Thema 3, week 3 Toets

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Instructies Taaltoets thema 3

Themawoorden

week 1

Wat is een corsage?

1. 
2. 
3. 

Themawoorden

week 2

Deze mensen wonen in één huis.
Ze zijn een ........

1. een huishouden
2. het gezinsleven
3. de bekende
4. de vondeling

1. 
2. 
3. 

De cameraman heeft aandacht voor alle details.

1. hij schudt iets uit zijn mouw
2. hij heeft er wel oren naar
3. hij maakt zich uit de voeten
4. hij heeft er oog voor.

1. 
2. 
3. 

Samenstelling

week 3

Sleep de woorden naar elkaar om een samenstelling te maken

bal

riem

kunst

hal

hand

broek

schilder

sport

Sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd.

Zwakke werkwoorden blijven hetzelfde klinken maar er komt te(n) of de(n) achter in  de verleden tijd.

In welke zin staan een sterk werkwoord?

1. Vandaag bak ik een taart.
2. Vandaag draag ik een schort.
3. Vandaag schil ik appels.

In welke zin staan een sterk werkwoord?

1. Hij staat op wacht.
2. Hij blust het vuur.
3. Hij dooft de kaars.

letterlijk en figuurlijk

Sterke werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd.

Zwakke werkwoorden blijven hetzelfde klinken maar er komt te(n) of de(n) achter in  de verleden tijd.

letterlijk en figuurlijk

Ik weet wat het verschil is tussen letterlijk en figuurlijk.

Fien trekt haar stoute schoenen aan.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Dylano is een boom van een vent.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Dylano klimt in een grote boom.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Zij is het zonnetje in huis.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Zij komt altijd blij thuis

1. letterlijk
2. figuurlijk

De persoonsvorm is altijd een werkwoord!

1. waar
2. niet waar

persoonsvorm

Ik kan de persoonsvorm in een zin herkennen en benoemen.

Hoe vind ik de persoonsvorm

Vraagproef:

Getalproef:

Tijdproef

De jongen speelt in de tuin.

Speelt de jongen in de tuin?

De jongen speelt in de tuin.

De jongens spelen in de tuin

De jongen speelt in de tuin.

De jongen speelde in de tuin

De school is dicht.

We spelen het liefst Monopoly.

Vandaag ga ik de tafel dekken.

 Thema 3, week 3 - Toets