VSV MVT 28-11-23 RTTI

1 / 21
next
Slide 1: Slide
LOBMiddelbare schoolvmbo b, k, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

PROGRAMMA
  • Notulen gemaakt door ...
  • Kaartje voor Georges;
  • Terugblik;
  • Startpakket toetsweek 2;
  • RTTI;
  • Profielboekjes & keuzeformulieren (actiepunt voor LG!);
  • Lessentabel Spaans en Duits;


Werkmiddag
Herkansingen
Toetsen p2
Leerdoelkaarten p2 (Frans & Spaans = incompleet!)
Leeroverzichten & quizlet 

Slide 3 - Slide

Terugblik 
  • Voorblad met juiste toetscode/cohort/leerjaar/aantal vragen en punten;
  • Schrijfopdrachten!;
  • Examenidioom in M3, M4, H4, H5, V4, V5, V6;



Slide 4 - Slide

Startpakket toetsweek
In Teams

Vaksectie MVT -> 2023-2024 -> Toetsen -> Startpakket toetsweek

  • nieuwe voorbladen! (incl nieuwe logo);
  • toetscodes op de voorbladen;
  • voorbladen voor herkansing, inhaal én sprint;

Slide 5 - Slide

R = Reproductie
Vragen op reproductieniveau zijn vragen waarbij de leerling zelf niets wezenlijks toe hoeft te voegen aan datgene wat hij geleerd heeft. Met deze vragen kan inzichtelijk gemaakt worden of de leerling de geleerde stof kan reproduceren. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen reproduceren van woordenschatkennis, een stappenplan of de werking van apparatuur.



Slide 6 - Slide

Voorbeelden [R]
  1. Vertaal de woorden van Nederlands naar Frans.

  2. Vervoeg het werkwoord “parler” in de passé composé (je - tu - il/elle/on - nous - vous - ils/elles).

  3. Geef de  vrouwelijke vorm aan van het bijvoeglijk naamwoord (petit, heureux, sportif).

  4. Jouw buurjongen zit in de brugklas en begrijpt niet hoe hij de présent moet maken van regelmatige werkwoorden op –er. Vul de regel aan / Gebruik de woorden [ .. .. ] in jouw uitleg.

  5. Zet de dagen van de week op de juiste volgorde.
    samedi - jeudi - mardi - lundi - dimanche - vendredi - mercredi


Slide 7 - Slide

T1 = Toepassen niv. 1
Bij vragen en opdrachten op het niveau van toepassing 1 moet een leerling dat wat hij geleerd heeft kunnen toepassen in situaties die hij al geoefend heeft of in situaties die daar sterk op lijken. Op deze manier kan gekeken worden of de leerling de aangeleerde kennis – dat wil zeggen begrippen en stappenplannen – in deze situaties goed kan toepassen.

Slide 8 - Slide

Voorbeelden [T1]
  1. Vertaal de volgende zin naar het Duits: “Ich gehe gerne spazieren.” (woorden uit de woordenlijst dus geen zinnen uit phrases-clés/frases-claves/Sprachmittel)

  2. Maak de zin compleet met het juiste woord.
    Kies uit: la pisine – le supermarché
    1. Je vais à ……… avec mon ami Paul.
    2. ……… dans mon quartier vend des fruits, des légumes et du chocolat.

  3. Zet de getallen op de juiste volgorde van laag naar hoog.
    douze - trois - dix - vingt - seize 


Slide 9 - Slide

Voorbeelden [T1]
  1. Welke vraag is gesteld? Noteer de vraag in het Frans.
    1.
     Oui, ça va bien et toi?
    2. Oui, j'ai passé un bon weekend.
    3. Demain, je commence à huit heures.
    4. Je m'appelle Léa.
    [zinnen uit de phrases-clés/frases-claves/Sprachmittel)

  2. Zet de onderstaande woorden in het meervoud.
    1. la maison
    2. l'école
    3. le bureau





Slide 10 - Slide

T2 = Toepassen niv. 2
Vragen op het niveau van toepassing 2 gaan een stapje verder dan vragen op het niveau van toepassing 1. De leerling moet op dit niveau in nieuwe situaties of contexten zelf kunnen bepalen welke (onderdelen van) stappenplannen of methodes hij moet gebruiken. Hij moet combinaties maken en verbanden leggen.

Slide 11 - Slide

Voorbeelden [T2]
  1. Schrijf in vier zinnen een beschrijving van je favoriete vakantiebestemming in het Duits en gebruik daarbij de volgende woorden: Strand - Wetter - warm - schwimmen
    (zinnen gebaseerd op Sprachmittel/phrases-clés/frases-claves)

  2. Vertaal de zinnen naar het Frans « Vanmiddag ga ik mijn grootouders bezoeken » [samengestelde zin van grammatica en woordenschat, dus niet phrases-clés!] 

  3. Beantwoord de vragen over jezelf in het Frans.
    1. Tu fais du sport?
    2. Qu'est-ce que tu aimes faire dans ton passe-temps?
    3. Quel est ton film préféré?

  4. Vertaal de onderstaande woorden en plaats het in de juiste zin.
    kies uit: lopen - het stoplicht - de kleding
    1. Je n'aime pas faire du vélo, je préfère _____________.
    2. Il se passe toujours beaucoup d'accidents devant _____________.
    3. _____________ de ce magasin sont toujours très à la mode!





Slide 12 - Slide

I = Inzicht
De leerling krijgt geen methode, context of situatie aangeboden, maar alleen een vraagstuk. Hij moet zelf bepalen hoe hij het gaat aanpakken. De leerling heeft alleen de leerstof tot zijn beschikking om de vraag op te lossen. Hij laat zien dat hij vanuit verschillende, ook nieuwe, perspectieven kan denken.

Slide 13 - Slide

Voorbeelden [I]
  1. Beschrijf jouw dag in vijf regels en maak hierbij complete zinnen. Gebruik de kloktijden en onderstaande wederkerende werkwoorden.
    opstaan – tanden poetsen – douchen – zich aankleden – zich ontspannen 

  2. Maak een zin met onderstaande woorden. Gebruik minstens 5 woorden.
    1. pesten
    2. de krant 

  3. Raad de betekenis van de onderstreepte woorden in de tekst. [toets zonder woordenboek!]
    1. Les cabanes
    2. Interdit 

Slide 14 - Slide

Voorbeelden [I]
  1. Welk woord hoort er niet bij?
    Geef bij elk rijtje woorden aan welke er niet bij hoort en waarom.
    1. la sécurité – le gaspillage – le réchauffement –la déforestation 

  2. Bekijk onderstaande thema's. Noteer bij iedere thema drie Franse woorden die ermee te maken hebben.
    1. La plage
    2. Le restaurant 

Slide 15 - Slide

Voorbeelden [I]
  1. Léa stuurt jou een brief vanuit Frankrijk. In de brief stelt zij jou een aantal vragen. Reageer op de brief en beantwoord haar vragen. Stel ook minstens twee vragen terug.

  2. Vergelijk Astérix et Obélix met elkaar in vier zinnen. Maak complete zinnen, gebruik de comparatif.

Slide 16 - Slide

Voorbeelden [I]

Slide 17 - Slide

Profielboekjes & keuzeformulieren

In Teams

Controleer of deze klopt voor jouw taal.

Actiepunt
Kristel: vakbeschrijving toevoegen voor Grieks en voor Latijn

Slide 18 - Slide

Excursies
We gaan per taal een plan voorstellen voor vakgerelateerde excursies voor het aankomend schooljaar. 

  • Welke leerjaar/leerjaren?
  • Bestemming?
  • Vakoverstijgend?

Slide 19 - Slide

WERKMIDDAG
Prioriteit: Leerdoelkaarten p2 (Frans & Spaans = incompleet!)

Herkansingen maken en uploaden in Teams!

Toetsen p2 maken en uploaden in Teams!

Leeroverzichten & quizlet in Teamsomgeving van de leerlingen.


Slide 20 - Slide

Vragenronde

Slide 21 - Slide