Het afweersysteem

 Het afweersysteem
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

 Het afweersysteem

Slide 1 - Slide

De afweer van ziekteverwekkers gebeurt in en buiten je lichaam.
Welke vorm van afweer gebruikt je lichaam om ziekteverwekkers buiten het lichaam te houden?

Slide 2 - Open question

De maag helpt ook mee in de afweer tegen ziekteverwekkers. Leg uit hoe!

Slide 3 - Open question

Het afweersysteem
  • Lichaamsvreemde stoffen horen niet in ons lichaam thuis. Lichaamsvreemde stoffen zoals bacteriën, virussen, schimmels en bepaalde dieren kunnen ons ziek maken --> Ziekteverwekkers
  • Ziekteverwekkers die ons lichaam inkomen veroorzaken een infectie
  • Ons immuunsysteem / afweersysteem bestrijdt de ziekteverwekker.
  • Na het doormaken van een ziekte ben je immuun

Slide 4 - Slide

Welke 4 soorten ziekteverwekkers kunnen ons lichaam binnendringen?

Slide 5 - Open question

Soorten witte bloedcellen
  1. Witte bloedcel die bacterien insluit. 
  2. Witte bloedcel die antistoffen maakt. 
  3. Witte bloedcel die dode celresten opruimt. 

Slide 6 - Slide

witte bloedcel die een bacterie onschadelijk maakt

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Immuniteit
  • Immuun door zelf doormaken ziekte? --> Natuurlijke immuniteit 
  • Immuun door een vaccinatie? --> Kunstmatige immuniteit

Vaccinatie:
1. Dode of verzwakte ziekteverwekker wordt ingespoten.
2. Lichaam maakt antistoffen.
3. Wanneer echte ziekteverwekker je lichaam in komt, maakt je lichaam direct heel veel antistoffen: je wordt niet ziek. 

Slide 9 - Slide

Even oefenen...

Slide 10 - Slide

Jessy is 2 jaar en heeft de 5e ziekte. Dit is een kinderziekte. Hoe heet de immuniteit die ontstaat na het doormaken van deze ziekte?
A
Kinderimmuniteit
B
Tijdelijke immuniteit
C
Natuurlijke immuniteit
D
Kunstmatige immuniteit

Slide 11 - Quiz

In de afbeelding is de afweerreactie van het
lichaam op een ziekteverwekker
schematisch getekend.

Wat wordt aangegeven met nummer 1?
A
Ziekteverwekkers
B
Witte bloedcellen
C
Antistoffen
D
Antigenen

Slide 12 - Quiz

Wanneer heb je veel verschillende soorten antistoffen in je lichaam?
A
Als je bent blootgesteld aan veel soorten ziekteverwekkers
B
Als je bent blootgesteld aan weinig soorten ziekteverwekkers

Slide 13 - Quiz

In de afbeelding is de afweerreactie van het
lichaam op een ziekteverwekker
schematisch getekend.

Welk nummer geeft de ziekteverwekker aan?
A
1
B
2
C
3

Slide 14 - Quiz

Uit welke onderdelen bestaat pus/etter?

Slide 15 - Open question

Bekijk de afbeelding.
Wat gebeurt er op plek x?

Slide 16 - Open question

Bekijk de afbeelding.
Welk type bloedvat is hier te zien?
A
Slagader
B
Haarvat
C
Ader
D
Poortader

Slide 17 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
Wat gebert er op plek S?
A
De witte bloedcel sluit de bacterie in en gaat weer terug het bloedvat in.
B
De witte bloedcel maakt antistoffen. De witte bloedcel en de bacterie gaan dood.
C
De witte bloedcel eet de bacterie op. De bacterie gaat dood.
D
De witte bloedcel sluit de bacterie in. De witte bloedcel en de bacterie gaan dood.

Slide 18 - Quiz

Hoeveel rode bloedcellen zijn er in deze afbeelding te zien?
A
3
B
7
C
11
D
23

Slide 19 - Quiz

Als iemand naast mij verkouden is en niest. Als ik ademhaal komen ziekteverwekkers mijn luchtwegen binnen. Hoe zorgt mijn lichaam op deze plek voor een goede afweer?

Slide 20 - Open question