Grammatica: bezittelijk voornaamwoord

Grammatica
Bezittelijk Voornaamwoord
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica
Bezittelijk Voornaamwoord

Slide 1 - Slide

Bezittelijke Voornaamwoord
Ook het woord bezittelijk vertelt al dat het woordje vertelt wat iemand bezit, wat van hem of haar is. Ook hier kan het over een persoon, een dier, een plant of een ding gaan. Het bezit staat altijd achter het bezittelijke voornaamwoord. Voorbeelden:
In het enkelvoud:                  mijn, jouw, uw, je, haar, zijn
In het meervoud:                  onze, ons, uw, je, jullie, hun
 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Opdracht
Sleep de bezittelijke voornaamwoorden naar juiste kolom. 

Slide 4 - Slide

oma heeft een mooi huis.
tante heeft
rapport liet ik aan
auto is pas nieuw.
jurk gemaakt.
ouders zien.
Enkelvoud
Meervoud
Zijn
Haar
mijn
Onze
Mijn
zijn

Slide 5 - Drag question

fiets is al heel oud, nietwaar?
konijn had een mooi hok.
Nog niet, maar dat is
Hebben
schuld.
ouders al een vakantie besproken?
Enkelvoud
Meervoud
Uw
Zijn
onze
jullie 

Slide 6 - Drag question

Want
vakantie bedorven.
mag je fiets hier wel neerzetten.
tuintje ligt er mooi bij.
hebben vorig jaar
Blijf met
vingers van
gum af.
Enkelvoud
Meervoud
wij
hun
Zijn
Je
je
mijn

Slide 7 - Drag question

Pak jij
eettafel kunnen acht mensen zitten.
gum ligt trouwens onder
gummetje maar.
mag je fiets hier wel neerzetten.
Aan
bank.
Enkelvoud
Meervoud
jouw
Je
onze
onze
Je

Slide 8 - Drag question

Maar pas wel op voor
Ik zag
step gedaan.
vader was daar niet blij mee.
Dat heeft
auto.
auto beschadigd is.
buurjongetje
Enkelvoud
Meervoud
hun
Jullie
ons
zijn
Mijn

Slide 9 - Drag question

Dat zou ik in 
grootouders wonen in een bejaardenflat.
plaats ook niet zijn.
Nee, wij hebben
Een dief heeft 
tas nog.
tas gestolen.
Enkelvoud
Meervoud
zijn
Mijn
haar
onze

Slide 10 - Drag question