PTSS

PTSS
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

PTSS

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Link

This item has no instructions

Definitie van PTSS
PTSS is een langdurige niet passende reactie op een psychotraumatische gebeurtenis.

 Deze reactie zorgt voor significante lijdensdruk bij de zorgvrager, of tot beperkingen in zijn sociale leven, beroepsmatig functioneren of functioneren op andere levensgebieden.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

OORZAKEN
Blootstelling aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld op een (of meer) van de volgende manieren:
1. Zelf ondergaan van de psychotraumatische gebeurtenis(sen).
2. Getuige zijn geweest van de gebeurtenis(sen) bij anderen.
3. Vernemen dat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) een naast familielid of goede vriend(in) is (zijn) overkomen.
4. Ondergaan van herhaaldelijke of extreme blootstelling aan de afschuwwekkende details van de psychotraumatische gebeurtenis(sen). 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

SYMPTOMEN (DSM 5)
- Zich opdringende symptomen die samenhangen met de psychotraumatische gebeurtenis(sen)
- Aanhoudende vermijding van prikkels die geassocieerd worden met de psychotraumatische gebeurtenis(sen). 
- Negatieve veranderingen in cognities (denken) en stemming (voelen)
- Duidelijke veranderingen in alertheid en reactiviteit




Slide 7 - Slide

This item has no instructions

SYMPTOMEN (1/4)
Zich opdringende symptomen die samenhangen met de psychotraumatische gebeurtenis(sen):
- Terugkerende, onvrijwillige pijnlijke herinneringen
- Onaangename dromen
- Flashbacks met gevoel weer in de situatie te zitten
- Heftige lichamelijke en/ of psychische reactie op prikkels die trauma symboliseren of erop lijken.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

SYMPTOMEN (2/4)
Aanhoudende vermijding van prikkels die geassocieerd worden met de psychotraumatische gebeurtenis(sen). 
- Vermijden van herinneringen, gedachten of gevoelens zijn
- Vermijden van dingen en situaties die aan de gebeurtenis doen denken. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

SYMPTOMEN (3/4)
Negatieve veranderingen in cognities (denken) en stemming (voelen):
- Een belangrijk aspect van de gebeurtenis(sen) niet kunnen herinneren
- Aanhoudende overdreven negatieve overtuigingen of verwachtingen over zichzelf, anderen of de wereld
- Aanhoudende vertekende gedachten over schuldvraag
- Aanhoudende negatieve emoties en/of geen positieve emoties ervaren
- Verminderde belangstelling voor, of deelname aan belangrijke activiteiten
- Gevoelens van onthechting of vervreemding van anderen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

SYMPTOMEN (4/4)
Duidelijke veranderingen in alertheid en reactiviteit:
- Prikkelbaar gedrag en woede-uitbarstingen
- Roekeloos of zelfbeschadigend gedrag
- Verhoogde alertheid en gevoeligheid voor mogelijke bedreigingen
- Overdreven schrikreacties
- Concentratieproblemen
- Verstoring van de slaap.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Link

This item has no instructions

Noem verschillende factoren die van invloed zijn op de kans om PTSS te ontwikkelen.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Beïnvloedende factoren
- de gebeurtenis zelf; soort gebeurtenis, hoe erg, hoe lang, hoe vaak, mate van machteloosheid en/of angst.
- de opvang erna; steun van naasten, ruimte om erover te praten, gevoel dat mensen je begrijpen, altijd bij vertrouwd iemand terecht kunnen
- persoonlijkheid; over gevoelens kunnen praten, levensinstelling, steun kunnen accepteren, kunnen accepteren van tijdelijke angst en somberheid.
- betekenis die de gebeurtenis krijgt, bv leven als extra waardevol ervaren, dankbaarheid dat het niet nog erger is afgelopen of geloof dat nare dingen altijd jou overkomen..   


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

BEHANDELING
- Psychotherapie: In een veilige omgeving praten over schokkende gebeurtenis en daaraan gekoppelde gedachten en emoties.
- EMDR: De de kracht en emotionele lading van een nare herinnering neemt af. 
- Beweging: Verstoorde verbinding tussen lichaam en geest herstellen. Biedt daarnaast ook afleiding, zorgt voor angstreductie en slaapverbetering.
- Medicatie: Enkel symptoombestrijding. Met name antidepressiva, soms kortdurend (!!!) ter overbrugging kalmerende medicatie (benzo's)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Rol verpleegkundige/ verzorgende
Jullie gaan een video's bekijken waarin een vrouw vertelt over haar begeleiding toen ze veel last had van PTSS. 
Zij geeft aan wat voor haar hielp en wat voor haar niet geholpen zou hebben. 

OPDRACHT: Maak een lijstje met wat wel en wat niet te doen bij de begeleiding van iemand met PTSS. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Casus
De 82-jarige meneer Janssen woont in het verpleeghuis. Hij heeft PTSS door traumatische ervaringen als kind tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op een ochtend ruikt hij in de eetzaal de geur van aangebrand brood. Deze geur herinnert hem plots aan een bombardement waarbij zijn ouderlijk huis verwoest werd. Hij verstijft, begint te trillen en kijkt angstig om zich heen alsof hij opnieuw in de kelder zit. Wanneer een collega hem aanraakt, schrikt hij hevig en roept dat ze moeten schuilen.
Wat kun jij als verzorgende / verpleegkundige doen; nu tijdens de flashback en later als de flashback voorbij is? 

Slide 20 - Slide

NU
Begeleiden naar rustige plek
Bij hem blijven
Op rustige toon praten en geruststellen

LATER
Vragen of hij behoefte heeft om op de situatie terug te kijken
Aanbieden van hulp bij zoeken naar professionele hulp
Collega's op de hoogte brengen, zodat zij triggers kunnen voorkomen of adequaat op flashbacks kunnen reageren
Enkele tips bij omgaan met...
- Begrip en geduld; laat iemand vertellen op het moment dat hij/zij daar behoeft aan heeft, geef ruimte aan emoties.  
- Oordeel niet: De gedachten en gevoelens zijn echt, niet gespeeld of overdreven. 
- Tijdens herbeleving: stel gerust, help iemand terug te keren naar het hier en nu. 
- Ondersteun en begeleid in situaties waarin mogelijk triggers aanwezig zijn.
- Bied structuur en duidelijkheid; voorspelbaarheid werkt om constant 'aan staan' en angst te verminderen. 
- Het zit soms in kleine dingen; een lampje dat 's nachts aan is op de slaapkamer, een afspraak dat iemand niet zonder uitdrukkelijke toestemming wordt aangeraakt, een codewoord waardoor de zorgverlener weet dat iemand uit de (sociale) situatie weg wil, .....  

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Meer weten? 
https://wijzijnmind.nl/psychische-klachten/psychipedia/ptss

https://npokennis.nl/story/336/wat-is-ptss

https://hulpgids.nl/informatie/ziektebeelden/trauma-en-stressorgerelateerde-stoornissen/posttraumatische-stress-stoornis/

Slide 22 - Slide

This item has no instructions