2D - les 20, 21 & 22 - 2.1 + 2.2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Hi, 2D :)

Pak je boeken en open LessonUp!

Today / This week

Today is Monday, October 31st (thirty-first).

Monday 31st	les
Tuesday 1st	les
Wednesday 2nd	les

Doel van deze week

Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en grammatica van 2.2 en kan ik deze kennis toepassen in eenvoudige opdrachten.

To Do:

1. Hoofdstuk 2 (Scotland) openen
   
   

Wales

Welcome to Wales

Did you know?

Wales has two official languages: English and Welsh. Welsh is a Celtic language. Children in Wales learn it in school until they're 16 years old. All town names are also in Welsh. The longest is 58 letters long: Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch. It means: 'The Church of St Mary in the hollow of the white hazel near the rapid whirlpool and the church of St Tysilio near a red cave'. 

Wales - mining

Over the past 200 years, mining has been the most important industry in Wales. It was hard and dirty work. In the early 1800s many young children worked in the mines. That was made illegal in 1843 for children under the age of 10. In 1920, 271 000 Welsh men still worked in coalmines. Now, all coalmines have been closed.

Which of these flags is the Wales' flag?

1. Flag 1
2. Flag 2
3. Flag 3
4. Flag 4

In Wales part of the United Kingdom?

1. Yes
2. No

What are the two official languages in Wales?

Wales

See you tomorrow, 2D :)

Hi, 2D :)

Pak je boeken en open LessonUp!

Today / This week

Today is Monday, November 1st (first).

Monday 31st	les
Tuesday 1st	les
Wednesday 2nd	les

To Do:

1. Grammatica 2.2 - uitleg
   
   
   
2. Zelfstandig werken

Doel van deze week

Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en grammatica van 2.2 en kan ik deze kennis toepassen in eenvoudige opdrachten.

Grammar: past simple

Om te zeggen dat iets vroeger is gebeurd en nu afgelopen is, gebruik je de past simple. Vaak staat er in de zin wanneer iets is gebeurd, zoals:

yesterday, last week, two years ago, this morning.

Grammar: past simple

1. Regelmatige werkwoorden krijgen in de past simple -ed erachter. 

Let wel op de spellingsregels:

Hele ww	Spelling	Voorbeeld
to walk	+ -ed	I walk ed
to carr y	y > ie	you carr ied
to ste p	p > pp	she ste pp ed
to live	+ -d	they live d

Grammar: past simple

2. Onregelmatige werkwoorden hebben in de past simple  een eigen vorm. Die moet je uit je hoofd leren.

Op blz. 243 van je boek staat een lijst met alle onregelmatige werkwoorden die je moet leren!

Grammar: past simple

3. In ontkenningen en vragen gelden voor alle werkwoorden - dus regelmatige én onregelmatige - dezelfde regels:

Ontkenningen         didn't + hele ww        -        I didn't like the film.

                                                                                 -        we didn't see the film.

Vragen                        did + hele ww             -         Did you like the film?

                                                                                 -         Did they see the film?

Grammar: past simple

4. Een bijzonder onregelmatig werkwoord is to be. Dat is het enige werkwoord dat in de past simple twee vormen heeft in plaats van één: was / were. 

En het is het enige werkwoord dat in vragen en ontkenningen géén did / didn't krijgt.

Grammar: past simple

Past simple met to be.

+	-	?
I was there.	I wasn't t here.	Was I there?
You were there.	You weren't there?	Were you there?
He / She / It was there.	He / She / It wasn't there.	Was he / she / it there?
We / You / They were there.	We / You / They weren't there.	Were we / you / they there?

We _____ a documentary about glass blowing last night (to watch).

My baby brother _____ all night. (to cry)

The tour guide _____ that we should be quiet. (to say)

I think he _____ his phone number a while ago. (to change)

See you tomorrow, 2D :)

Hi, 2D :)

Pak je boeken en open LessonUp!

Today / This week

Today is Monday, November 2nd (second).

Monday 31st	les
Tuesday 1st	les
Wednesday 2nd	les

Doel van deze week

Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en grammatica van 2.2 en kan ik deze kennis toepassen in eenvoudige opdrachten.

To Do:

1. Grammatica 2.2 - herhaling
   
   
   
2. Newsround kijken

Grammar: past simple

Hoe zet het ook alweer? Wat waren de regels?

Grammar: past simple

Om te zeggen dat iets vroeger is gebeurd en nu afgelopen is, gebruik je de past simple. Vaak staat er in de zin wanneer iets is gebeurd, zoals:

yesterday, last week, two years ago, this morning.

Grammar: past simple

1. Regelmatige werkwoorden krijgen in de past simple -ed erachter. 

Let wel op de spellingsregels:

Hele ww	Spelling	Voorbeeld
to walk	+ -ed	I walk ed
to carr y	y > ie	you carr ied
to ste p	p > pp	she ste pp ed
to live	+ -d	they live d

Grammar: past simple

2. Onregelmatige werkwoorden hebben in de past simple  een eigen vorm. Die moet je uit je hoofd leren.

Op blz. 243 van je boek staat een lijst met alle onregelmatige werkwoorden die je moet leren!

Grammar: past simple

3. In ontkenningen en vragen gelden voor alle werkwoorden - dus regelmatige én onregelmatige - dezelfde regels:

Ontkenningen         didn't + hele ww        -        I didn't like the film.

                                                                                 -        we didn't see the film.

Vragen                        did + hele ww             -         Did you like the film?

                                                                                 -         Did they see the film?

Grammar: past simple

4. Een bijzonder onregelmatig werkwoord is to be. Dat is het enige werkwoord dat in de past simple twee vormen heeft in plaats van één: was / were. 

En het is het enige werkwoord dat in vragen en ontkenningen géén did / didn't krijgt.

Grammar: past simple

Past simple met to be.

+	-	?
I was there.	I wasn't t here.	Was I there?
You were there.	You weren't there?	Were you there?
He / She / It was there.	He / She / It wasn't there.	Was he / she / it there?
We / You / They were there.	We / You / They weren't there.	Were we / you / they there?

They _____ rocks to build the castle. (to use)

My cousin _____ the new FIFA game with him last weekend. (to bring)

Nina and Eve _____ on holiday last summer. (to be)

www.bbc.co.uk

Ik heb het doel: "Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en grammatica van 2.2 en kan ik deze kennis toepassen in eenvoudige opdrachten" behaald.

Ja, ik ken het en kan het toepassen

Ik ken het een beetje, maar kan het nog niet toepassen

Nee, ik ken het nog niet en kan het ook nog niet toepassen

See you next week, 2D :)