw docent kán vragen het betoog later nog een keer uit te typen, woordelijk gelijk aan het origineel).

Slide 6 - Slide

Het documentatiemapje
Tijdens de toets mag je het documentatiemapje / bronnenlijst erbij hebben. 
In je mapje:
- Een volledige bronnenlijst, dus inclusief vindplaats, auteur, publicatiedatum etc. (TIP: maak deze bronvermelding in WORD met APA (zoals bij je PWS)).  NUMMER JE BRONNEN!!
-De geprinte artikelen. Je mag in de artikelen strepen, arceren, korte notities maken.

NIET in het mapje:
- Uitgeschreven betogen of delen hiervan.

De documentatiemap lever je uiterlijk 19 januari in bij je docent.  Je krijgt je mapje terug tijdens de toets. Niet ingeleverd?? Dan schrijf je je betoog zonder bronnen.

Geen mapje ingeleverd? Geen probleem, maar dan moet je zonder doen.

Slide 7 - Slide

eisen aan het betoog
Inhoud, argumenten, structuur, taalgebruik, brongebruik, overtuigende toon, spelling enz. (RUBRIC komt op SOM)
Lengte: lang genoeg om alle onderdelen voldoende uit te werken.

Slide 8 - Slide

verwijzen naar gebruikte bronnen
In je tekst verwijs je met een nummer naar de door jou gebruikte bron (je hebt je bronnen immers genummerd..)
Dus zo: 
"Onderzoek toon aan dat de meeste jongeren...." (3) 



Slide 9 - Slide

Nog een keer: de opbouw van een betoog (bouwplan)

inleiding : stelling/ standpunt, aandacht trekken,                                   vooruitblik
midden:    argumenten voor de stelling (AUB)
                    tegenargumenten met weerlegging

slot:            herhaling stelling in andere bewoording/                             herhalen vraag.

Slide 10 - Slide

Weet je nog wat een goede opbouw van een alinea is.

Slide 11 - Open question

A U B methode :

  • Argument / kernzin
  • Uitleg
  • Bijvoorbeeld

Slide 12 - Slide

Is de volgende alinea opgebouwd volgens de AUB-methode?

Slide 13 - Slide


  • Vuurwerk zou verboden moeten worden omdat dit veel slachtoffers scheelt tijdens de jaarwisseling.
  • Door het verkeerd afsteken van en stunten met vuurwerk raken jaarlijks honderden mensen gewond.
  • Zo belandden er tijdens de jaarwisseling alleen al in Utrecht honderdvijftig jongeren op de eerste hulp, omdat op een groot feest een meganitraat was afgestoken.

Slide 14 - Slide

Was deze tekst volgens AUB-methode
A
JA
B
NEE
C
Ik weet het niet
D
Wel alle onderdelen maar in een andere volgorde

Slide 15 - Quiz

Lees 2.3 'Het betoog'
Bekijk de theorie in je Vakboek Talent
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Welke structuren kan een betoog hebben volgens het boek?

Slide 17 - Open question

Waar voldoet een goede inleiding te aan?

Slide 18 - Open question

Wat moet je doen om goed te scoren op het onderdeel formuleren en spellen?

Slide 19 - Open question

Wanneer scoor je voldoende punten op de kern van je betoog?

Slide 20 - Open question

Wanneer voldoet je slot aan de eisen?

Slide 21 - Open question

Hoe vermeld ik de de gebruikte bronnen in het te schrijven betoog in de toetsweek?

Slide 22 - Open question

Het is me duidelijk wat er van me wordt verwacht bij deze toets Nederlands en wat ik moet doen om me goed voor te bereiden
A
ja, ik geloof dat het me wel duidelijk is zo
B
Eigenlijk snap ik er heel weinig van
C
Ik heb nog een paar concrete vragen
D
welke toets???

Slide 23 - Quiz

Waar zou je nog graag meer informatie over willen hebben?
Welke vragen heb je nog?

Slide 24 - Open question