12.3-2 Specifieke afweer deel 2

H12: Gezondheid
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H12: Gezondheid

Slide 1 - Slide

H12 Gezondheid
12.1-1 Voorkomen is beter dan genezen (huid/ slijmvliezen)
12.2 Eigen afweer en antibiotica
12.3-1 Specifieke afweer deel 1
12.3-2 Specifieke afweer deel 2
12.4 Bloedgroepen
12.5 Als het misgaat (kanker/ virussen/ allergiën)
12.1-2 Bescherming bij planten

Slide 2 - Slide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 12.3 Specifieke afweer - deel 2

Slide 3 - Slide

Herhaling typen afweer
Niet specifieke afweer (barriëres en fagocyten)
Specifieke afweer (door T cellen en B cellen)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

1: niet specifieke afweer

Slide 8 - Slide

2: Antigeen presentatie (APC)

Slide 9 - Slide

3: Activatie T helpercellen

Slide 10 - Slide

4: Activatie cytotoxische T cellen
-> celdood geinfecteerde cellen

Slide 11 - Slide

5: Activatie B cellen

Slide 12 - Slide

6: Plasmacellen -> antistoffen

Slide 13 - Slide

Doel en begrippen 12.3-2
Je leert hoe immuniteit ontstaat

geheugencellen, actieve immuniteit, passieve immuniteit, natuurlijke immuniteit, kunstmatige immuniteit, vaccinatie, antiserum, monoklonale antistoffen





Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Geheugencellen

Slide 16 - Slide

Geheugencellen
Wanneer de specifieke afweer wordt geactiveerd tijdens een infectie worden geheugenvellen gevormd (Th, Tc en B geheugencellen).
Bij een volgende infectie met dezelfde ziekteverwekker (hetzelfde antigeen) komt de specifieke afweer sneller en sterker op gang.

Slide 17 - Slide

Antistoffen
De afweer reactie is de meten aan de hand van de hoeveelheid antistoffen in het bloed.
Antistoffen heten ook wel immunoglobuline.

Antistoffen die afkomstig van één (gekloneerde) B cel, en dus tegen één antigeen werken heten monoklonale antistoffen

Slide 18 - Slide

Immuniteit
Bij een tweede (of volgende) infectie komt de afweer zo snel op gang dat je minder/ niet ziek wordt.

Slide 19 - Slide

Immuniteit
Deze vorm van immuniteit heet natuurlijke, actieve immuniteit.

Natuurlijk: de immuniteit is ontstaan doordat je de infectie een keer hebt doorgemaakt.
Actief: het immuun systeem heeft zelf antistoffen gemaakt.

Slide 20 - Slide

Moeder op kind
Vóór de geboorte geeft de moeder via de placenta antistoffen aan haar ongeboren kind. Het kind wordt dus geboren met antistoffen en is dus (tijdelijk!) immuun. Deze vorm van immuniteit heet natuurlijke, passieve immuniteit.
Natuurlijk: de antistoffen zijn op een natuurlijke manier in het lichaam gekomen.
Passief: het kind heeft de antistoffen niet zelf gemaakt.

Slide 21 - Slide

Vaccinatie
Door dode of verzwakte (delen van) ziekteverwekkers in te spuiten kun je óók de specifieke afweer activeren en geheugencellen laten vormen. Een persoon is daarna immuun en kan de infectie niet meer krijgen.
Deze vorm heet actieve, kunstmatige immuniteit.
Kunstmatig: je de antigenen kunstmatig verkregen.
Actief: je lichaam heeft zelf de antistoffen gemaakt.

Slide 22 - Slide

Antiserum
Door een (verzwakte/ dode) ziekteverwekker in te spuiten bij een dier en daarna het bloedplasma te isoleren (antiserum) kun je antistoffen isoleren tegen een bepaalde ziekteverwekker en deze inspuiten bij een patiënt. Dit heet kunstmatige, passieve immuniteit.
Kunstmatig: je hebt de immuniteit kunstmatig verkregen.
Passief: je lichaam heeft niet zelf de antistoffen gemaakt.

Slide 23 - Slide

Natuurlijk
Kunstmatig
P
a
s
s
i
e
A
c
t
i
e

Slide 24 - Slide


Pasgeboren kinderen
          
Zelf de infectie doormaken
Antistoffen inspuiten
Vaccineren
Natuurlijk
Kunstmatig
P
a
s
s
i
e
A
c
t
i
e

Slide 25 - Slide

Doel en begrippen 12.3-2
Je leert hoe immuniteit ontstaat

geheugencellen, actieve immuniteit, passieve immuniteit, natuurlijke immuniteit, kunstmatige immuniteit, vaccinatie, antiserum, monoklonale antistoffen





Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video