This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Bekijken planner
Terugblik BS2 Geslachtschromosomen
Werken aan BS3 Genen en allelen
Afsluiting
Slide 1 - Slide
T5BS3: Genen en allelen, klaar: vrijdag 13 juni
Maak
TL: O1,2 online: 4 t/m 8, 10 + test jezelf
H: O1 t/m 3, online: O5 t/m 8, 10+ test jezelf
Leer: Afb.: 1,4,5,7,8
Begrippen: 15 t/m 28
Slide 2 - Slide
BS2 Chromosomen
3 Ik kan uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
4 Ik kan uitleggen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen.
5 Ik kan uitleggen hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.
Slide 3 - Slide
Chromosomen
A
zijn altijd zichtbaar onder de microscoop
B
zijn soms zichtbaar onder de microscoop
C
zijn nooit zichtbaar onder de microscoop
Slide 4 - Quiz
Hoeveel chromosomen heeft een paar chromosomen?
A
4
B
6
C
2
D
8
Slide 5 - Quiz
Een laborant onderzoekt de chromosomen die afkomstig zijn van een mens.
In de afbeelding zie je de chromosomen. Zijn deze chromosomen van een man of een vrouw?
A
man
B
vrouw
Slide 6 - Quiz
een lichaamscel heeft ... chromosomen; een geslachtscel heeft ... chromosomen
A
lichaamscel: 23 enkele
geslachtscel: 23 paren
B
lichaamscel: 23 paar
geslachtscel: 23 enkele
C
lichaamscel: 23 paren
geslachtscel: 23 paren
D
lichaamscel: 23 enkele
geslachtscel: 23 enkele
Slide 7 - Quiz
Cel met 46 chromosomen --> cel met 92 chromosomen --> 2 cellen met 46 chromosomen
A
Mitose
B
Meiose
Slide 8 - Quiz
Katherina zegt: De eicel bepaalt het geslacht bij de bevruchting. Marnix zegt: De chromosomen van de man bestaan uit 22 paar gelijke chromosomen en 1 paar ongelijke chromosomen. Wie heeft gelijk?
A
Beide hebben gelijk
B
Alleen Katherina heeft gelijk
C
Alleen Marnix heeft gelijk
D
Beide hebben ongelijk
Slide 9 - Quiz
Thema 5 Erfelijkheid en evolutie
BS1_Genotype en fenotype
BS2_Chromosomen
BS3_Genen en allelen
BS4_De evolutietheorie
BS5_Geschiedenis van het leven op aarde
BS6_DNA-technieken
Slide 10 - Slide
BS3 Genen en allelen
6 Ik kan uitleggen wat genen en allelen zijn.
7 Ik kan uitleggen wat een mutatie is.
8 Ik kan uitleggen wat kanker is.
Slide 11 - Slide
10 minuten stil werken
TL, DOEN: lezen BS3 vanT5, na het lezen maak je O1+2.
H, DOEN: lezen BS3 vanT5, na het lezen maak je O 1 t/m 3
Klaar? Dan ga je alvast eens goed de begrippen en plaatjes