1.2 India als trots van het Britse Rijk

H1 1.2 Brits kolonialisme in India
(1765-1885)
1765 voor de eerste toets
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

H1 1.2 Brits kolonialisme in India
(1765-1885)
1765 voor de eerste toets

Slide 1 - Slide

Hoe ontstond Brits-India
Hoe werd het bestuurd?
Waardoor kwam Indiase nationalisme op?
Economisch ontwikkeling

Slide 2 - Slide

Kenmerkende Aspecten
  • Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
  • Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans- Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
  • De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
  • De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
  • De opkomst van emancipatiebwegingen.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat het Britse handelsmonopolie in India voordelen had voor de Britse handelaren, maar ook voor de Indiase bevolking en de Indiase vorsten.
  • Je kunt de Britse handelswijze in India in de 17e eeuw, met factorijen en handelsposten , beschrijven en verklaren
  • Je kunt de ontwikkeling van de positie van Indiase handelsproducten in de wereldeconomie van de zeventiende en achttiende eeuw beschrijven en verklaren.
  • Je kunt uitleggen waarom het Verdrag van Allahabad het einde betekende van de invloed van de Mogolvorsten op het bestuur van India.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen (2de deel)

  • Je kunt de ontwikkeling van de positie van Indiase handelsproducten in de wereldeconomie van de negentiende eeuw beschrijven en verklaren.
  • Je kunt het verband tussen de Industriële Revolutie in Groot- Brittannië en de opkomst van het modern imperialisme uitleggen.
  • Je kunt verklaren waarom in 1857 de Grote Indiase Opstand  tegen het Britse gezag uitbrak en je kunt benoemen welke gevolgen deze opstand kreeg.
  • Je kunt het belang van de opening van het Suezkanaal voor de Britse handel uitleggen.
  • Je kunt de motieven voor de oprichting van het Indian National Congres benoemen.

Slide 5 - Slide

Katoen
  • Indiase tussenpersonen, Bania's
- Contact tussen factorij en katoenproducenten in het binnenland
  • Door de grote vraag: Handelsnetwerk in katoen: handelskapitalisme & onderdeel driehoekshandel
  • Royal Navy

Slide 6 - Slide

Ondertekening van het verdrag van Allahabad in 1765
bron 28

Slide 7 - Slide

Veranderende verhoudingen
-Verdrag van Allahabad toonde veranderende verhoudingen; Nu gaan ze bestuurlijke taken (belasting innen) overnemen van de Mogolvorsten en lokale vorsten. Hier veranderd de verhouding van handelen naar kolonialiseren. 

Meerdere oorzaken:
1. Geld: Engeland wil de Handelsmonopolie bewaren
2. Verlies kolonië: V.S. is onafhankelijk geworden en de suikerplantages in Jamaica en Barbados zijn niet meer winstgevend
3. Engelse willen meer grip op de handel binnen India, Bania's worden buitenspel gezet. 

Gevolg: bania's vervangen door EIC werknemers

Slide 8 - Slide

Het Verdrag van Allahabad (1765)
  • De Britten wilden meer grip krijgen op de binnenlandse handelstromen in India. De onafhankelijke bania's (tussenpersonen) werden vervangen door tussenpersonen die in dienst waren van de EIC.
  • De invloed  (en de macht) van de Britten op het binnenland van India nam sterk toe.
  • India werd steeds belangrijker binnen het Britse Rijk. Het Verdag van Allahabad was het formele begin van het Britse Rijk.
  • India werd indirect bestuurd vanuit Engeland. Dat hield in dat een EIC het land bestuurde namens het moederland.

Slide 9 - Slide

Verdrag van Allahabad gevolgen
- Het verdrag was het formele begin van het Britse rijk in India
EIC breidde haar gezag uit over heel India
Lokale vorsten in naam vorst, werkelijke macht bij EIC
-Macht Mogol/Mughal keizer verzwakte steeds verder
-1857 opstand Indiase militairen, keizer kiest hun kant, Britten winnen en dit is het eind van het Mogol/Mughal Keizerrijk

Slide 10 - Slide

Bestuur in Brits India
+200 miljoen Indiase inwoners bestuurd door <1000 Britten - moet je kunnen uitleggen,   
Royal Navy: bescherming moederland-kolonie
Brits-Indische leger (tot 1857 300.000 indiers t.o. 40.000 europeanen)

Slide 11 - Slide

De Grote Indiase opstand
  • Toen het in 1857 toch tot een opstand kwam onder ontevreden Indiase soldaten sloegen de Britten deze hard neer.  
  • In India was een middenklasse ontstaan die een Engelse scholing had gehad. Velen werkten voor EIC als bestuurder of tussenhandelaar. De leveranciers hadden baat bij een goede verhouding met de Britten.
  • Toch was er ook onvrede bij de Indiërs, vooral als religieuze gewoontes door de Britten ter discussie werden gesteld. Soms kwamen de Indiërs dan in opstand.  Deze opstanden werden snel neergeslagen.

Slide 12 - Slide

De Grote Indiase opstand
  • In 1857 brak er een grote opstand uit die begon het Brits- Indische leger, dit is de reden waarom de opstand niet snel kon worden neergeslagen. De opstand begon in het leger, maar breidde zich snel uit tot een volksopstand. In enkele weken tijd werd in grote delen van India het Britse koloniale gezag weggevaagd.
  • Aanleiding:  Schietoefeningen met een nieuw geweer, om het laden van het geweer makkelijker te maken werden de kogels ingevet.
  • Het gerucht ging dat de kogels waren ingevet met koeien-/ varkensvet


Slide 13 - Slide

De Grote Indiase opstand
  • Dit zorgde voor grote onrust onder de manschappen, omdat koeien heilig zijn voor hindoes en varkens zijn onrein voor moslims. Daarnaast geloofden sommige Indiaase soldaten dat het een complot was om alle Indiërs te bekeren tot het christendom.
  • Een groep soldaten weigerde om die reden om de onderdelen in gebruik te nemen. Britse officieren waren woedend over de ongehoorzaamheid en veroordeelden de weigeraars tot jarenlange dwangarbeid.

Slide 14 - Slide

De Grote Indiase opstand
  • Hierop sloegen Indiaase soldaten aan het muiten. Ze vermoorden hun Britse officieren en trokken op naar Delhi. Onderweg werden vele Europenanen vermoord door de opstandelingen.
  • De opstand sloeg over naar andere legerregimenten en ontwikkelde zich snel tot een volksopstand tegen de EIC.
  • In enkele weken tijd werd de macht van de Britten in Noord- India weggevaagd.
  • Het kostte de Britten ruim een jaar om de opstand neer te slaan.

Slide 15 - Slide

De Grote Indiase opstand: oorzaken
  • Arrogantie van de EIC, de EIC had bijna alle bevolkingsgroepen tegen zich in het harnas gejaagd.
  • Oppermachtigheid van de EIC, in het begin was de EIC een handelscompagnie, die samenwerkten met Mogolvorsten. Via verdragen en oorlogen wist de EIC haar macht uit te breiden. In 1857 stond 2/3 van India onder direct bestuur van de EIC en het overige gedeelte van India werd bestuurd door vorsten die de opppermacht van de EIC erkenden.

Slide 16 - Slide

De Grote Indiase opstand: oorzaken
  • Achterlijkheid, in het begin was de EIC een handelscompagnie die zich niet bemoeide met de Indiase politiek en cultuur. Rond 1800 kwamen de Britten tot de conclusie dat India een  "achtergebleven" gebied was.
  • De EIC vond dat ze ook een taak hadden om India uit zijn "achterlijkheid" te verlossen. Bestuursvormen, economie, belasting en de infrastructuur moesten allemaal worden hervormd naar Brits model.
  • Religieuze gebruiken moesten worden uitgebannen, zoals bij de sati.

Slide 17 - Slide

Einde aan de Mogol- dynastie
  • In 1858 sloegen de Britten de Grote Indiase Opstand neer. De Indiërs waren onderling te verdeeld om een sterke eenheid te vormen tegen de Britten.
  • De opstand maakte wel duidelijk dat de manier van besturen door de EIC niet voldeed. Er werd besloten dat India onder direct bestuur van de Britse regering kwam te staan.
  • De EIC bleef wel de dagelijkse gang van zaken in India regelen, maar hadden geen macht meer.
  • Koningin Victoria werd keizerin van India.

Slide 18 - Slide

Einde aan de Mogol- dynastie
  • Het Brits- Indische leger werd gereorganiseerd, Britse officieren moesten erop letten dat er niet teveel manschappen uit een bepaalde regio, of met een bepaald geloof, in een legeronderdeel zaten.
  • Het Britse gezag werd strenger, waardoor er nog minder ruimte kwam voor de Indiaase gewoontes en gebruiken.
  • Het kleine beetje macht dat de Mogolvorst nog had werd nu ook door de Britten overgenomen, dit was het defnitieve einde van de Mogol- dynastie.

Slide 19 - Slide

Einde aan de Mogol- dynastie
  • De Britse koningin Victoria werd keizerin van Brits- Indië in 1876, dit was van grote symbolische betekenis voor de Engelsen maar ook voor de Indiërs.Er kon vanaf nu geen enkele onduidelijkheid meer zijn over het feit dat India behoorde tot het Britse Rijk.
  • Deze ontwikkelingen passen binnen het modern imperialisme dat West- Europa in zijn greep had.
  • Ook andere West- Europese volken verkregen steeds meer koloniën en vergrootten hun macht over de kolonie.

Slide 20 - Slide

India wordt grondstoffenleverancier en afzetmarkt!

- van eindprodukten naar ruw katoen
- ook thee en tabak plantages (ontstonden)
- Indiase huisnijverheid in de problemen

Slide 21 - Slide

Treinen en Suezkanaal

- goed vervoersnetwerk essentieel
- spoorwegennet aangelegd voor grondstoffen en eindproducten
- Suezkanaal 1869 (bron 32) - 8000 km korter!
- Groot Brittannie kreeg groot deel aandelen 

Slide 22 - Slide

Economie van Brits-India
- India boven alles een wingewest
- 'Een geschenk uit de hemel' 
- India belangrijkste leverancier ruwe katoen en jute
- thee uit Assam

** 1900 het ooit zo welvarende India nu een zeer arm land**

Slide 23 - Slide

Opkomst Indiase nationalisme
  • Britse superioriteitsgevoelens jegens Indiase mensen
  • Britten moesten India beschaven vonden ze zelf: taal, recht, onderwijs
  • Daarnaast probeerden de Britten de Indiërs te bekeren tot het christendom. Dit zorgde voor wantrouwen, Indiërs vonden dat de Britten hun manier van bestaan bedreigde.
  • Onderwijs in India enkel voor de Indiase elite
  • 1885 Indian National Congress: gelijke kansen in brits-indiase bestuur, dit was een no-go (racistisch tintje)

Slide 24 - Slide

Opdr. 7 t/m 9

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video