1VE: Les 1.4 - bijvoeglijk naamwoord

Welkom bij Nederlands. We beginnen met een kwartiertje lezen.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands. We beginnen met een kwartiertje lezen.

Slide 1 - Slide


Lesdoel

Na deze les:
Kun je een bijvoeglijk naamwoord herkennen en op de juiste manier spellen.



Slide 2 - Slide

Wat zie je op deze foto?

Slide 3 - Slide


Samen oefenen




Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

  1. De aangeharkte tuin lag er prima bij.
  2. De lachende meisjes liepen naar het zwembad.
  3. Het mooie schot van Lieke Martens was fantastisch.
  4. Maar die gewonnen penalty van Ronaldo was minder.
  5. De gouden trofee staat op haar nachtkastje.
  6. Een geknakt takje lag naast de vaas.
  7. Het warme land was niet ver weg meer.
  8. De vrolijke honden zagen er schattig uit.



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

QUIZ 

Slide 7 - Slide

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Hans en Marije hebben een (groot) probleem.
A
grote
B
groten
C
groote
D
groot

Slide 8 - Quiz

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Hij knalde op de (beton) paaltjes.
A
betonne
B
betonnen
C
betonen
D
betone

Slide 9 - Quiz

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Dat (verzinnen) verhaal was echt eng.
A
verzinnende
B
verzonnen

Slide 10 - Quiz

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Dat (raar) jong heeft mijn stuntstep gestolen.
A
rare
B
raare
C
raren

Slide 11 - Quiz

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Het (synthetisch) t-shirt zorgde ervoor dat hij erg zweette.
A
synthetisch
B
synthetische
C
synthetischen

Slide 12 - Quiz

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

De meester kon wel lachen om de (zingen) leerlingen.
A
gezongen
B
zingende
C
zingenden

Slide 13 - Quiz

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Wat een (bizar) vertoning!
A
bizarre
B
bizar
C
bizare

Slide 14 - Quiz

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Die jongen droeg een (zijde) jurk.
A
zijde
B
zijden

Slide 15 - Quiz

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Wat een (gezellig) familie is dat geworden.
A
gezellig
B
gezellige
C
gezelligen

Slide 16 - Quiz

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

De (vermoorden) man vermoordde zelf ook vijf mensen.
A
vermoordde
B
vermoorde
C
vermoorden

Slide 17 - Quiz

En nu... aan de slag

Op Niveau:
Taalverzorging 2 - Spelling
Opdrachten 12, 13 en 14

Slide 18 - Slide