Spelling
1 / 13
Lesson duration is: 20 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Typ het woord
Slide 2 - Mind map
Typ de juiste vorm van beantwoorden
Pieter..........de vraag.
Pieter..........de vraag.
Slide 3 - Mind map
Typ het woord
Slide 4 - Mind map
Typ de juiste vorm van zenden.
Ik........een brief naar hem.
Ik........een brief naar hem.
Slide 5 - Mind map
Typ het woord
Slide 6 - Mind map
Typ de juiste vorm van binden.
Anna.......het touw vast.
Anna.......het touw vast.
Slide 7 - Mind map
Typ het woord
Slide 8 - Mind map
Wat is het meervoud van tosti?
Drie.........
Drie.........
Slide 9 - Mind map
Typ het woord
Slide 10 - Mind map
Wat is het verkleinwoord van radio?
Een klein..........
Een klein..........
Slide 11 - Mind map
Typ het woord
Slide 12 - Mind map
De tas is van Ivo.
Het is ......... tas
Het is ......... tas
